Delegatie muskusrattenbestrijding
Provinciale Staten van Utrecht in vergadering bijeen op 24 september 2007
Kennis genomen hebbende van de ontwerp opheffing OLM en delegatie muskusrattenbestrijding.
Constaterende dat Alterra in haar rapport uit 2005: “Muskusrattenbestrijding in Nederland: een quick scan naar nut, noodzaak en alternatieven” concludeert dat het aanbrengen van muskusratwerende voorzieningen de enige duurzame oplossing is voor het uitbannen van risico’s voor de veiligheid van waterkeringen.
Constaterende dat Alterra in bovengenoemd rapport in overweging geeft dat het voordeel om de populatiedichtheid op een bepaald niveau te houden, moet worden afgewogen tegen de kosten die dit met zich meebrengt.
Overwegende dat eind 2007 wellicht besloten zal worden tot een grootscheeps onderzoek in 4 proefgebieden naar de gevolgen van stopzetting van bestrijding van muskusratten, aangezien het de vraag is of de muskusrattenpopulatie nog wel zal toenemen na stopzetting bestrijding.
Overwegende dat tot op heden onbekend is hoe de door muskusratten veroorzaakte graafschade en daaruit voortvloeiende onderhoudskosten zich verhouden tot de kosten voor de bestrijding van muskusratten,
Verzoeken het college van Gedeputeerde Staten in het delegatiebesluit bij artikel 9 toe te voegen:
- Delegatie van muskusrattenbestrijding naar de waterschappen zal plaatsvinden onder voorbehoud van intrekking dan wel wijziging van het desbetreffende besluit, wanneer onderzoek aantoont dat muskusrattenbestrijding op de huidige wijze niet zinvol is.
- De waterschappen gaan met ingang van de datum van delegatie de door muskusratten veroorzaakte schade aan waterkeringen en de daarmee samenhangende kosten inzichtelijk registreren.
En gaan over tot de orde van de dag.
W.A. Bodewitz
Fractievoorzitter Partij voor de Dieren
Status
Voor
PvdD, SP, D66
Tegen
CDA, VVD, PvdA, CU, SGPLees onze andere moties
Proefgebied niet-bestrijding muskusratten
Lees verderDierenwelzijnsgedeputeerde
Lees verder