Motie water als ordenend principe

Provinciale Staten van Utrecht in vergadering bijeen op 7 december 2015 ter behandeling van Statenvoorstel vaststelling Bodem-, Water- en Milieuplan 2016-2021,

constaterende dat:

• In het ontwerpbesluit Bodem-, Water- en Milieuplan 2016-2021 staat in paragraaf 2.1 ‘Onze visie en doelen’: ‘Wij streven naar bodem-, water- en milieukwaliteiten die passend zijn voor de functie van een gebied.’;
• Het college in het Collegeakkoord 2015-2019 ‘In Verbinding’ op pagina 10 het volgende heeft vastgelegd: ‘Bij elke ruimtelijke ontwikkeling wordt water meegenomen als ordenend beginsel. De functies volgen de vereisten die het water aan het gebied stelt.’;

overwegende dat:

• Het bovenstaande citaat uit het Bodem-, Water en Milieuplan 2016-2021 in tegenspraak is met het bovenstaande citaat uit het coalitieakkoord;

verzoeken het college van GS om:

• Bij de uitvoering van het Bodem-, Water en Milieuplan 2016-2021, en hiermee samenhangend beleid, in lijn met het coalitieakkoord bij iedere ruimtelijke ontwikkeling water mee te nemen als ordenend beginsel en de functies van het gebied de vereisten die het water aan het gebied stelt te laten volgen.

en gaan over tot de orde van de dag.

Femke Merel Arissen

Partij voor de Dieren