Vragen over de jacht op vossen in uiter­waarden

Indiendatum: mei 2012
Antwoorddatum: 21 mei 2012

Wij beginnen met een herhaling van de vragen en geven vervolgens de antwoorden:

Toelichting (Partij voor de Dieren)

Uit het onderzoek van Rijn in Beeld ‘Zomerganzen in het rivierengebied: naar een duurzaam kleinere populatie’ is gebleken dat ganzenpopulaties op een natuurlijke wijze kleiner gemaakt kunnen worden door het verbieden van de jacht op vossen in uiterwaarden. Het vermelde onderzoek levert onder andere een inhoudelijke bijdrage om op een alternatieve manier te kijken naar de zomerganzen langs de Rijntakken in de provincie Utrecht. In het rapport wordt aangegeven dat ingrijpen op de ganzenpopulatie (afschot of vangst) niet duurzaam is en op veel maatschappelijke weerstand stuit. Daarnaast worden alternatieven genoemd met een ecologische meerwaarde die een meer duurzame oplossing bieden.

Graag willen we u in vervolg op het bovenstaande een aantal vragen voorleggen:

1. Van de onderzochte terreinen zijn goede voorbeelden bekend waarbij broedkolonies ganzen vrijwel verdwenen door de vestiging van vossen. In het onderzoek wordt aanbevolen om in het beleid meer ruimte te geven aan natuurlijke predatie door vossen en andere roofdieren. Bent u bereid dit onderzoek in beschouwing te nemen om te zien hoe deze kennis een bijdrage kan leveren aan het huidige ganzenbeleid (zie ook ‘Motie ganzen’ PS 27-06-2011)?

Antwoord:
Ja, wij zijn hiertoe bereid.

2. Bent u om bovenstaande redenen bereid de jacht op vossen in uiterwaarden en aangrenzende binnendijkse moerasgebieden te verbieden?

Antwoord:
Nee, de vos is niet aangewezen als bejaagbare soort. Er is derhalve geen sprake van jacht op deze soort. In het kader van beheer en schadebestrijding is het toegestaan deze soort te doden. Vossen vallen onder de landelijke vrijstelling (artikel 65, derde lid, Flora- en faunawet). Gedeputeerde Staten zijn niet bevoegd om het gebruik van de landelijke vrijstelling te verbieden. Wel is er een ontheffing afgegeven om vossen te kunnen bestrijden met kunstlicht in gebieden met belangrijke weidevogelconcentraties. Wij zijn niet voornemens om gebruik van deze ontheffing te verbieden.

Gedeputeerde Staten van Utrecht,

Voorzitter,

Secretaris,