Bijdrage Burgerinitiatief Stop de Hobbyjacht
Bijdrage Provinciale Staten 12 december 2016, agendapunt 7, Statenvoorstel burgerinitiatief van Vogelvrij naar Kogelvrij: Stop de Hobbyjacht
Voorzitter,
Vandaag bespreken wij het burgerinitiatief Stop de Hobbyjacht.
Nu kan ik mijn spreektijd benutten door te argumenteren waarom de hobbyjacht, naast volstrekt onnodig, veel dierenleed veroorzaakt en onderzoek heeft uitgewezen dat de jacht veel schade toebrengt aan de ecologische systemen. Maar daar is door de initiatiefnemer en in de commissie al het nodige over gezegd. Nee, wij zullen vandaag met name ingaan op de juridische mogelijkheden voor Provinciale Staten om de vijf vrij bejaagbare diersoorten gelijke bescherming als de niet vrij bejaagbare soorten te geven.
In veel provincies heeft dit burgerinitiatief namelijk tot verwarring geleid omtrent de bevoegdheden van de provincies ten aanzien van de jacht op de vijf vrij bejaagbare soorten. De Partij voor de Dieren heeft een juridisch onderzoek laten uitvoeren door professor mr. Kees Bastmeijer van de universiteit Tilburg om deze verwarring uit de wereld te helpen. Dit onderzoek en de samenvatting daarvan, is rondgestuurd aan alle fracties.
De conclusie van zijn onderzoek is: Provinciale Staten mogen, op grond van art. 2.13 lid 9 Wnb, regels stellen aan het Faunabeheerplan die betrekking hebben op de jacht. Zowel staatssecretaris Van Dam als de Landsadvocaat hebben aangegeven dat de wetgever er ook voor had kunnen kiezen om het soort regels dat bij verordening kan worden gesteld nader te beperken of een verbod op te nemen om nadere regels te stellen met betrekking tot de jacht, maar heeft dit NIET gedaan. Ik citeer de Landsadvocaat: Artikel 3.12, negende lid, Wnb, gelezen in samenhang met het eerste lid van deze bepaling, geeft ons inziens daarom nog steeds een bevoegdheid aan Provinciale Staten om bij verordening regels te stellen ten aanzien van de regeling van de jacht in het faunabeheerplan.’ De staatssecretaris heeft in antwoord op vragen van een Schriftelijk Overleg op 7 juni geschreven, ik citeer: ‘De provincies zijn bevoegd tot het stellen van voorwaarden aan de inhoud van faunabeheerplannen. De Wet Natuurbescherming biedt geen basis om daar bij algemene maatregel van bestuur of ministeriele regeling regels over te stellen.’ Met andere woorden: de gemeenten en het Rijk hebben die bevoegdheid niet, de provincie heeft hier als enige de bevoegdheid om regels te stellen aan het Faunabeheerplan die betrekking hebben op de jacht. Die bevoegdheid is er dus. Sterker nog: deze bevoegdheid is exclusief voor Provinciale Staten.
Okay, hoor ik u denken, maar mogen deze provinciale regels ten aanzien van de faunabeheerplannen, resulteren in een beperking of zelfs een verbod van de jacht in de provincie of delen daarvan? Ja! Want, de jager heeft de verantwoordelijkheid voor een ‘redelijke wildstand’, maar deze dient wel te voldoen aan de eisen aan de jacht in het faunabeheerplan, waar de provincie aanvullende regels voor mag stellen.
De algehele verwarring is in de provincies ontstaan door de uitlating van de staatssecretaris dat de provinciale bevoegdheid niet zo ver reikt dat provincies het recht van de jachthouder op het uitoefenen van de jacht vergaand kan beperken of zelfs ontzeggen. Dit klopt waar het gaat om een beperking/verbod zonder relatie tot schade en redelijke wildstand. Er mag dus wel degelijk een beperking van de jacht plaatsvinden als deze beperking of het verbod beargumenteerd wordt, in relatie tot schade en redelijke wildstand. De eisen uit het faunabeheerplan zien onder andere op afstemming van de jacht op schadebestrijding en populatiebeheer. De eisen kunnen dus ook betrekking hebben op nadere onderbouwing waarom en de mate waarin jacht nodig en toelaatbaar is. En dit is nu precies wat het burgerinitiatief Stop de Hobbyjacht vraagt: stop de hobbyjacht door de vijf vrij bejaagbare diersoorten dezelfde bescherming te bieden als de niet-vrij bejaagbare soorten. Daarvoor kunnen Provinciale Staten regels stellen in het faunabeheerplan waar de jager zich aan dient te houden.
Voor de partijen die hebben aangegeven wel voor gelijke bescherming van vrij bejaagbare diersoorten te zijn, maar nog steeds twijfels hebben over onze provinciale bevoegdheid, dient de Partij voor de Dieren in navolging van verschillende partijen in de provincie Noord-Holland, vandaag een motie in om aan het Statenvoorstel de inschakeling van een juridisch expert toe te voegen, zodat voor alle twijfelende partijen duidelijk is dat er wordt besloten om de hobbyjacht te stoppen met gebruikmaking van de wettelijke bevoegdheden die ons ter beschikking staan.
Voorzitter, ik dank u wel.
Femke Merel Arissen
Partij voor de Dieren
Nb: Vanwege een foutje in het Statenvoorstel hebben we tevens het volgende amendement ingediend: Amendement wijziging Statenvoorstel burgerinitiatief ‘’Stop de Hobbyjacht’’
Interessant voor jou
Bijdrage Provinciale Milieuverordening
Lees verderBijdrage Ruimtelijke Structuurvisie
Lees verder