Bijdrage Najaarsrapportage 2013 en Begroting 2014
Bijdrage Najaarsrapportage 2013 en Begroting 2014 tijdens de Provinciale Statenvergadering 4 november 2013
Van der Steeg:
"Mijnheer de Voorzitter! Duisternis kan geen duisternis verdrijven. Alleen licht kan dat doen. Er zijn twee manieren om licht te verspreiden. Of je bent zelf de kaars, of je bent de spiegel die het licht reflecteert. Vandaag wil ik de spiegel zijn ten aanzien van een onderwerp dat naar mijn mening wat onderbelicht blijft. Ik ben geen zwartgallige man, geen pessimist en ook geen doemdenker. Over het algemeen kijk ik redelijk optimistisch naar de toekomst. Ik denk dat u mij ook wel zo heeft leren kennen in de afgelopen tweeenhalf jaar. Zo ook vandaag. Straks staat het Natuurbeleid 2.0 op de agenda. Daarover heb ik over het algemeen ook wel een goed gevoel. Ik heb er dus eigenlijk best zin in om vandaag positief te zijn. Voordat u zich afvraagt of u Emile Ratelband naar de microfoon hebt geroepen: wees niet bevreesd. Ik zal mijn bijdrage dan ook niet eindigen met een 'tsjakka!'. Mijn bijdrage gaat straks wel verder met het uitdelen van complimenten, gevolgd door een onderwerp dat nu in de aandacht staat en waar onze fractie periodiek al mee bezig is sinds 2007, het moment dat wij onze intrede deden in deze Staten. Op dit onderwerp wil ik via die zogenaamde spiegel wat licht in het college doen schijnen. Allereerst gaat mijn dank uit naar het college voor de leesbaarheid van deze begroting. Anderen hebben dat ook al gezegd. Zoals wij inmiddels gewend zijn van de heer Van Lunteren, ligt er ook deze keer een zorgvuldige begroting en een solide basis om straks 2014 mee in te gaan. Complimenten hiervoor aan het college. Voorts wil ik van de gelegenheid gebruikmaken om het college te bedanken voor zijn recente beantwoording van onze egel-vragen, die het probleem van dode egels in onze betonnen tuinbak aanroerden. Ik moet zeggen dat dit mijn vertrouwen in het instrument artikel 47-vragen weer wat heeft doen herstellen. Waar in het verleden heel goede vragen gevolgd werden door – naar onze mening – minder goede antwoorden, was dat nu anders. Meestal begint zo'n vragenset met de zinsnede "Bent u bereid om" en wordt deze afgesloten met een vraagteken. Vervolgens komt er dan meestal een antwoord dat uitlegde waarom men niet bereid was om … Zo niet deze keer. Vraag: bent u bereid om? Antwoord: ja. Ik heb het een paar keer gelezen. Het stond er echt. Ik heb dat als heel verfrissend ervaren. Mijn dank daarvoor aan het college. Niet dat ik mij verder met de uitvoering wil bemoeien, maar een kleine tip wil ik nog wel meegeven. Wellicht kan het namelijk heel simpel en hoeft de oplossing niet gevonden te worden in trapachtige constructies. Misschien dat een klein stukje afgraven, met een hoek van 45 graden op de betonnen bak al voorkomen dat de egels erin vallen. Dan het onderwerp waarover ik het nu wil hebben. U kent ze wel: die postertjes aan lantaarnpalen of op het prikbord van de supermarkt. 'Vermist' staat er dan op, gevolgd door een signalement, inclusief foto en een oproep om vooral te bellen. Waar heb ik het over? Ik heb het over het gegeven dat veel mensen deze laatste strohalm proberen aan te grijpen om hun geliefde huisdier, bijvoorbeeld een kat, terug te vinden. Ik heb net via de bode hiervan wat voorbeelden laten uitdelen. Wellicht dat ze u nog niet allemaal bereikt hebben. Het kan zomaar zijn dat deze provincie daarin ook een rol speelt. Wat is er namelijk aan de hand? In Nederland leven zo'n 3.000.000 katten, waarvan een aanzienlijk deel een zwervend bestaan leidt. Omdat zij overlast veroorzaken en schade zouden toebrengen aan de natuur, mogen verwilderde katten in Nederland worden afgeschoten door jagers. Jaarlijks gaat het hierbij om tussen de 8000 en 13.000 katten. Dit kan door provincies zo geregeld worden via artikel 67 van de Flora- en Faunawet. Provincies mogen dus zelf bepalen of verwilderde katten afgeschoten mogen worden door jagers. Sinds de bevoegdheid is overgegaan van het Rijk naar de provincies, hebben Friesland, Flevoland, Utrecht, Zuid-Holland en Noord-Brabant een aanwijzing op grond van artikel 67 van de Flora- en Faunawet gegeven. In andere provincies mag dus niet op de kat gejaagd worden. De kat staat dus nog wel op de afschotlijst van de provincie Utrecht. In de provincie Utrecht worden jaarlijks tussen de 700 en 1000 verwilderde katten in het buitengebied afgeschoten. Onder de dodelijke slachtoffers bevinden zich echter niet alleen verwilderde katten, maar ook gewone huiskatten. Deze zijn namelijk niet van hun verwilderde soortgenoten te onderscheiden. Exacte cijfers hierover zijn niet bekend, want de dode katten hoeven niet te worden aangemeld en er wordt niet gecontroleerd op een chip. Logischerwijs is het echter zeer aannemelijk dat dit het geval is, wat ook blijkt uit geluiden die afkomstig zijn van de jagerswereld zelf. Bovendien lijken de cijfers dit te bevestigen. Er worden jaarlijks tussen de 700 en 1000 katten afschoten in Utrecht, terwijl de provinciale telling omtrent zwerfkatten uitkomt op 140. Door het vizier is namelijk niet te zien of het een verwilderde kat betreft of een gewone huiskat. Zo blijkt dat tijdens een onderzoek naar verwilderde katten, waarbij de verwilderde katten een zendertje kregen, zich onverwachts toch verbaasde kattenbezitters te melden die zich afvroegen wat er toch met hun kat was gebeurd. Sommige katten lopen soms een tijdje van huis weg, om daarna weer terug te komen. Ook de locatie van de gesignaleerde kat zegt dus niet of het om een huiskat of een zwerfkat gaat. Ook het gedrag van een zwerfkat is niet te onderscheiden van een huiskat die even op stap is. Niet elke huiskat laat zich immers gemakkelijk aanhalen. De noodzaak om katten te bejagen is nooit aangetoond door het college. Utrechtse cijfers ontbreken in het geheel. In die zin is het kattenafschot totaal niet onderbouwd. Eenzelfde gebrek aan onderbouwing was voor het Gerechtshof in Middelburg de reden om het aanwijzingsbesluit van de provincie Zeeland nietig te verklaren. De angst dat de kat bijdraagt aan de achteruitgang van beschermde weidevogels lijkt bovendien ongegrond. Uit onderzoek van SOVON (Vogelonderzoek Nederland) blijkt namelijk dat de kat slechts verantwoordelijk is voor een zeer minimaal percentage van de predatie op weidevogels. Slechts een van de 662 onderzochte kuikens was gepakt door een kat. Jacht op katten heeft ook geen zin. Zwerfkatten leven in groepen, waarbinnen elke kat zijn eigen plek heeft. Als er een kat wegvalt, wordt zijn plek meteen ingenomen door een nieuwe zwerfkat. De overlast en daarmee de schade die de groep veroorzaakt, zullen dus hetzelfde blijven. Dit jachtbeleid herzien en andere mogelijkheden benutten om de zwerfkattenpopulatie in te perken, zou verstandiger zijn. Voorkomen is beter dan genezen. Wie al een kat heeft, zou er daarom goed aan doen deze te laten castreren c.q. te steriliseren. Natuurlijk is het zeer verstandig je kat te laten chippen en registreren. Zwerfkattenpopulaties die overlast geven, kunnen worden aangepakt door de dieren te vangen, onvruchtbaar te maken en weer terug te plaatsen. Dat is de zogenaamde Trap-Neuter-Return-methode. De dieren worden gecastreerd of gesteriliseerd en vervolgens op dezelfde plek teruggezet. Kittens worden opgevangen, gesocialiseerd en via het asiel als huiskatten geplaatst. Terugzetten van zwerfkatten zorgt nog wel eens voor onbegrip, omdat veel mensen verwachten dat hiermee opnieuw problemen worden opgeroepen. Dat is echter niet het geval. Eenmaal terug in zijn groep zal een gecastreerde kat veel rustiger zijn door de veranderde hormoonhuishouding. Omwonenden zullen er dus veel minder last van hebben. Ook groeit de populatie niet meer, omdat de dieren onvruchtbaar zijn gemaakt en nieuwe, niet-steriele katten niet meer worden geaccepteerd door de groep. Uiteindelijk, zo leert de ervaring, wordt de groep steeds kleiner en zal deze door natuurlijk verloop uitsterven. Zowel voor mens als dier is dit de beste oplossing. Afschot is dweilen met de kraan open. De jacht op zwerfkatten is een actueel onderwerp. Als PvdD hebben wij een tijdje geleden een petitie afgesloten, die aan de provincie Utrecht vraagt om haar aanwijzing om katten te doden, in te trekken en om te focussen op de duurzame en diervriendelijke methoden. Deze petitie is ondertekend door 2688 mensen. Toevalligerwijs heeft ook de Dierenbescherming onlangs een petitie georganiseerd die nee zegt tegen het afschieten van zwerfkatten en ja tegen een diervriendelijke aanpak. De Dierenbescherming kreeg ongekende aandacht voor haar campagne, van zowel media als het publiek. Er is massaal gereageerd op deze noodkreet. 136.113 mensen hebben hun handtekening geplaatst en daarmee aangegeven dat de jacht op zwerfkatten in ons land moet stoppen. Hierbij dien ik een tweetal moties in (eerste motie, tweede motie). Voor de motie M49 vraag ik een hoofdelijke stemming aan."
Interessant voor jou
Bijdrage Zienswijze op herindelingsontwerp voor de samenvoeging van Flevoland, Noord-Holland en Utrecht
Lees verderBijdrage Natuurbeleid 2.0. en Hoofdlijnennotitie en Bestuursovereenkomst Grond
Lees verder