Maiden­speech Olivia Butterman


Bijdrage bij het Staten­voorstel Kader­stelling Cultuur en erfgoed­pro­gramma 2025-2028

8 november 2023

Voorzitter, het komt er dan nu toch van: mijn maidenspeech. Ik ben opgegroeid in Wijk bij Duurstede. Mijn vader stierf toen mijn tweelingzus en ik net 7 waren, dus mijn Britse moeder voedde ons alleen op. Rondkomen was soms lastig maar toch deed mijn moeder er altijd vrijwilligerswerk naast. Dat was een inspiratie.

Toen ik nog jong was kon ik ontzet raken door onrecht en uitbuiting. Vooral televisie-beelden van bijvoorbeeld op de vlucht slaande mensen, orang-oetans in die brandende bossen vast zaten of koeien die "geruimd" werden vanwege de Gekke Koeien ziekte raakten mij diep.

Toen ik volwassen werd, realiseerde ik me dat vooral de willekeur van de uitbuiting of het onrecht, verontwaardiging en zelfs wat woede in mij aanwakkerde. De omvang van het onrecht kan ook verlammend werken. Lange tijd wist ik dan ook niet wat ik met die gevoelens aan moest. Behalve dan natuurlijk mijn consumptie gedrag aanpassen en aan goede doelen schenken.

Tien jaar geleden emigreerde ik voor een paar jaar naar Bath in Engeland. Daar is het volstrekt normaal dat huismoeders, voordat ze de kinderen van school halen, nog even gaan protesteren tegen fracking. Nu is protesteren in Nederland ook steeds meer in zwang, maar op dat moment zeker nog niet. Het feit dat ogenschijnlijk gewone mensen zich publiekelijk uitspreken tegen, in dit geval uitbuiting van de aarde, was voor mij heel inspirerend.

En hier haal ik even filosofe Martha Nussbaum aan. Zij geeft mee in haar boek ‘Gerechtigheid voor dieren’ dat we drie emoties nodig hebben om ethisch denken om te zetten in praktisch handelen.

Ten eerste verwondering: dat trekt onze aandacht weg van onszelf en naar het andere wezen en wakkert nieuwsgierigheid aan.
Ten tweede, mededogen omdat dit ons verbindt met het lijdende dier.
En ten derde hebben we een bepaalde vorm van verontwaardiging, die zij ‘overgangswoede’ noemt, nodig om in actie te komen.

Toen ik in 2016 terug emigreerde naar Utrecht werd ik lid van de Partij voor de Dieren en was ik geïnspireerd om mijn gevoelens van moedeloosheid om te zetten in actie. Voor mij was de Partij voor de Dieren de logische keuze: mijn politieke thuishaven voor ecocentraal in plaats van egocentraal denken, voor een gezonde dosis onbevreesd activisme en vooral met een compassievolle bril naar de wereld kijken.

Dus vol goede moed begon ik begin 2017 als afdelingsbestuurder in de provincie Utrecht. Op dat moment waren er wel twee Statenleden, bestuurders in het HDSR en een fractie in stad Utrecht, maar verder nog niet. Toen ik in 2018 naar Amersfoort verhuisde hielp ik de werkgroep aldaar een doorstart maken, scoutte ik politiek talent, zette ik acties op touw en was ik campagneleider voor de gemeenteraadsverkiezingen. Het werk achter de schermen beviel mij heel goed.

Totdat ik me steeds meer realiseerde dat we de komende jaren ecologische, politieke en maatschappelijke kantelpunten gaan meemaken. Die kantelpunten dwingen ons om ons uit te spreken over wat voor provincie we willen zijn, welke verhouding we met de levende wereld om ons heen willen.

Met de 1,5 miljoen mensen en juist ook met de bijna 3 miljoen opgesloten, onmondige en verborgen koeien, varkens, geiten en kippen, in onze provincie.

Vorige zomer gaven mijn mede-bestuursleden Michiel en Ischa mij het vertrouwen om de stap te wagen en geven Anjo en Jesseka mij de ruimte om dat te doen op mijn manier, die past bij mijn leven. Daar ben ik jullie allemaal nog steeds heel erg dankbaar voor.

Als kostwinner en alleenstaande co-ouder van mijn prachtige zoon van bijna 9 jaar oud, kan ik mijn tijd wellicht nuttiger besteden. Maar mijn zoon is ook mijn inspiratie om mijn compassie en verbeeldingskracht hoe het anders kan in onze mooie provincie hier in te zetten en voor hem en alle toekomstige generaties, mens, natuur en dier, een gezonde toekomst op te eisen.

Immers, wat we krijgen van de wereld om ons heen, moeten we niet zien als een recht, maar, meer bescheiden en compassievol, als een gift. En als we dat kunnen doen, valt er een wereld te herwinnen.

-------

Voorzitter, een samenleving gedijt het beste als er ruimte is voor reflectie, kritische geluiden en tegenmacht. En kunst vervult hier een belangrijke rol.

Zowel kunst als erfgoed stimuleren andere perspectieven en inlevingsvermogen. Erfgoed draagt daarnaast ook bij aan onze maatschappelijke verbeeldingskracht: verbeeldingskracht over hoe het was, maar ook hoe het anders kan zijn.

De bibliotheken en cultuureducatie vormen hierbij een bijzondere rol omdat die voor de jongste generaties die verbeeldingskracht kunnen aanjagen.

Wat we bij erfgoed belangrijk vinden, en dat zien we gelukkig terug, is de nadruk op streekmusea en vooral ook restauratie van het erfgoed. Hierbij hebben we in het bijzonder nog wel de vraag dat we een enkele keer ‘verduurzaming’ zien terug komen, maar dat er dus naast verduurzaming ook klimaatadaptief gerestaureerd moet gaan worden. Immers we moeten rekening gaan houden met een stijgend waterpeil, en ook juist verdroging in de zomers. Dit vraagt, zo kunnen wij ons voorstellen, om andere maatregelen dan verduurzaming sec. Graag de reactie van de gedeputeerde hierop.

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Bijdrage SV Programmabegroting 2024

Lees verder

Bijdrage SV Investeringen overweginstallaties Koekoekslaan en Randijk in Nieuwegein

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer