Opmer­kingen over Agenda Natuur


22 april 2007

De Agenda Natuur 2007 – 2018 geeft een helder overzicht van de stand van zaken. De in de Routekaart geformuleerde doelen vormen wat de PvdD betreft een positieve aanzet tot het bereiken van verbeteringen in het natuurbeleid.
Wel maken wij ons zorgen over de sterke nadruk op de vermaatschappelijking van de natuur. Natuurlijk is het een goede zaak om mensen bewust te maken van het belang van de natuur voor welzijn en welvaart van de mens, om op deze wijze draagvlak voor natuurbehoud te creëren. Maar het is van belang om daarbij niet de intrinsieke waarde van de natuur en de daarin levende dieren uit het oog te verliezen. Van de intrinsieke waarde van de natuur wordt nog wel melding gemaakt in het beleidsdocument, van die van het dier in de natuur in het geheel niet. Waar wij voor willen waken, is dat enkel nog vanuit het perspectief van nut voor de mens naar natuur gekeken zal worden. Dat zou tot gevolg kunnen hebben, dat er nog meer dan dat nu al geschiedt in de natuur ingegrepen zal worden om wel de lusten en niet de lasten van de natuur te hoeven ervaren. Dat betekent in de praktijk dat dieren die als lastig ervaren worden, gedood worden en de diersoorten die men wel graag ziet, met soortbehoudprogramma’s gestimuleerd worden. Wij zouden graag zien dat er ook een visie ontwikkeld wordt op de waarde van dieren die niet de mens tot nut dienen of zelfs als lastig ervaren kunnen worden. Tot op heden worden nauwelijks geschikte preventieve maatregelen getroffen om dierenoverlast te voorkomen, zodat uiteindelijk overgegaan wordt tot afschot of andere dodingsmethoden. Wij vinden het van belang dat er meer alternatieven voor het voorkomen van overlast toegepast worden en ontwikkeld worden. Aangezien hierover in het faunabeheersplan geen duidelijke visie en vernieuwend beleid is opgenomen, pleiten wij ervoor om dat op te nemen in de Agenda Natuur. Fauna is per slot van rekening onlosmakelijk verbonden aan flora.
In dat kader zouden wij ook graag meer aandacht in de Agenda Natuur zien voor de realisatie van foerageergebieden voor ganzen en het tijdspad van de huidige plannen om deze alsnog te realiseren of mogelijke oplossingsrichtingen. Wij spreken de hoop uit dat de realisatie niet afhankelijk wordt gesteld van de huidige afschotplannen. Er zijn goede alternatieven beschikbaar voor jacht die nu nog niet toegepast worden, waaronder het onaantrekkelijk maken van weilanden en het aantrekkelijk maken van foerageergebieden. Hierover zijn inmiddels nieuwe inzichten opgedaan, die niet door de faunabeheereenheden worden toegepast.

Daarnaast leeft bij onze fractie de zorg dat de vermaatschappelijking van de natuur in de vorm van recreatie ten koste van de natuur kan gaan. Wanneer er meer recreatie wordt gerealiseerd, dan mag dat niet ten koste gaan van de fauna en flora. Wij zouden dit graag opgenomen zien in de visievorming in dit document.

Ook zijn wij van mening dat voor bescherming van in het wild levende dieren naast faunapassages, ecoducten en ecologische verbindingszones ook aandacht uit moet gaan naar voorzieningen om aanrijdingen te voorkomen en visreddende voorzieningen bij poldergemalen en electriciteitscentrales. Er worden in de Nederlandse wateren jaarlijks miljoenen vissen vermalen door de vijzels en waterschoepen in de poldergemalen en elektriciteitscentrales. Er dienen visweringen gebouwd te worden, waarbij met behulp van geluid en licht, in combinatie met visgeleidingssystemen de vissen de mogelijkheid wordt geboden om de waterschoepen en vijzels te ontwijken.
Vorig jaar zijn meer dan 200 reeën in de provincie Utrecht doodgereden. Er zouden meer veiligheidsmaatregelen getroffen moeten worden om dit soort aanrijdingen te voorkomen. Wat betreft de maatregelen kunnen we denken aan brede, overzichtelijke bermen, wildhekken plaatsen en elektronische wildoversteekwaarschuwingen.

Als logisch uitvloeisel van het uitgangspunt van de vermaatschappelijking van de natuur zien wij dat er meer aandacht uitgaat naar het belang van stilte in de natuur. Wij spreken dan ook de hoop uit dat hier expliciet nieuw beleid op ontwikkeld zal worden.

De oplossingsrichtingen voor de problemen van stagnatie in natuurontwikkeling zijn nog niet zo concreet. Wij zien daarom uit naar het uitvoeringsplan dat opgesteld zal worden. Wat betreft de stagnatie zou ik graag nog 1 kanttekening bij het document plaatsen. Op p. 30, 3e bolletje par. “Niet bij rood alleen”, viel ons op dat aangegeven staat “wij streven ernaar bij nieuwe rode uitbreiding zoveel mogelijk ook een groene ontwikkeling te realiseren”. Wij zien graag een sterkere ambitie en zijn daarom van mening dat voor iedere rode uitbreiding een nog grotere groene uitbreiding gerealiseerd te worden. Juist op deze manier kan stagnatie in natuurontwikkeling voorkomen worden.
In de beantwoording van de commissievragen staat het volgende aangegeven:
“Verder werken rijk en provincies aan een uitwerking van de wijze waarop in zeer specifieke situaties meer planologische ruimte in of rondom de EHS geboden kan worden. Uitgangspunt is hierbij altijd dat het functioneren voor de EHS per saldo minimaal gelijk moet blijven. Een mogelijkheid die in dit landelijke traject wordt uitgewerkt is het creëren van een mogelijkheid van een herbegrenzing. Het gaat hierbij altijd om kleine ingrepen, die op een zodanige wijze worden ingepast dat de natuurkwaliteit per saldo gelijk blijft of verbeterd.” Wij zouden dit uitgangspunt graag veranderd zien in “alleen ingrepen toestaan indien de natuurkwaliteit per saldo verbetert”. Bij gelijkblijvende natuurkwaliteit zou hiervan afgezien moeten worden wat ons betreft vanuit het oogpunt van de stagnatie in de realisatie van de EHS en de gevolgen die de ingrepen hebben voor de fauna.
Daarnaast ondersteunen wij graag het voorstel van D66 om gezien de grote omvang van het vermogen van de provincie eigen financiële middelen voor tijdige realisering van de EHS aan te wenden ipv ons hierbij afhankelijk van de rijksmiddelen op te stellen.

In het document wordt melding gemaakt van de zorgwekkende milieudruk op de natuur. Wij sluiten ons graag aan bij de opmerking van GL dat er een actieplan voor de landbouw moet komen om de bedrijfsvoering dier- en milieuvriendelijker te maken, juist om de kwaliteit van de natuur te bevorderen.

Interessant voor jou

Commentaar PvdD op grondwaterplan

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer