Amen­dement popu­la­tie­beheer reeën

AMENDEMENT POPULATIEBEHEER REEEN

Provinciale Staten van Utrecht in vergadering bijeen op 19 mei 2008,
Ter behandeling van de beleidsnota Flora- en faunawet.

Besluiten in bovengenoemde beleidsnota te verwijderen:

1. in de beleidsregels voor vrijstelling, ontheffing en aanwijzing (bijlage 3) op pagina 52 de passage "Groei van de reeënpopulatie kan leiden tot voedselstress. Dit kan weer leiden tot schade aan flora en fauna. Vanuit ethisch oogpunt wordt voedselstress onwenselijk geacht. Ontheffingen voor afschot worden verleend op basis van een door Gedeputeerde staten goedgekeurd reeënbeheerplan."
2. in het hoofdstuk 'Faunabeheer' op pagina 13 de paragraaf over reeën.
3. in het hoofdstuk ‘Instrumentarium’ op pagina 10 de passage: “Voor het ree wordt de stand beperkt door middel van een aanwijzing in het kader van het populatiebeheer van grote hoefdieren. Dit is nader beschreven in paragraaf 3.5.1.”


Toelichting:
De provincie Utrecht kiest voor planmatig populatiebeheer voor reeën. Als motivatie voor het ontheffingenbeleid wordt aangegeven dat groei van de reeënpopulatie kan leiden tot voedselstress en dat dit kan leiden tot schade aan flora en fauna. Gebrek aan voedsel kan echter bij alle dieren en diersoorten voorkomen. Het zou ondoenlijk zijn om in alle dierpopulaties in te grijpen om voedselstress te voorkomen. Bovendien is gebrek aan voedsel een belangrijk natuurlijk terugkoppelingsmechanisme dat de populatieomvang beperkt. Het is dan ook niet nodig om een populatie te beheren. Daarnaast hangt het moment dat voedselstress optreedt af van de draagkracht van het gebied en de draagkracht van een gebied kan niet of niet precies voorspeld worden (ecologen spreken over koffiedikkijken). De uitkomst van voedselcompetitie is ook niet of nauwelijks te voorspellen. Voedselstress (op populatieniveau) is dus geen goede reden om dieren te doden.


W.A. Bodewitz , Partij voor de Dieren

N. van Gemert, SP

R.E de Vries. D66