Amendement preventieve en diervriendelijke handelingen in het Faunabeheerplan
Provinciale staten van Utrecht in vergadering bijeen op 12 december 2016, ter behandeling van het Statenvoorstel invoering Wet natuurbescherming (Wnb),
besluiten in de Verordening natuur en landschap provincie Utrecht 2017 (Vnl):
“Artikel 3.2.3 Beheer en schadebestrijding
d.) per diersoort een onderbouwing van de aard en de noodzaak van handelingen ter voorkoming of beperking van schade, alsmede een beschrijving van de plaatsen in het werkgebied van de faunabeheereenheid waar en de perioden in het jaar waarin deze handelingen plaats dienen te vinden;
e.) een onderbouwde inschatting van de effectiviteit van de voorgenomen handelingen en een beschrijving van de wijze waarop de effectiviteit van deze handelingen zal worden bepaald;’’
het voorstel als volgt te wijzigen:
“Artikel 3.2.3 Beheer en schadebestrijding
d.) per diersoort een onderbouwing van de aard en noodzaak van mogelijke preventieve en diervriendelijke handelingen op te nemen, en voorts een overzicht te geven van de aard en noodzaak van eventuele andere handelingen ter voorkoming of beperking van schade, alsmede een beschrijving van de plaatsen in het werkgebied van de faunabeheereenheid waar en de perioden in het jaar waarin deze handelingen plaats dienen te vinden;
e.) een onderbouwde inschatting van de effectiviteit van de mogelijke voorgenomen preventieve en diervriendelijke handelingen, en voorts eventueel een onderbouwde inschatting te geven van de effectiviteit van de voorgenomen handelingen, en een beschrijving van de wijze waarop de effectiviteit van de voorgenoemde handelingen zal worden bepaald;’’
Femke Merel Arissen
Partij voor de Dieren
Toelichting:
In artikel 3.2 Vnl worden de eisen genoemd waaraan het Faunabeheerplan in ieder geval moet voldoen. Artikel 3.2.3 Vnl betreft ‘Beheer en schadebestrijding’. In dit artikel ontbreekt de eis dat ook moet worden onderbouwd welke preventieve en diervriendelijke handelingen mogelijk zijn en wat de ingeschatte effectiviteit van alle – dus niet enkel de voorgenomen – handelingen is. Als er een minder ingrijpende maatregelen voorhanden is, zou er geen ontheffing moeten worden verleend voor meer ingrijpende maatregelen. Ook betekent het dat het middel waarvoor ontheffing wordt aangevraagd, zelf wel tot een oplossing moet leiden. Daarom zou op zijn minst moeten worden aangetoond in hoeverre de voorgestelde handelingen significant effectiever zijn dan preventieve en diervriendelijke handelingen en verjaagmethoden, en in hoeverre de gevraagde handelingen tot een (structurele) oplossing leiden.
Status
Verworpen
Voor
PvdD, PvdA, SP
Tegen
GL, VVD, D66, CDA, PVV, CU, SGPLees onze andere moties
Motie nader onderzoek vijf vrij bejaagbare soorten
Lees verderAmendement intrinsieke waarde van het dier in het Faunabeheerplan
Lees verder