Motie Daadwerkelijke uitstoot als uitgangspunt bij saldering via depositiebank - Ingetrokken
26 juni 2024
Verzoekt het college van GS
1. Bij het ‘uitgesteld extern salderen’ middels het Utrechtse stikstofdepositiebank een reductie van 30% op de daadwerkelijk benutte stikstofdepositieruimte van de saldogever toe te passen op het moment dat deze stikstofdepositieruimte gereserveerd wordt voor latere inzet door een saldonemer.Aanleiding
De beleidsregels voor de stikstofdepositiebank van de Provincie Utrecht liggen nu voor. Daarbij hanteert de provincie de regels van extern salderen: in de provinciale beleidsregels voor extern salderen wordt een afroming van 30% toegepast op de vergunde stikstofdepositieruimte. Echter, veel agrarische bedrijven benutten slechts een deel van de vergunde ruimte, waardoor er dus veel deels ‘slapende’ vergunningen zijn. Op het moment dat er 30% wordt afgeroomd van de vergunde stikstofruimte, maar niet gekeken wordt naar de daadwerkelijk benutte stikstofruimte, bestaat het risico dat wat op papier een reductie is van stikstofdepositie, in de praktijk een toename van stikstofdepositie betekent. De toepassing van het additionaliteitsprincipe neemt dit risico niet weg aangezien er wordt gerekend met stikstofdepositieruimte die nog niet was benut.
Beoogd effect
• Daadwerkelijke reductie van stikstofdepositie op de natuur
• Het voorkomen van juridische processen
Argumenten
• De staat van de natuur in onze provincie is slecht zoals ook weer uit recente natuurdoelanalyses is gebleken. Ook buiten Natura2000-gebieden zien we de natuur in toenemende mate verslechteren, door verzuring en vermesting, pesticiden, verdroging en extreme regenval.
• De Provincie zoekt naar manieren om ruimte te creëren voor activiteiten te vergunnen die gepaard gaan met stikstofuitstoot, zoals agrarische ontwikkelingen, woningbouw, recreatie of werkgelegenheid. De stikstofdepositiebank maakt ‘uitgesteld extern salderen’ mogelijk. Een saldogever kan ruimte reserveren op de bank voor later gebruik door een saldonemer. Deze ruimte kan pas na de toepassing van het additionaliteitsprincipe worden toegepast, dat wil zeggen GS moeten bij het verlenen van een natuurvergunning met extern salderen onderbouwen op welke wijze de instandhoudingsdoelstellingen worden gehaald als de voor de nieuwe ontwikkeling vrijgemaakte stikstofdepositieruimte niet wordt gebruikt voor natuurherstel. Echter, op het moment dat er wordt gerekend met deels ‘lege’ of ‘slapende’ vergunningen is er dus een reële kans dat met het vrijgeven van stikstofdepositieruimte, ook na de toepassing van het additionaliteitsprincipe, de stikstofdepositie alsnog toeneemt op de natuur.
• Het is dus zaak bij afroming uit te gaan van daadwerkelijk benutte depositieruimte op het moment van reservering van op de depositiebank.
• De mogelijke toename van depositie door (uitgesteld) extern salderen behelst bovendien een groot juridisch risico waar de juristen van Mobilisation for Environment al meermaals voor hebben gewaarschuwd.1
Jesseka Batteau, Partij voor de Dieren
1 https://w-ja.nl/29-mei-2024-vi...
Status
Ingetrokken
Voor
Tegen
Wij staan voor:
Lees onze andere moties
Amendement Dierenwelzijn en intrinsieke waarde van dieren als uitgangspunten voor UPLG
Lees verderAmendement Basiskwaliteit Natuur onderdeel van UPLG - Verworpen
Lees verder