Motie lucht­wassers

Provinciale Staten van Utrecht in vergadering bijeen op 23 juni 2008,
ter behandeling van de Voorjaarsnota.

Constaterende dat:
- in het reconstructieplan op pagina 68 aangegeven staat: “Die aanvullende maatregelen mogen maar deels leiden tot het houden van extra dieren, omdat anders de milieuwinst weer verloren gaat.”;
- recentelijk besloten is dat bij de subsidiëring geen beperking meer wordt gesteld aan het opvullen van de ontstane ammoniakwinst door het houden van extra dieren.

Overwegende dat:
- de kritische depositiewaarde van de ammoniak nog steeds sterk overschreden wordt in het reconstructiegebied;
- de vermindering van de ammoniakuitstoot in het reconstructiegebied voor de natuur van groter belang is dan in veel andere delen van het land;
- luchtwassers weliswaar op landelijk niveau de ammoniakuitstoot kunnen verminderen, maar lokaal niet tot milieuwinst leiden, indien daardoor extra dieren gehouden worden;
- niet afgeweken kan worden van het reconstructieplan zonder inspraak dienaangaande.

Van mening zijnde dat:
- het onwenselijk is om luchtwassers te subsidiëren, indien dit niet leidt tot een vermindering van de ammoniakuitstoot op de plaatsen waar dit specifiek gewenst is;
- het “de vervuiler betaalt principe” van toepassing is op de uitstoot van ammoniak.

Verzoeken het college van Gedeputeerde Staten om:
- bij de subsidiëring van luchtwassers opnieuw de regel in te stellen dat de ammoniakvermindering als gevolg van luchtwassers niet mag leiden tot het houden van extra dieren.


En gaat over tot de orde van de dag
W.A. Bodewitz
Partij voor de Dieren