Onderzoek naar preventie van schade door gebieds­in­richting en preda­toren

De Statenfractie van de Partij voor de Dieren roept middels een motie op om onderzoek te doen naar maatregelen die kunnen voorkomen dat er schade ontstaat door in het wild levende dieren. De motie is aangenomen bij de bespreking van de nieuwe beleidsnota Flora- en Faunawet op 29 september j.l.

In de beleidsnota Flora- en Faunawet staat opgenomen welke maatregelen de provincie neemt om schade door in het wild levende dieren te bestrijden. De aanwezigheid van dieren in de natuur kunnen acitviteiten van mensen in soms nadelig beinvloeden. Voorbeelden zijn ganzen die gras eten dat voor het melkvee bedoeld is, konijnen die gaten graven in of rondom sportvelden en reeen die wegen oversteken op de Utrechste Heuvelrug.

De maatregelen die in de nota staan opgenomen, hebben vooral betrekking op het afschieten en doden van dieren. De nieuwe beleidsnota is daarmee een afschotnota. De Statenfractie van de Partij voor de Dieren is echter van mening dat de belangen van dier en mens hand in hand te kunnen gaan. Zo kan er in het beheer van een dierpopulatie gedacht worden vanuit een voorzorgsprincipe, waarin een ecosysteembenadering een belangrijke rol heeft.

Zo kan de inrichting van gebieden invloed hebben op het vóórkomen van diersoorten en op de populatieontwikkeling. Dieren worden immers aangetrokken door gebieden die voor hen aantrekkelijk zijn, en vermijden of trekken weg uit gebieden die minder geschikt zijn. Ook de aanwezigheid van predatoren, zoals vossen en wilde zwijnen, zijn van invloed op de populatie.

De provincie stelt in in haar beleidnsota dat er over deze ecosysteembenadering nog onvoldoende kennis beschikbaar is om maatregelen op te baseren. Daarom vraagt de Partij voor de Dieren in haar motie om in samenwerking met andere provincies middels praktijkonderzoek meer kennis hierover op te doen.