Provincie Utrecht gaat landbouw in leeg­staande kantoren onder­zoeken

De provincie Utrecht gaat kijken naar de mogelijkheden van stadslandbouw in leegstaande kantoren. De Utrechtse Statenfractie van de Partij voor de Dieren heeft Gedeputeerde Staten hierom gevraagd. Stadslandbouw kan leegstaande kantoren en industrieterreinen weer een duurzame productieve bestemming geven.

De provincie Utrecht kent een grote kantorenleegstand van 15%, met gemeentelijke uitschieters van 30%, zoals in Stichtse Vecht en Nieuwegein. In buitenlandse steden zoals Chicago en Montreal zijn reeds positieve ervaringen opgedaan met zogenaamde verticale stadslandbouw. Leegstaande gebouwen worden daar gebruikt voor de teelt van gewassen via een duurzaam kassensysteem. Zo krijgen leegstaande panden, al dan niet tijdelijk, een nieuwe productieve bestemming. De Partij voor de Dieren heeft Gedeputeerde Staten gevraagd om naar de mogelijkheden in de provincie Utrecht te kijken, waartoe zij bereid zijn gebleken.

Fractievoorzitter Willem van der Steeg opperde tijdens de behandeling van de Kadernota Wonen en Binnenstedelijke Ontwikkeling om stadslandbouw te koppelen aan de grote kantorenleegstand en aan braakliggende bedrijventerreinen.
Van der Steeg: “Stadslandbouw past prima binnen de ambitie van de provincie om de structurele leegstand van kantoren terug te brengen. Leegstaande panden krijgen zo, al dan niet tijdelijk, een nieuwe productieve bestemming. Bovendien kan het bijdragen aan publieke doelstellingen. Denk bijvoorbeeld aan kortere voedselketens, waardoor minder transport nodig is, wat dus minder CO2-uitstoot oplevert”.