Wild­pas­sages niet bedoeld voor reeën?


27 mei 2009

Faunabeheer ontkent doel en effect van ecoducten en wildpassages

Het lijkt erop, dat reeën de komende 5 jaar onverminderd doelwit van intensieve bejaging blijven in de provincie Utrecht.

Voor het afschieten van de reeën worden dreigende voedseltekorten als belangrijkste argument aangedragen. De aanleg van ecoducten en wildpassages vergroot echter de beschikbaarheid van voedsel. De Faunabeheereenheid Utrecht stelt echter dat de ecoducten niet voor reeën zijn bedoeld, en de dieren daarom belangrijk doelwit van de jacht blijven. De fracties van de Partij voor de Dieren en Groenlinks brengen deze vreemde redenering via schriftelijke vragen onder de aandacht van Gedeputeerde Staten.

Vorig jaar hebben Provinciale Staten een nieuw Faunabeheerplan vastgesteld. Daarin wordt voedselschaarste de belangrijkste reden genoemd voor de jacht op reeën. Met afschieten zou het aantal reeën kunnen worden ingedamd, om daarmee hongerdood onder reeën te voorkomen. Afschot wordt op deze manier als een maatregel ‘ter verbetering van het dierenwelzijn’ naar voren gebracht.

Tot het provinciale beleid hoort echter ook dat overal in de provincie ecoducten worden aangelegd om barrières voor dieren op te heffen en dus hun leefgebied te vergroten.

Onlangs stelde woordvoerder Nuissl van de Faunabeheereenheid Utrecht dat de ree een algemene en veelvoorkomende soort is, waarvoor ecoducten niet speciaal zijn bedoeld, en dat daarom de limiet voor het afschotaantal van reeën in de provincie niet naar boven hoeft te worden bijgesteld. Dat de reeën wel gebruik maken van dit soort passages, waardoor de beschikbaarheid van voedsel voor de dieren toeneemt en het territorium wordt vergroot, wordt door de Faunabeheereenheid Utrecht kennelijk buiten beschouwing gelaten.

“Dat reeën bejaagd worden om ze te beschermen tegen de wetten van de natuur, waar voedselschaarste op een natuurlijke manier de populatie reguleert, is op zijn minst opmerkelijk. Maar dat het vergroten van het leefgebied, en daarmee verruiming van zowel de kans op voedsel als het territorium, niet als een reden wordt gezien voor vermindering van de jacht, maakt duidelijk dat de onderbouwing niet in de haak is”, aldus Wanda Bodewitz en Jos Kloppenborg, Statenleden van de Partij voor de Dieren en GroenLinks in Utrecht. “Terecht pronkt de provincie met haar ambitieuze ecoductenprogramma, maar het is vreemd als dat geen consequenties heeft voor het beleid ten aanzien van de reeënpopulatie. Waar doe je het eigenlijk voor?”

De fracties van de Partij voor de Dieren en GroenLinks stellen daarom vragen aan Gedeputeerde Staten om opheldering over deze vreemde motivatie voor de jaarlijkse afschot van honderden reeën te verkrijgen.

Klik hier voor de vragen.

Gerelateerd nieuws

Muskusrat graaft gat in provinciale begroting

Of de kostbare muskusrattenbestrijding effect heeft op het verminderen van schade aan dijken en waterkeringen, is een vraag d...

Lees verder

“Ganzen blijven op het provinciaal menu”

Provincie Utrecht negeert rechterlijke uitspraak Utrecht, 8 juni 2009 – Een motie van de Partij voor de Dieren om het ...

Lees verder