Schrif­te­lijke vragen over toegangsweg bij Eemklooster


Artikel 47 vragen

Indiendatum: 13 feb. 2024

Geachte leden van het college van Gedeputeerde Staten,

Onze vragen gaan over de aanleg van een nieuwe toegangsweg bij het Eemklooster in Amersfoort. In de commissievergadering van 24 januari 2024 hebben we al vragen gesteld, meer in het algemeen over het verlenen van ontheffingen voor allerlei deelaspecten van bepaalde ontwikkelingen in landelijk gebied, waar bij het Eemklooster ook sprake van is. Een “kleine” (deel-)ontheffing hier en een ontheffing daar zorgen er, onder de streep, voor dat steeds meer inbreuk wordt gedaan op de natuur. Dit staat haaks op allerlei ambities van het college op het gebied van natuur.

Onze vragen zijn algemener van aard en gaan ook over de afhandeling van het besluit dat op 7 juni 2023 is gecommuniceerd aan Gemeente Amersfoort (zaaknummer: Z2023-00000129)

Partij voor de Dieren heeft hierbij de volgende vragen:

  1. Kan de gedeputeerde ons inlichten of alles rondom de aanleg van de nieuwe entree, die de dato vrijwel af lijkt te zijn, conform procedure is verlopen? In het bijzonder denken we dan aan de verstoring van foerageergebied van de das, die verstoord is door tijdelijke zandophopingen en kap van bomen tijdens de werkzaamheden, en tijdig melden van de werkzaamheden?
  2. Is er getoetst of een toestemming voor een flora- en fauna-activiteit nodig was?
    1. Zo nee, is het College van mening dat dit had moeten plaatsvinden?
    2. Zo ja, wat was het antwoord en welke documentatie is hierbij aangeleverd aan de provincie?
  3. Heeft het college bij de melding om ontheffingen gevraagd?
  4. Is door het college aangedrongen op aanvullende maatregelen?

In het, door de particuliere uitbaters van het terrein, opgestelde Ontwikkelkader (januari 2022) staat dit opgenomen: “De ontwikkeling van het klooster en omliggend terrein is niet los te zien van de Visie Amersfoortse heuvelrug, de te realiseren Westelijke ontsluiting en de ontwikkeling én de samenwerking met de belendende locaties zoals het Leerhotel/Eemlandcollege en de Bernard kazerne van defensie.” En verderop: “Bezoekers met de auto benaderen het terrein in de toekomst met name vanuit de nieuwe entree aan de zuidzijde, deze zal worden aangelegd ten gevolge van de komst van de nieuwe westelijke ontsluiting. Binnen het ensemble van de bestaande landschappelijke onderdelen ontstaat hierdoor een nieuw element; het entreegebied aan de zuidzijde. Een nieuwe kloosterstraat aan de westzijde van het klooster vormt de ruimtelijke en programmatische verbinding tussen dit nieuwe entreegebied en het nieuwe ensemble van klooster en nieuwbouw.” Inmiddels is er een nieuwe, veel groenere coalitie die heeft besloten de westelijke ontsluiting niet door te laten gaan. Dit ontneemt dé reden om die nieuwe entree aan te leggen.

5. Op welke wijze neemt het College dit soort nieuwe ontwikkelingen mee in de ontheffing?

Bij voorbaat hartelijk dank voor uw beantwoording. Wij zien de antwoorden met interesse tegemoet.

Met vriendelijke groet,

Olivia Butterman

Indiendatum: 13 feb. 2024
Antwoorddatum: 12 mrt. 2024

Geachte mevrouw Butterman,

Op 13 februari 2024 stelde u schriftelijke vragen over de afhandeling van het besluit dat op 7 juni 2023 is gecommuniceerd aan de Gemeente Amersfoort (zaaknummer: Z2023-00000129) en vragen van algemener aard.Met deze brief beantwoorden wij uw schriftelijke vragen. In het recente verleden hebben Gedeputeerde Staten een drietal besluiten genomen betrekking hebbende op de ontwikkeling van het Eemklooster in Amersfoort. Te weten:

a) Een positieve weigering op de aanvraag ontheffing Wnb diersoort das voor de nieuwe entree (zaaknummer: Z2023-00000129). Een positieve weigering betekent dat een ontheffing niet nodig was, mits bepaalde maatregelen in acht worden genomen.
b) Een ontheffing van de Wnb voor een aantal vleermuissoorten voor de voorgenomen renovatie van het Eemklooster (zaaknummer: Z2023-00000244).
c) Een ontheffing van de instructieregels van de Interim Omgevingsverordening waarmee de gemeente in een opeenvolgend (ruimtelijk) besluit 1500m2 van de bestaande bebouwing van het Eemklooster een kantoorfunctie kan geven (documentnummer: UTSP-1516440129-421).

Het toetsingskader voor de ontheffingsverzoeken a en b is de Wet natuurbescherming (Wnb) en het toetsingskader voor ontheffingsverzoek c zijn de instructieregels van de Interim Omgevingsverordening (IOV). Er is geen relatie tussen deze ontheffingen.

Hieronder onze reactie op de door u gestelde vragen. Uw vragen hebben met name betrekking op a. de positieve weigering.

1) Kan de gedeputeerde ons inlichten of alles rondom de aanleg van de nieuwe entree, die de dato vrijwel af lijkt te zijn, conform procedure is verlopen? In het bijzonder denken we dan aan de verstoring van foerageergebied van de das, die verstoord is door tijdelijke zandophopingen en kap van bomen tijdens de werkzaamheden, en tijdig melden van de werkzaamheden?

Antwoord: De werkzaamheden zijn niet conform de afspraken, welke vastgelegd zijn in de positieve weigering, uitgevoerd. In paragraaf 4.4. van de mitigerende maatregelen (bijlage van de beschikking) is beschreven dat de uitvoering in de zomerperiode (juni-september) dient te geschieden, omdat deze periode als minst verstorend voor de dassen is beoordeeld. Echter, de werkzaamheden zijn in de herfst uitgevoerd (oktober 2023). Daarnaast is er voor het kappen van de bomen niet op de juiste wijze een kapmelding ingediend bij de provincie Utrecht. Wij hebben de RUD Utrecht (toezicht en handhaving groen) om deze redenen verzocht ter plaatse te gaan kijken.

Er is naast bovenstaande feiten geconstateerd dat herbeplanting van de reeds gekapte bomen gepland stond op een grasveld dat als belangrijk foerageergebied geldt voor de daar aanwezige das. Vervolgens is gebleken dat gemeenteambtenaren verkeerde informatie hebben verstrekt aan de initiatiefnemer. Zij hebben namelijk, in de veronderstelling dat de gemeente bevoegd gezag zou zijn, aangegeven dat de initiatiefnemer kon volstaan door minimaal 5 dagen van tevoren de kap bij de gemeente te melden. Buiten het feit dat de gemeente geen kapmeldingen maar kapvergunningen kent, is de provincie bevoegd gezag voor deze velling. Dat bericht kreeg de initiatiefnemer (van een gemeenteambtenaar) echter pas nadat de 5 dagen om waren en de bomen reeds gekapt. De initiatiefnemer heeft daarop nog wel een kapmelding bij de provincie ingediend, maar het moet dus gezien worden als een illegale kap.

De RUD heeft dit verder opgepakt en in overleg met de gemeente en initiatiefnemer komt er een nieuwe locatie voor herbeplanting (bosbouwkundig verantwoord binnen 3 jaar na vellen), want het grasveld wat oorspronkelijk in de planning stond om herbeplant te worden is ongeschikt omdat dit negatieve effecten voor de das zal hebben.

---

2) Is er getoetst of een toestemming voor een flora- en fauna-activiteit nodig was? Zo nee, is het College van mening dat dit had moeten plaatsvinden? Zo ja, wat was het antwoord en welke documentatie is hierbij aangeleverd aan de provincie?

Antwoord: Wij constateren dat u in uw vraag reeds de terminologie hanteert zoals die vanaf 1 januari 2024 bij inwerkingtreding van de Omgevingswet dient te worden gebruikt. Echter, de aanvraag voor deze voorgenomen activiteit heeft in 2023 plaatsgevonden, en daarom spreken we nog van een aanvraag om ontheffing in het kader van de Wet natuurbescherming (Wnb). De toetsing voor het onderdeel soortbescherming van de Wnb heeft inderdaad plaatsgevonden, en heeft geresulteerd in de door u aangehaalde positieve weigering. Ecologisch adviesbureau Tauw heeft namens de initiatiefnemer mitigerende maatregelen aangedragen, om daarmee zeker te stellen dat er geen sprake was van overtreding van wettelijke verbodsbepalingen. Deze maatregelen zijn als bijlage toegevoegd aan en onderdeel van de beschikking. Via officielebekendmakingen.nl is het volledige (geanonimiseerde) besluit te vinden, inclusief de te nemen mitigerende maatregelen.

---

3) Heeft het college bij de melding om ontheffingen gevraagd?

Antwoord: Er zijn diverse ontheffingen aangevraagd zoals ook aangegeven in de inleiding. Bij de kapmelding is niet om een ontheffing gevraagd.

---

4) Is door het college aangedrongen op aanvullende maatregelen?

Antwoord: Ja, en de te nemen maatregelen zijn geborgd in de voorschriften die onderdeel uitmaken van de beschikking, naast de voorgestelde mitigerende maatregelen.

---

5) Een nieuwe, veel groenere gemeentelijke coalitie heeft besloten de westelijke ontsluiting niet door te laten gaan. Dit ontneemt dé reden om die nieuwe entree aan te leggen. Op welke wijze neemt het College dit soort nieuwe ontwikkelingen mee in de ontheffing?

Antwoord: De nieuwe entree past binnen de huidige mogelijkheden van het bestemmingsplan. Initiatiefnemer heeft reden gezien ondanks wijzigingen in de uitvoering van de westelijke ontsluiting de nieuwe entree aan te leggen. Gemeente en provincie hebben voor de verlening van vergunningen en ontheffingen voor deze nieuwe entree getoetst aan wet en regelgeving en geconstateerd dat deze past binnen de opgestelde kaders. Daarmee zijn zij verplicht de gevraagde beschikkingen te verlenen. Daarnaast heeft de gemeente Amersfoort zich geconformeerd, middels een overeenkomst met de eigenaren van het Eemklooster, aan het faciliteren van de aanleg van een nieuwe toegangsweg. Gemeente heeft geen reden gezien deze overeenkomst aan te passen naar aanleiding van wijzigingen in de uitvoering van de westelijke ontsluiting. GS heeft geen rol in deze overeenkomst.

De ontheffing van de instructieregels IOV voor het door de gemeente kunnen faciliteren van 1500m2 kantoorfunctie in de bestaande bebouwing heeft geen relatie met de ontheffing van de Wnb voor de aanleg van de erfontsluitingsweg. In het huidige bestemmingsplan zitten ruime mogelijkheden voor functies met een vergelijkbaar omgevingseffect als een kantoorfunctie waardoor dit geen extra effect heeft op de ontsluiting van het complex of de locatie daarvan. Dit is dan ook geen overweging geweest. Ook in de kaderstellende notitie die door de gemeente is vastgesteld in het voorjaar van 2022 is de nieuwe ontsluiting opgenomen, waarmee deze onderdeel is geworden van de verdere planvorming.

---

Afsluitend
De ontwikkeling van het Eemklooster heeft onze aandacht en er vindt ambtelijke afstemming plaats over de toepassing van provinciaal beleid en regelgeving wanneer een omgevingsplanherziening nodig is om deze ontwikkeling te faciliteren. Vooralsnog heeft de gemeente ons beleid en regelgeving zoals verwoord in onze omgevingsvisie en -verordening goed onder de aandacht en geeft ze daar zo nodig of gewenst invulling aan in de uitwerking van het plan. De gemeente Amersfoort heeft lering getrokken uit de gemaakte fouten in het natuurdeel, en ambtelijk toegezegd verbeteringen door te voeren, zodat herhaling van hetgeen in deze casus is voorgevallen wordt voorkomen.

Hoogachtend,
Gedeputeerde Staten van Utrecht,

Voorzitter, mr. J.H. Oosters
Secretaris, mr. drs. A.G. Knol-van Leeuwen