Schrif­te­lijke vragen over ontwik­ke­lingen bij Henscho­termeer


Artikel 47 vragen

Indiendatum: 9 dec. 2023

Geachte leden van Gedeputeerde Staten,

In de regionale kranten verschenen in de afgelopen weken nieuwsberichten over de ingediende aanvraag voor een wijziging in de bestemmingsplan bij de gemeente Woudenberg ten behoeve van ontwikkeling en bouw rondom het Henschotermeer (gemeente Woudenberg en gemeente Utrechtse Heuvelrug). De aanvraag is ingediend door de exploitant van het meer, Mooi Meer b.v., tevens eigenaar van camping de Heijgraaf direct naast het Henschotermeer gelegen. Ook waren er ingekomen stukken binnengekomen voor de agenda voor de commissievergadering BEM op 29 november jl, waaronder brieven van bezorgde omwonenden en een aantal zienswijzen van natuur- en bewonersorganisaties. Een vertegenwoordiger van de belanghebbende natuur- en bewonersorganisaties (Maarn Maarsbergen Natuurlijk) heeft ingesproken tijdens diezelfde commissievergadering.

Uit de de berichtgeving, de ingekomen stukken en de inspraak blijkt dat er veel zorgen zijn vanuit inwoners, natuur- en bewonersorganisaties en belanghebbenden (waaronder Gemeente Utrechtse Heuvelrug) over de mogelijke negatieve impact van de bouw- en ontwikkelplannen op de natuur en de natuurlijke uitstraling van meer en dat men bevreesd is voor een grote toename aan recreatiedruk die substantiële consequenties zal hebben voor het verkeer en de veiligheid in het gebied.

Naar aanleiding van het bovenstaande zouden wij de Gedeputeerde Staten de volgende vragen willen voorleggen:

  1. Heeft de Gedeputeerde kennisgenomen van de bezwaren en zorgen die er leven bij inwoners, organisaties en belanghebbenden (inclusief de gemeente Utrechtse Heuvelrug) ten aanzien van de voorgenomen ontwikkelplannen rondom het Henschotermeer waarvoor een wijziging in de bestemmingsplan is aangevraagd bij gemeente Woudenberg? Zo ja, kan de Gedeputeerde aangeven wat de positie en reactie is van de provincie ten aanzien van deze bezwaren en zorgen?
  2. In het ontwikkelkader Henschotermeer staat “De provincie speelt bij de ontwikkeling van deze terreinen een stimulerende rol, passend binnen het door haar vastgestelde beleid (zoals EHS) en binnen dit Ontwikkelkader.” Kan de gedeputeerde toelichten wat wordt verstaan onder een stimulerende rol? Hoe past u deze rol toe in de praktijk? Op welke manier geeft de gedeputeerde R&T invulling aan zijn rol als voorzitter van de stuurgroep dat toeziet op de ontwikkeling van het Henschotermeer?
  3. Uit de beantwoording van de schriftelijke vragen blijkt dat de stuurgroep de voorgenomen ontwikkelingen heeft besproken. Ook is getoetst of de ontwikkelingen voldoen aan het ontwikkelkader. In de stuurgroep is vastgesteld dat de activiteiten van de exploitant van het terrein 'volledig passen in het vastgestelde ontwikkelkader'. Graag ontvangen wij de notulen van de stuurgroep waarin dit besproken is. Indien het delen van de gehele notulen niet mogelijk is ontvangen wij graag een losse notitie waarin verslag wordt gedaan van de manier waarop de plannen aan het ontwikkelkader zijn getoetst, met daarbij een onderbouwing van de conclusie dat de activiteiten 'volledig passen' binnen het ontwikkelkader.
  4. Kunt u aangeven op welke manier de stuurgroep invulling heeft gegeven aan de doelstelling 'Partijen spannen zich over en weer in om: 3.1 De (gewenste) ontwikkelingen in het gebied integraal af te wegen, dat wil zeggen: rekening houdend met in ieder geval de omliggende verblijfsrecreatieterreinen, de natuurkwaliteit, de recreatiebedrijven en functies in de omgeving, de zonering van de Heuvelrug'?
    a) Als er geen integrale afweging heeft plaatsgevonden, waarom niet, en is de gedeputeerde voornemens deze alsnog uit te voeren?
    b) Als er wel integrale afweging heeft plaatsgevonden, is deze op schrift gesteld en kan deze met ons gedeeld worden? Is deze integrale afweging gebaseerd op additioneel onderzoek naar cumulatieve effecten van alle ontwikkelingen tezamen (dus ook voor de aanleg van een groot evenementenhal op grondgebied gemeente Utrechtse Heuvelrug en voor beoogde verhuizing YMCA)? Zo nee, waarom niet?
  5. Is de gedeputeerde van oordeel dat na effectuering van de voorliggende plannen 'de uitstraling van het meer en boslandschap blijft behouden' (1.1 samenwerkingsovereenkomst)? Waarom wel of niet?
  6. Voor de aanvraag van de bestemmingsplanwijziging is in maart en april 2021 een natuuronderzoek uitgevoerd door bureau Bui-tegewoon (Terlouw R.J.S., 2021). Dit natuuronderzoek omvatte destijds ook het plangebied naast het Henschotermeer dat was bestemd voor de verhuizing van het kampeercomplex YMCA uit Leusden naar Woudenberg. De aanvraag voor deze bestemmingsplanwijziging voor de YMCA is in een seperaat spoor ingediend bij de gemeente Woudenberg. Uit de zienswijzen voor deze aanvraag bleek dat het natuuronderzoek op tal van punten te kort schoot. Op basis van deze zienswijzen heeft gemeente Woudenberg dan ook geconcludeerd dat het natuuronderzoek onvoldoende basis bood om de bestemmingsplanwijziging toe te wijzen en daarmee de aanvraag afgewezen.
    Nu dient ditzelfde natuuronderzoek van bureau Bui-tegewoon als basis voor de bestemmingsplanwijziging voor de plannen van Mooi Meer B.V.. Er geen uitgebreid aanvullend onderzoek gedaan naar de natuurwaarden naar aanleiding van de afwijzing van de natuurtoets voor de YMCA-aanvraag. Wel is er een beperkte actualisatie uitgevoerd, bestaande uit een bureau-onderzoek en 3 locatiebezoeken in maart, mei en juli van dit jaar.
    Is de gedeputeerde van oordeel dat het oorspronkelijke natuuronderzoek uit de 2021 en de actualisatie van dit jaar voldoende inzicht bieden in de huidige natuurwaarden in het plangebied en voldoende onderbouwing bieden voor de conclusie dat beoogde ontwikkelingen geen negatieve effecten zullen hebben op beschermde flora en fauna rondom het Henschotermeer? Heeft de provincie deze onderzoeken nader getoetst aan de criteria voor de Wnb? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat waren daarbij de bevindingen en kunnen deze met ons gedeeld worden?
  7. In de beantwoording van de schriftelijke vragen wordt gesteld dat niet concreet is aan te geven of ‘het geheel aan activiteiten zal leiden tot een aanzuigende werking van verkeer’, maar dat dit niet wordt verwacht. Kan de gedeputeerde verder toelichten waarop deze aanname is gebaseerd? Is hiertoe een verkeersonderzoek uitgevoerd? Zo ja, wat waren daarin de uitkomsten? Zo nee, waarom niet en bestaat er het voornemen bij de gedeputeerde om dit onderzoek alsnog uit te voeren?
  8. Kan de gedeputeerde toelichten wat wordt verstaan onder een ‘financieel gezond’ recreatieterrein? (1.1 samenwerkingsovereenkomst)?
  9. Kan de gedeputeerde toelichten wanneer een gebiedsinrichting voldoet aan de definitie van een ‘economisch rendabel en toekomstgericht gebied’ (2.3 samenwerkingsovereenkomst)?
  10. Kan de gedeputeerde toelichten welke definitie wordt gehanteerd van de term 'duurzaam' als het gaat om de wens “een duurzame invulling van het terrein te bewerkstelligen” (1.1 samenwerkingsovereenkomst)?
  11. De gemeenteraad van de Utrechtse Heuvelrug heeft in september 2021 motie aangenomen waarin wordt aangedrongen op een evaluatie van de ingrijpende toekomstige ontwikkelingen alvorens over te gaan tot bestemmingsplanwijziging en vergunningverlening (bijgevoegd als bijlage 1). Deze evaluatie heeft nog niet plaatsgevonden omdat gemeente Woudenberg eerst de plannen van de exploitant Mooi Meer b.v. wilde afwachten. Inmiddels zijn de plannen bekend en zijn er een bestemmingsplanwijzigingen (YMCA en Mooi Meer b.v.) ingediend. Kan de gedeputeerde toelichten waarom er nog geen evaluatie heeft plaatsgevonden? Is de stuurgroep voornemens deze evaluatie alsnog te gaan uitvoeren? Zo ja, wanneer en op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
  12. Bij de behandeling van het voorgenomen bestemmingsplanwijziging in de commissievergadering van de gemeenteraad UH op 16 november jl bleek dat vrijwel alle fracties zich ernstig zorgen maakt over de voorgenomen ontwikkelingen, maar dat er instrumenten ontbreken om invloed uit te oefenen op de behandeling van de bestemmingsplanwijziging, die immers onder de bevoegdheid van gemeente Woudenberg valt. Kan de gedeputeerde toelichten hoe er gehandeld dient te worden indien de keuzes van de ene gemeente mogelijk substantiële negatieve gevolgen hebben voor een buurgemeente? Wat is daarbij de rol van de provincie?
  13. Wanneer er gemeenteoverstijgende ontwikkelingen plaatsvinden die significante consequenties hebben voor natuur, milieu, recreatie, verkeer en veiligheid, en er dus een groot provinciaal belang meespeelt, kan er worden overgegaan op een Provinciaal Inpassingsplan (PIP) of een aanwijzing. Is deze route op enig moment binnen de stuurgroep besproken in de afgelopen jaren? Zo ja, op welk moment en wat waren daarbij de afwegingen? Zo nee, waarom niet?

Wij zien uw antwoorden met belangstelling tegemoet.

Met vriendelijke groet,

Jesseka Batteau- Partij voor de Dieren

Annemarie van der Kolk - Forum voor Democratie

Indiendatum: 9 dec. 2023
Antwoorddatum: 6 feb. 2024

Geachte leden van Provinciale Staten,

Naar aanleiding van de berichtgeving over de zorgen over de mogelijke impact van de bouw- en ontwikkelplannen bij het Henschotermeer hebt u ons vragen gesteld. Bij deze vindt u onze antwoorden.

1. Heeft de Gedeputeerde kennisgenomen van de bezwaren en zorgen die er leven bij inwoners, organisaties en belanghebbenden (inclusief de gemeente Utrechtse Heuvelrug) ten aanzien van de voorgenomen ontwikkelplannen rondom het Henschotermeer waarvoor een wijziging in het bestemmingsplan is aangevraagd bij gemeente Woudenberg? Zo ja, kan de Gedeputeerde aangeven wat de positie en reactie is van de provincie ten aanzien van deze bezwaren en zorgen?

Antwoord: Het college van Gedeputeerde Staten heeft kennisgenomen van de bezwaren en zorgen over de exploitatie van de recreatieplas Henschotermeer. De zorgen rondom de plannen bij het Henschotermeer zijn bekend. Met het opheffen van het Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug Vallei en Krommerijnstreek is de exploitatie van de recreatieplas door het schap beëindigd. Het Henschotermeer was toen ook net als nu een recreatieterrein met zwemwater en ook particulier eigendom, destijds gehuurd door het schap. Het belang van de plas als recreatieterrein werd zo groot geacht dat er samenwerking is gezocht tussen provincie en de gemeenten Woudenberg, Leusden en Utrechtse Heuvelrug en de eigenaar van de gronden, Landgoed Den Treek-Henschoten. Het doel was om met in achtneming van de belangen van recreatie, natuur, bereikbaarheid en de omgeving het terrein open te houden onder particulier beheer. Om een goede overdracht van het gebied naar een particuliere beheerder mogelijk te maken hebben in 2015 de gesprekspartners de samenwerkingsovereenkomst en het ontwikkelkader opgesteld. Onderdeel van het ontwikkelkader is dat een rendabele exploitatie mogelijk moet zijn. Voor de periode van de overdracht is een stuurgroep ingesteld die wordt voorgezeten door de provincie (gedeputeerde Recreatie & Toerisme). In de stuurgroep zijn de opties besproken en is gekeken of deze passen binnen het ontwikkelkader. In de stuurgroep is vastgesteld dat de activiteiten die de exploitant voor ogen heeft in de gebiedsvisie volledig passen binnen het vastgestelde ontwikkelkader. Voor enkele activiteiten is het noodzakelijk om het bestemmingsplan aan te passen. Dit vraagt alleen een aanpassing van het bestemmingsplan voor het deel in Woudenberg. Inmiddels heeft het ontwerpbestemmingsplan Henschotermeer ter inzage gelegen. Het ontwerpbestemmingsplan is in overeenstemming met de regels van de Interim Omgevingsverordening (IOV). De ontwikkelingen vinden plaats buiten het NNN en zijn in overeenstemming met het provinciaal beleid ten aanzien van de provinciale wegen en de regels voor regionale recreatieterreinen. Het ontwerpbestemmingsplan van de gemeente Woudenberg is daarmee in overeenstemming met het ontwikkelkader, de gebiedsvisie Henschotermeer en met de IOV. Er is door ons daarom geen zienswijze ingediend. De ingediende zienswijzen, waarin de zorgen worden geuit, worden door de gemeenteraad van Woudenberg gewogen als onderdeel van de vaststelling van het bestemmingsplan. Het is nu aan de gemeenteraad om het plan vast te stellen en daarbij ook de zienswijzen integraal mee te laten wegen.

2. In het ontwikkelkader Henschotermeer staat “De provincie speelt bij de ontwikkeling van deze terreinen een stimulerende rol, passend binnen het door haar vastgestelde beleid (zoals EHS) en binnen dit Ontwikkelkader.” Kan de gedeputeerde toelichten wat wordt verstaan onder een stimulerende rol? Hoe past u deze rol toe in de praktijk? Welke rollen heeft de provincie verder bij deze ontwikkeling?

Antwoord: Voor de provincie is het behoud van dit regionale dagrecreatieterrein belangrijk. Onder een stimulerende rol wordt verstaan: het bevorderen van de samenwerking en afstemming tussen de betrokken partijen en daarmee een rol spelen in het openhouden van het terrein voor recreatief gebruik. Deze rol is ingevuld zoals beschreven in antwoord op vraag 1.

De provincie is deelnemer in de samenwerkingsovereenkomst en de gedeputeerde is voorzitter van de stuurgroep Henschotermeer. De samenwerkingsovereenkomst en het ontwikkelkader vormen de leidraad.

Daarnaast heeft de provincie in het kader van de ruimtelijke ordening een toetsende rol en wordt er gekeken naar de regelgeving. De gemeente Woudenberg is verantwoordelijk voor de inhoud en het wettelijke proces van het bestemmingsplan. Dit is een formeel proces waarin wij nagaan of de provinciale belangen en afspraken uit het ontwikkelkader en uit de IOV goed zijn opgenomen.

3. Uit de beantwoording van de schriftelijke vragen naar aanleiding van de ingekomen stukken voor de BEM commissievergadering 29 november jl. blijkt dat de stuurgroep de voorgenomen ontwikkelingen heeft besproken. Ook is getoetst of de ontwikkelingen voldoen aan het ontwikkelkader. In de stuurgroep is vastgesteld dat de activiteiten van de exploitant van het terrein ‘volledig passen in het vastgestelde ontwikkelkader’. Klopt het en zo ja, kan het college aangeven hoe zij deze ontwikkeling toetst en tot deze conclusie is gekomen?

Antwoord: het klopt dat de stuurgroep de voorgenomen ontwikkelingen zoals opgenomen in de gebiedsvisie heeft besproken en getoetst aan het ontwikkelkader en dat is vastgesteld dat ze daarbinnen passen. De projectgroep heeft deze toets voorbereid. De leden van de stuurgroep hebben de plannen besproken en zich verder laten informeren over de plannen tijdens de informatiebijeenkomst van Mooi Meer. Tijdens deze informatiebijeenkomst hebben de leden van de stuurgroep nader kennisgenomen van de plannen. De conclusie was dat de activiteiten passen in het vastgestelde ontwikkelkader.

4. Kunt u aangeven op welke manier de stuurgroep invulling heeft gegeven aan de doelstelling ‘Partijen spannen zich over en weer in om: 3.1 De (gewenste) ontwikkelingen in het gebied integraal af te wegen, dat wil zeggen: rekening houdend met in ieder geval de omliggende verblijfsrecreatieterreinen, de natuurkwaliteit, de recreatiebedrijven en functies in de omgeving, de zonering van de Heuvelrug’?

Antwoord: de stuurgroep heeft gekeken naar de impact van de plannen en daarbij rekening gehouden met de diverse belangen in het gebied, conform het provinciale beleid en regelgeving en de afspraken in het Ontwikkelkader. Dit betreft een breed palet aan belangen die integraal zijn afgewogen. In de bovengenoemde informatiebijeenkomst was eveneens ruimte en aandacht voor alle genoemde belangen. Daarnaast is er ambtelijk door de provincie een separaat overleg georganiseerd met de natuurorganisaties.

5. Leidt de stapeling van activiteiten in de drie verschillende bestemmingsplannen rondom de geplande uitbreidingen van het recreatiegebied tot ongewenste situaties op het gebied van verkeer, milieu, natuur etc, die niet zichtbaar worden omdat de activiteiten over drie bestemmingsplannen en twee gemeenten gespreid zijn? Welke rol heeft de provincie om dergelijke ongewenste stapelingseffecten te signaleren en daarop te toetsen?

Antwoord: In de Gebiedsvisie Henschotermeer van november 2021 was de visie voor het gehele gebied in kaart gebracht. In deze totaalvisie zijn de voorgestelde activiteiten integraal en in onderlinge samenhang weergegeven. In de beoordeling door de stuurgroep is geconcludeerd dat deze aansluiten op het ontwikkelkader.

Op dit moment gelden het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Utrechtse Heuvelrug en het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Woudenberg en de herziening van een deel van het laatste plan door het bestemmingsplan Henschotermeer. De activiteiten die aanvullend aan de planologische mogelijkheden met het bestemmingsplan Henschotermeer mogelijk dienen te worden gemaakt zijn bezien in brede samenhang. Overigens overlappen de plangebieden elkaar niet en vindt er in die zin dus geen stapeling van activiteiten plaats. De provinciale rol bestaat, naast het stimuleren van de gezamenlijke aanpak, uit het beoordelen van het bestemmingsplan Henschotermeer aan de hand van de provinciale belangen uit de Omgevingsvisie en de regels uit de IOV. Effecten op en relaties met de omgeving zijn daarin meegewogen. Daarmee kan de provincie ongewenste stapelingseffecten signaleren. Dat is in de beoordeling van het bestemmingsplan Henschotermeer niet geconstateerd.

6. In 2018 is bij de overdracht van de exploitatie van het Henschotermeer aan een private eigenaar aangegeven dat er slechts beperkt ‘afscheidingen’ zouden worden aangebracht, en dat de te plaatsen hekken zelfs zouden bijdragen aan een versterking van de biodiversiteit. Inmiddels staat rondom het gehele meer een hek met daarbovenop prikkeldraad. In welk opzicht heeft het hek met prikkeldraad rondom het meer bijgedragen aan een verbetering van de biodiversiteit? Is deze verwachte verbetering geëvalueerd? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat waren daarvan de uitkomsten?

Antwoord: De exploitant stelt dat het hek nodig is om de toegang tot het terrein te reguleren. Voor de bouw van het hek is de gemeente het bevoegd gezag en heeft de bouw beoordeeld. Het hek is in 2018 geplaatst op basis van het toen geldende bestemmingsplan buitengebied dat hekken tot 2 m hoog toestaat. Dit vond de gemeente voor het Henschotermeer te hoog en heeft dit in een planherziening verlaagd naar 1 m. Het hek voldoet daaraan. Het is niet bekend wat het effect is op de biodiversiteit. Hier is geen evaluatie voor uitgevoerd.

7. Is de gedeputeerde van oordeel dat na effectuering van de voorliggende plannen ‘de uitstraling van het meer en boslandschap blijft behouden’ (1.1 samenwerkingsovereenkomst)? Waarom wel of niet?

Antwoord: Er is van meet af aan gestreefd om de uitstraling van het meer en het boslandschap te behouden. Deze vormen namelijk de aantrekkingskracht van het recreatieterrein. We zien dat dit is gelukt en dat de omvang en de functie van het meer en het boslandschap niet worden gewijzigd.

8. In de beantwoording van genoemde schriftelijke vragen wordt gesteld dat niet concreet is aan te geven of ‘het geheel aan activiteiten zal leiden tot een aanzuigende werking van verkeer’, maar dat dit niet wordt verwacht. Kan de gedeputeerde toelichten waarop deze aanname is gebaseerd? Is hiertoe een verkeersonderzoek uitgevoerd? Zo ja, wat waren daarvan de uitkomsten? Zo nee, waarom niet en bestaat er het voornemen bij de gedeputeerde om dit onderzoek alsnog uit te voeren?

Antwoord: Er is bij het bestemminsplan inderdaad een mobiliteitsonderzoek gedaan Deze is te vinden onder: https://www.ruimtelijkeplannen...

De plannen voorzien in een passende invulling van het bovenlokale recreatieterrein, waarbij sprake is van meer spreiding van de bezoekers over het jaar. Het gebruik als recreatieterrein is grotendeels een voortzetting van de huidige situatie. Het hele project dient ertoe om deze belangrijke functie voor de regio te behouden en zodoende in de behoefte aan recreatie te voorzien. Uit de aard der zaak komt er verkeer naar deze plek en is er dus sprake van een verkeer aantrekkende werking. De veranderingen in het gebied zijn vooral gericht op andere vormen van dagrecreatie dan zwemwater. Het Henschotermeer kan de recreatieve functie in de toekomst ook vervullen als er niet gezwommen kan worden. De bezoekersstroom kan dan ook op andere dagen dan de typische mooi weer dagen plaatsvinden. Dit zal naar verwachting niet leiden tot meer piekmomenten. Net zoals andere jaren zullen er piekmomenten zijn. Maar er zijn geen aanwijzingen dat deze stroom sterk zal wijzigen.

9. In de samenwerkingsovereenkomst wordt gesproken over een financieel gezond, economisch rendabel en toekomstgericht en duurzame invulling van het terrein. Kan de gedeputeerde aangeven wanneer hieraan is voldaan? En wat de benodigde omvang van de activiteiten is om dit te bereiken? Vindt de gedeputeerde dit ook wenselijk?

Antwoord: de exploitant heeft aangegeven dat de voorliggende plannen leiden tot een financieel gezond, economisch rendabel en toekomstgerichte en duurzame invulling van het terrein. De omvang van de activiteiten zoals die nu is vastgelegd voldoet. Dit is wenselijk voor het behoud van de recreatieve functie van dit gebied voor de hele regio. Het is niet aan de overheden hierin te treden, maar alleen af te wegen of de keuzes van de exploitant passen binnen het Ontwikkelkader, c.q. bestemmingsplan. Zoals aangegeven passen de planning binnen het Ontwikkelkader.

10. Voor de aanvraag van de bestemmingsplanwijziging is in maart en april 2021 een natuuronderzoek uitgevoerd door bureau Bui-tegewoon (Terlouw R.J.S., 2021). Dit natuuronderzoek omvatte destijds ook het plangebied naast het Henschotermeer dat was bestemd voor de verhuizing van het kampeercomplex YMCA uit Leusden naar Woudenberg. De aanvraag voor deze bestemmingsplanwijziging voor de YMCA is in een separaat spoor ingediend bij de gemeente Woudenberg. Uit de zienswijzen voor deze aanvraag bleek dat het natuuronderzoek op tal van punten te kort schoot. Op basis van deze zienswijzen heeft gemeente Woudenberg dan ook geconcludeerd dat het natuuronderzoek onvoldoende basis bood om de bestemmingsplanwijziging toe te wijzen en daarmee de aanvraag afgewezen. Nu dient ditzelfde natuuronderzoek van bureau Bui-tegewoon als basis voor de bestemmingsplanwijziging voor de plannen van Mooi Meer B.V. Er is geen uitgebreid aanvullend onderzoek gedaan naar de natuurwaarden naar aanleiding van de afwijzing van de natuurtoets voor de YMCA-aanvraag. Wel is er een beperkte actualisatie uitgevoerd, bestaande uit een bureau-onderzoek en 3 locatiebezoeken in maart, mei en juli van dit jaar. Is de gedeputeerde van oordeel dat het oorspronkelijke natuuronderzoek uit 2021 en de actualisatie van dit jaar voldoende inzicht bieden in de huidige natuurwaarden in het plangebied en voldoende onderbouwing bieden voor de conclusie dat beoogde ontwikkelingen geen negatieve effecten zullen hebben op beschermde flora en fauna rondom het Henschotermeer? Heeft de provincie deze onderzoeken nader getoetst aan de criteria voor de Wnb? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat waren daarbij de bevindingen en kunnen deze met ons gedeeld worden?

Antwoord: De onderzoeken zijn voldoende als basis voor het bestemmingsplan. Bij realisatie van bepaalde activiteiten zullen bouwaanvragen nodig zijn en op dat moment zijn actuele natuuronderzoeken nodig. Het natuuronderzoek en de actualisatie moeten dan mogelijk getoetst worden. Wij zullen in het kader zoals u omschrijft de initiatiefnemer adviseren, de onderzoeken te laten toetsen door de RUD Utrecht en, afhankelijk van de uitkomsten, hierover in vooroverleg te treden met het team Vergunningverlening Natuur en Landschap van de provincie Utrecht. Dit team speelt een onafhankelijke rol binnen de provincie en staat in die zin ook los van de stuurgroep. Zolang er geen sprake is van een vergunningaanvraag zal de provincie Utrecht hier vooralsnog formeel geen toetsende rol in hebben.

Overigens is de behandeling van het bestemmingsplan YMCA op verzoek van de YMCA aangehouden. Vervolgens heeft de YMCA aangegeven de verplaatsing naar de nieuwe locatie niet door te zetten. Er heeft dus geen inhoudelijke behandeling in de raad van Woudenberg plaatsgevonden en er kan dus ook niet gesproken worden van een afwijzing van het bestemmingsplan YMCA.

11. De gemeenteraad van de Utrechtse Heuvelrug heeft op 28 oktober 2021 een motie aangenomen waarin wordt aangedrongen op een evaluatie van de ingrijpende toekomstige ontwikkelingen alvorens over te gaan tot bestemmingsplanwijziging en vergunningverlening (bijgevoegd als bijlage 1). Deze evaluatie heeft nog niet plaatsgevonden omdat gemeente Woudenberg eerst de plannen van de exploitant Mooi Meer b.v. wilde afwachten. Inmiddels zijn de plannen bekend en zijn er bestemmingsplanwijzigingen (YMCA en Mooi Meer b.v.) ingediend. Kan de gedeputeerde toelichten waarom er nog geen evaluatie heeft plaatsgevonden? Is de stuurgroep voornemens deze evaluatie alsnog te gaan uitvoeren? Zo ja, wanneer en op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: De gemeente Utrechtse Heuvelrug neemt deel aan de stuurgroep. In de stuurgroep is naar aanleiding van de gebiedsvisie geconstateerd dat de plannen voldeden aan het Ontwikkelkader. Daarmee was er geen noodzaak tot evaluatie.

12. Bij de behandeling van het voorgenomen bestemmingsplanwijziging in de commissievergadering van de gemeenteraad UH op 16 november jl. bleek dat vrijwel alle fracties zich ernstig zorgen maken over de voorgenomen ontwikkelingen, maar dat er instrumenten ontbreken om invloed uit te oefenen op de behandeling van de bestemmingsplanwijziging, die immers onder de bevoegdheid van gemeente Woudenberg valt. Kan de gedeputeerde toelichten wat de rol van de provincie is bij de zorgvuldige afstemming tussen gemeenten?

Antwoord: Onder leiding van de provincie is in de stuurgroep gesproken over de bestaande zorgen en is afgesproken dat beide gemeenten verder goed met elkaar afstemmen.

13. Wanneer er gemeente-overstijgende ontwikkelingen plaatsvinden die consequenties hebben voor natuur, milieu, recreatie, verkeer en veiligheid, en er dus een groot provinciaal belang meespeelt, kan er worden overgegaan op een Provinciaal Inpassingsplan (PIP). Is deze route op enig moment binnen de stuurgroep besproken in de afgelopen jaren? Zo ja, op welk moment en wat waren daarbij de afwegingen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Reeds in 2019 is in stuurgroepverband de instrumentkeuze onderwerp van gesprek geweest. Ten aanzien van het instrument inpassingsplan is daarover van provinciezijde aangegeven – gelet op de samenwerking - bereid te zijn daartoe over te gaan als alle betrokken gemeenten hierom verzoeken en dit verzoek gedaan wordt op basis van een uitvoerbaar plan. Tot zo'n verzoek heeft het niet geleid. Daarbij komt dat verschillende ontwikkelingen varieerden in voortgang en het alternatief onder de Omgevingswet – het projectbesluit – vanwege de procedure niet op voorhand zou leiden tot een doelmatiger en doeltreffender besluit. Daarnaast is er nu slechts sprake van een beperkte wijziging voor alleen het bestemmingsplan in Woudenberg.

Hoogachtend,

Gedeputeerde Staten van Utrecht,

Voorzitter, mr. J.H. OostersSecretaris,mr. drs. A.G. Knol-van Leeuwen


Wij staan voor:

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen over methaanuitstoot in de Utrechtse zuivelindustrie

Lees verder

Schriftelijke vragen over toegangsweg bij Eemklooster

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer