Vragen over het doden van konijnen met fretten en roof­vogels (vervolg)


Indiendatum: mei 2016

Geacht college van Gedeputeerde Staten,

Toelichting

De provincie Utrecht staat sinds kort toe dat konijnen op sportvelden De Woerd in Driebergen, De Burgwal in Amerongen en Tuiland in Doorn niet alleen worden afgeschoten, maar ook met behulp van fretten en roofvogels worden gedood. De fretten worden het konijnenhol ingejaagd, om het konijn te doden, of uit het hol in een val te jagen, waarna het konijn door de jager letterlijk de nek wordt omgedraaid (cervicale dislocatie). Bij het gebruik van roofvogels vindt het konijn bijna altijd de dood in de klauwen van de vogels.

In antwoord op onze eerdere schriftelijke vragen heeft u aangegeven niet bereid te zijn de ontheffing in te trekken of aan te passen.

Vragen

1. U geeft in uw beantwoording aan dat de ontheffing niet in strijd is met het Faunabeheerplan, waarbij u verwijst naar pag. 68-71. In dit document wordt echter alleen de mogelijkheid genoemd om ontheffing te verlenen voor het doden van konijnen op sportvelden middels geweer en kunstlicht (pag. 71). Fretten en roofvogels worden niet genoemd. Waarom geeft u ontheffingen af die in strijd zijn met uw eigen beleid?

Op basis van art. 68, lid 3 van de Flora- en Faunawet is het Gedeputeerde Staten niet toegestaan om ontheffing te verlenen voor het gebruik van dodingsmethoden die onnodig lijden bij dieren veroorzaken. Hoewel u terecht opmerkt dat konijnen geen vogels zijn, is door de Raad van Dieraangelegenheden gesteld dat cervicale dislocatie bij ganzen niet gemakkelijk uitvoerbaar is en alleen wanneer dit technisch juist wordt uitgevoerd tot een snelle dood leidt.[1]

2. Op basis van welke (wetenschappelijke) informatie meent u dat het omdraaien van de nek bij konijnen makkelijker uitvoerbaar is dan bij ganzen?

3. Aan welke kwalificaties moeten jagers voldoen om het omdraaien van de nek technisch juist uit te voeren?

4. Op welke wijze ziet u erop toe dat de gevangen konijnen niet onnodig lijden, in welk geval er dus in strijd met de wet wordt gehandeld?

Voordat konijnen mogen worden gedood, moeten er eerst minimaal twee preventieve maatregelen zijn toegepast. Dit moeten, volgens de Beleidsnota Flora- en Faunawet uit 2014,[2] maatregelen zijn die in de Handreiking Faunaschade van het Faunafonds staan beschreven. In de verleende ontheffingen geeft u aan dat als tweede preventieve maatregel de aanwezigheid van sporters (ontheffing nr. 8182DD71) en het gebruik van roofvogels (ontheffing nr. 817CF3B) is toegepast om konijnen te weren van de sportvelden. Deze maatregelen worden echter in de Handreiking Faunaschade helemaal niet genoemd als preventieve maatregelen om overlast door konijnen tegen te gaan.

5. Waarom handelt u in strijd met uw eigen beleid aangaande de eis omtrent toepassing van erkende preventieve maatregelen alvorens konijnen mogen worden gedood?

6. Bent u bereid om de ontheffingen, die in strijd met de Beleidsnota Flora- en Faunawet zijn afgegeven, in te trekken, en te eisen dat eerst minimaal twee preventieve maatregelen die wel in de Handreiking Faunaschade worden genoemd toe worden gepast? Zo nee, waarom niet?

Namens de Partij voor de Dieren en hoogachtend,

Hiltje Keller

[1] Raad voor Dieraangelegenheden, Richtsnoer Ganzendoden, pag. 13. https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2012/12/17/richtsnoer-ganzendoden

[2] Beleidsnota Flora- en Faunawet (2014), pag. 58. Op pag. 12 wordt weliswaar aangegeven dat van de eis dat er minimaal twee preventieve maatregelen moeten worden toegepast gemotiveerd kan worden afgeweken, maar de maatregelen die worden toegepast moeten in de Handreiking Faunaschade zijn opgenomen.

Indiendatum: mei 2016
Antwoorddatum: 8 jun. 2016

Toelichting

De provincie Utrecht staat sinds kort toe dat konijnen op sportvelden De Woerd in Driebergen, De Burgwal in Amerongen en Tuiland in Doorn niet alleen worden afgeschoten, maar ook met behulp van fretten en roofvogels worden gedood. De fretten worden het konijnenhol ingejaagd, om het konijn te doden, of uit het hol in een val te jagen, waarna het konijn middels cervicale dislocatie wordt gedood. Bij het gebruik van roofvogels vindt het konijn bijna altijd de dood in de klauwen van de vogels.

ln antwoord op eerdere schriftelijke vragen van de fractie van de Partij voor de Dieren hebben GS aangegeven niet bereid te zijn de ontheffing in te trekken of aan te passen.

Naar aanleiding van het voorgaande heeft de fractie van de Partij voor de Dieren de volgende vragen:

Vragen

1. U geeft in uw beantwoording aan dat de ontheffing niet in strijd ís met het Faunabeheerplan, waarbij u verwijst naar pag. 68-71. ln dit document wordt echter alleen de mogelijkheid genoemd om ontheffing te verlenen voor het doden van konijnen op sportvelden middels geweer en kunstlicht (pag. 71). fretten en roofvogels worden niet genoemd. Waarom geeft u ontheffingen af die in strijd zijn met uw eigen beleid?

Antwoord Op basls van artikel 68 van de Flora- en faunawet kan aan de Faunabeheereenheid op basls van het door de Faunabeheereenheid opgestelde Faunabeheerplan ontheffing worden verleend. Artikel 68 geeft echter ook de bevoegdheid om aan anderen dan de Faunabeheereenheid en los van het Faunabeheerplan ontheffingen te verlenen, bijvoorbeeld aan gemeenten. Het beleid van de provincie is vastgelegd in de Beleidsnota Flora- en faunawet Provincie Utrecht 2014. Dit beleid is op 29 september 2014 door de Provinciale Sfafen vastgesteld. Er moet dus onderscheid worden gemaakt tussen ontheffingen verleend aan de Faunabeheereenheid op basis van het Faunabeheerplan en aan andere ontheffingen. Beide varianten van ontheffingverlening vallen binnen het door PS vastgestelde beleid.

Daarnaast geldt dat, zodra sprake is van een ontheffing, of vrijstelling, van het verbod op doden, alle middelen uit artikel 5 eerste lid, van het Besluit beheer en schadebestrijding zijn toegestaan. Dit zijn o.a. de inzet van fretten, jachtvogels en geweren. Voordat een geweer gebruikt kan worden gelden in sommige gevallen aanvullende eisen, omdat bijvoorbeeld het jachtveld niet aan de eisen voldoet of omdat het noodzakelijk is om in de schemering of in het donker te schieten.

De ontheffing van het verbod op doden is niet in strijd met het beleid verleend. Zodra van dit verbod ontheffing is verleend, is gebruik van fretten en roofvogels toegestaan op basis van de het besluit Beheer en schadebestrijding en zijn hooguit aanvullende ontheffingen ten aanzien van het gebruik van het geweer noodzakelijk.


2. Op basis van welke (wetenschappelijke) informatie meent u dat het omdraaien van de nek bij konijnen makkelijker uitvoerbaar is dan bij ganzen?

Antwoord: Er is geen onderzoek bekend waarin deze specifieke vraag onderzocht is. Uit ervaring blijkt dat ceruicale dislocatie bij konijnen snel en makkelijk is uit te voeren door schadebestrijders en veroorzaakt geen onnodig lijden.

3. Aan welke kwalificaties moeten jagers voldoen om het omdraaien van de nek technisch juist uit te voeren?

Antwoord: Deze acties vinden plaats in het kader van schadebestrijding op sportvelden. Er is geen sprake van jacht en de jager of de valkenier zijn in deze schadebestrijders. Het komt ook voor dat specialistische bedrijven voor de bestrijding van deze schade worden ingezet. Deze bedrijven beschikken over de benodigde specifìeke deskundigheid. ln algemeenheid kan gesteld worden dat een jager moet beschikken over een jachtakte. Een jachtakte wordt pas afgegeven als de desbetreffende persoon blijk heeft gegeven van voldoende kennis en kunde.

4. Op welke wijze ziet u erop toe dat de gevangen konijnen niet onnodig lijden, in welk geval er dus in strijd met de wet wordt gehandeld?

Antwoord: Het is verboden om onnodig lijden te veroorzaken. Indien binnen de kaders van de vrijstelling of ontheffing(en) wordt gebleven, is er geen sprake van onnodig lijden. De toezichthouders groene wetten van de RUD Utrecht zien toe op correcte naleving van voorschriften van de de door de provincie afgegeven ontheffingen.

Voordat konijnen mogen worden gedood, moeten er eerst minimaal twee preventieve maatregelen zijn toegepast. Dit moeten, volgens de Beleidsnota Flora- en Faunawet ui12014, maatregelen zijn die in de Handreiking Faunaschade van het Faunafonds staan beschreven. ln de verleende ontheffingen geeft u aan dat als tweede preventieve maatregel de aanwezigheid van sporters (ontheffing nr.8182DD71) en het gebruik van roofvogels (ontheffing nr. 817CF3B) is toegepast om konijnen te weren van de sportvelden. Deze maatregelen worden echter in de Handreiking Faunaschade helemaal niet genoemd als preventieve maatregelen om overlast door konijnen tegen te gaan.

5. Waarom handelt u in strijd met uw eigen beleid aangaande de eis omtrent toepassing van erkende preventieve maatregelen alvorens konijnen mogen worden gedood?

Antwoord: Er wordt niet in strijd met ons beleid gehandeld. Ons beleid staat toe om af te wijken van de vereiste twee preventieve maatregelen, bij bijvoorbeeld sportvelden (pagina 16-2.2.3 van de Beleidsnota). Als preventieve maatregel wordt een konijnenwerend raster vereist. ln de ontheffingen zijn andere maatregelen genoemd om aan te geven dat de grondgebruiker op verschillende manieren gepoogd heeft de schade te beperken. De Handreiking Faunaschade is geschreven in het kader van schade aan landbouwgewassen en het verkrijgen van een tegemoetkoming bij het Faunafonds.

6. Bent u bereid om de ontheffingen, die in strijd met de Beleidsnota Flora- en Faunawet zijn afgegeven, in te trekken, en te eisen dat eerst minimaal twee preventieve maatregelen die wel in de Handreiking Faunaschade worden genoemd toe worden gepast? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Er is geen sprake van ontheffingen die in strijd met het beleid zijn verleend, daarom is er ook geen aanleiding om ontheffingen in te trekken. Voor de onderbouwing verwijs ik u naar de voorgaande antwoorden.

Interessant voor jou

Vragen over het doden van konijnen met fretten en roofvogels

Lees verder

Vragen over de gevolgen van een dodelijk virus bij konijnen (het RHD2-virus)

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer