Vragen over het doden van vossen met behulp van kunstlicht
Indiendatum: feb. 2012
Toelichting
In een ontheffing van 6 december 2011 verleent de provincie toestemming voor het doden van vossen met een geweer met behulp van kunstlicht. Er loopt nog een zaak bij de Raad van State over afschot van vossen met behulp van kunstlicht, omdat kunstmatige lichtbronnen in de Benelux-Overeenkomst niet aangewezen zijn als een toegestaan middel. Deze zaak is geschorst tot het Benelux-Gerechtshof uitspraak heeft gedaan over bepaalde vragen. Er heerst dus nog grote juridische onduidelijkheid omtrent de rechtmatigheid over afschot met behulp van kunstlicht. De Partij voor de Dieren heeft eerder vragen over dit onderwerp gesteld d.d. 31 januari 2011 en 6 mei 2011. In uw antwoord d.d. 7 juni 2011 zegt u over het afzien van het verlenen van ontheffingen voor het doden van vossen met behulp van kunstmatige lichtbronnen: “vanzelfsprekend zullen wij mogelijke aanvragers wijzen op de ontstane onzekere situatie en als gevolg daarvan terughoudend omgaan met het in behandeling nemen van nieuwe aanvragen”. In de Commissievergadering Ruimte, Groen en Water van 20 juni 2011 is over terughoudend omgaan het volgende gezegd: “terughoudend omgaan betekent dat het in principe niet wordt gedaan totdat de uitkomst van het Hoger Beroep bekend is, tenzij er sprake is van een bijzondere situatie.”
Nota bene de ‘Dikke van Dale’ geeft als betekenis voor bijzonder: afwijkend van het gewone, zeer groot, in hoge mate.
Naar aanleiding van het voorgaande wil de fractie van de Partij voor de Dieren de volgende vragen stellen:
1. Hoe verhoudt de verleende ontheffing zich tot deze antwoorden en wat is bijzonder aan deze situatie: m.a.w. wat maakt deze situatie ‘afwijkend van het gewone, zeer groot, in hoge mate’?
2. In de ontheffing wordt gesteld dat de vossen ongeveer 12 kippen per week uit de uitloopren halen. Zijn er überhaupt vossen in de betreffende ren aangetroffen?
3. Om kippen in een uitloopren tegen vossen te beschermen zijn er eenvoudige preventieve maatregelen te bedenken. Te denken valt daarbij aan rasteren, maar er zijn ook goedkopere maatregelen denkbaar. Zijn er in dit geval preventieve maatregelen genomen?
4. Bent u bereid om de verleende ontheffing in te trekken?
Namens de fractie van de Partij voor de Dieren en hoogachtend,
Willem van der Steeg
Indiendatum:
feb. 2012
Antwoorddatum: 20 mrt. 2012
Onderwerp: Beantwoording schriftelijke vragen ex art. 47 RvO provincie Utrecht gesteld door dhr. W. van der Steeg (Partij voor de Dieren) betreffende verleende ontheffing voor het gebruik van kunstlicht bij de bestrijding van Vossen (d.d. 23-02-2012)
Toelichting
In een ontheffing van 6 december 2011 verleent de provincie toestemming voor het doden van vossen met een geweer met behulp van kunstlicht. Er loopt nog een zaak bij de Raad van State over afschot van vossen met behulp van kunstlicht, omdat kunstmatige lichtbronnen in de Benelux-Overeenkomst niet aangewezen zijn als een toegestaan middel. Deze zaak is geschorst tot het Benelux-Gerechtshof uitspraak heeft gedaan over bepaalde vragen. Er heerst dus nog grote juridische onduidelijkheid omtrent de rechtmatigheid over afschot met behulp van kunstlicht. De Partij voor de Dieren heeft eerder vragen over dit onderwerp gesteld d.d. 31 januari 2011 en 6 mei 2011. In uw antwoord d.d. 7 juni 2011 zegt u over het afzien van het verlenen van ontheffingen voor het doden van vossen met behulp van kunstmatige lichtbronnen: “vanzelfsprekend zullen wij mogelijke aanvragers wijzen op de ontstane onzekere situatie en als gevolg daarvan terughoudend omgaan met het in behandeling nemen van nieuwe aanvragen”. In de Commissievergadering Ruimte, Groen en Water van 20 juni 2011 is over terughoudend omgaan het volgende gezegd: “terughoudend omgaan betekent dat het in principe niet wordt gedaan totdat de uitkomst van het Hoger Beroep bekend is, tenzij er sprake is van een bijzondere situatie.”
Nota bene de ‘Dikke van Dale’ geeft als betekenis voor bijzonder: afwijkend van het gewone, zeer groot, in hoge mate.
Naar aanleiding van het voorgaande wil de fractie van de Partij voor de Dieren de volgende vragen stellen:
1. Hoe verhoudt de verleende ontheffing zich tot deze antwoorden en wat is bijzonder aan deze situatie: m.a.w. wat maakt deze situatie ‘afwijkend van het gewone, zeer groot, in hoge mate’?
Antwoord: De verleende ontheffing nr. 80A013D8 d.d. 6 december 2011 is op basis van 68 van de Flora- en faunawet verleend, waarbij gekeken is of er geen andere bevredigende oplossingen zijn. Het gaat bij de betreffende aanvraag om een bijzondere situatie, oftewel een situatie die afwijkt van het gewone. Het houden van kippen conform het vrije uitloop systeem (Freiland) wordt slechts hier en daar toegepast en biedt kippen minder bescherming tegen de vos dan de reguliere kippenbedrijven. Er zijn bij dit soort bedrijven minder effectieve preventieve maatregelen inzetbaar. Daardoor zijn de kippen kwetsbaarder en bestaat een groter risico dat belangrijke schade ontstaat.
2. In de ontheffing wordt gesteld dat de vossen ongeveer 12 kippen per week uit de uitloopren halen. Zijn er überhaupt vossen in de betreffende ren aangetroffen?
Antwoord: in de directe omgeving van de buitenren zijn door de heer van Laar vossen waargenomen. In het nachtverblijf niet.
3. Om kippen in een uitloopren tegen vossen te beschermen zijn er eenvoudige preventieve maatregelen te bedenken. Te denken valt daarbij aan rasteren, maar er zijn ook goedkopere maatregelen denkbaar. Zijn er in dit geval preventieve maatregelen genomen?
Antwoord: Ja, er zijn preventieve maatregelen genomen.
De kippenren waar de kippen voornamelijk s ‘nachts verblijven is geheel met gaas en plaatmateriaal afgezet. De buitenren is omgeven door een hoog raster, waarvan uit de praktijk blijkt dat vossen hier met enige moeite doorheen of overheen komen. De kosten van het plaatsen van een raster dat de vossen voor 100% kan weren blijken onevenredig hoog. Dit blijkt o.a. uit het advies van het Faunafonds.
4. Bent u bereid om de verleende ontheffing in te trekken?
Antwoord: Nee. De ontheffing houder is schriftelijk op de hoogte gesteld van de uitspraak van de voorzieningen rechter, waarin de betreffende ontheffing is opgeschort. Daarmee mag geen gebruik meer gemaakt worden van de ontheffing. De ontheffing is opgeschort in afwachting op de uitspraak van de Raad van State die het Benelux Gerechtshof een aantal vragen gesteld heeft waaruit moet blijken of voor het middel kunstlicht ontheffing kan worden verleend.
Gelet op deze ontwikkeling en in afwachting op de uitspraak van de Raad van State zullen nieuwe aanvragen voor ontheffingen voor het gebruik van kunstlicht niet gehonoreerd worden.
Gedeputeerde Staten van Utrecht,
Voorzitter,
Secretaris,
Interessant voor jou
Vragen over de uitvoering Samenwerkingsovereenkomst Groen Blauwe Structuur met Amersfoort
Lees verderVragen over wilde zwijnen op Landgoed Remmerstein
Lees verder