Bijdrage Kadernota 2016
Bijdrage PS 04.07.2016 agendapunt 6: Statenvoorstel Kadernota 2016
Voorzitter,
De Kadernota 2016 opent met: De economie groeit weer in Nederland en in de provincie Utrecht bovengemiddeld, en onze provincie is één van de meest concurrerende regio’s in Europa, meldt het CPB. Goed nieuws, toch? Allerminst. Want ja, het ECB ziet nog steeds noodzaak in een verdere monetaire stimulans om de economie en de inflatie van de eurozone aan te zwengelen. Kredietverstrekking door banken, zo staat in onze Kadernota te lezen, gaat nog steeds moeizaam en de rente heeft het dieptepunt bereikt. Wat zou hiervoor de oplossing zijn? De Nederlandse economie moet volgens de Kadernota productiever en innovatiever worden.
Volgens orthodoxe economen gaat het bij schaalvergroting, het steeds groter worden van bedrijven, over “schaalvoordelen”. In werkelijkheid zorgt de expansiedrift die ten grondslag ligt aan schaalvergroting ervoor dat sociale-, ecologische- en dierenwelzijnsoverwegingen onverbiddelijk het onderspit delven als zij snelle en gemakkelijke groei in de weg staan. Voor lager opgeleiden betekent werken in fabrieken vaak eentonig, geestdodend werk. Wanneer het gaat om schaalvergroting in de landbouw, gaat dit gepaard met veel dierenleed. Zo worden bijvoorbeeld kippen met duizenden tegelijk in megastallen weggestopt om zo snel mogelijk uit te groeien tot plofkip-formaat. Een provincie die in haar coalitieakkoord een voortrekkersrol op het gebied van duurzame biologische landbouw zegt te willen vervullen, doet er goed aan om de vestiging van een Oekraïense mega-plofkippenfabriek, MHP genaamd, te voorkomen. Tevens zou zij er goed aan doen om de kleinschalige biologische pluimveesector tegen faillissement te beschermen en dierenwelzijn hoog in het vaandel te houden. Maar nee. Op de kritische vragen die de fractie van de PvdA stelde over de voorgenomen vestiging van MHP in Veenendaal, werd door het college geantwoord dat de vestiging van MHP, een vrieshuis en uitsnijderij, goed was voor de economie en werk zou bieden aan 60 lager opgeleiden. De Partij voor de Dieren wordt echter niet blij van deze argumentatie. Eentonig lopendeband werk voor lager opgeleiden als excuus om dierenleed en productieomstandigheden te faciliteren die niet voldoen aan onze eigen al marginale dierenwelzijnseisen. Economische groei en schaalvergroting als excuus gebruiken en daarmee de kleinschalige biologische pluimveehouderijen de nek om draaien, terwijl er toch een voortrekkersrol op het gebied van biologische landbouw te vervullen viel. Het college wilde al geen concrete doelstellingen verbinden aan deze voortrekkersrol en nu krap een jaar later blijkt zelfs het goede voornemen aan de kant gezet. Alles voor de economische groei, ten koste van mens, dier en milieu. De Partij voor de Dieren wil dat de provincie Utrecht niet passief afwacht tot het Rijk iets over de vestiging van MHP zegt, maar stelling neemt tegen dierenleed en geestdodend werk zonder ontwikkelingsmogelijkheden voor lager opgeleiden. Hiertoe dienen wij een motie in, genaamd: Plofkippenfabriek.
De Partij voor de Dieren vindt dat de provincie kwetsbare waarden zou moeten beschermen. Ook op het gebied van de afstemming van het onderwijs op de arbeidsmarkt, en bij haar inzet op het vergroten van ontwikkelingskansen voor jongeren. Echter, het is opvallend dat de provincie zelf diensten en producten die regionaal geleverd zouden kunnen worden, afneemt van niet-regionale aanbieders. Daarom dient de Partij voor de Dieren de volgende motie in: 'Stimulans regionale leer/werk- & stageplaatsen'.
Wat hebben natuur en dieren met economie te maken? Volgens de Faunabeheereenheid Utrecht (FBE) is het doel van de nieuwe Wet Natuurbescherming om een betere verbinding tussen natuur en economie te bereiken, zo staat te lezen in het jaarverslag van de FBE. Goed. Dan zijn we het er in ieder geval over eens dat in deze nieuwe wet niet de natuurbescherming voorop staat. Zijn we het toch nog érgens over eens.
De nieuwe Wet Natuurbescherming zal nadere eisen stellen aan de wijze waarop het faunabeheer, dus de jacht, plaatsvindt. De wet treedt op 1 januari 2017 in werking, maar daar wordt nu alvast op geanticipeerd door de FBE, die tot dusver een bovenwettelijke taak uitvoeren, te voorzien van extra subsidie van de provincie. Nog meer geld voor de jagers dus. Het is de Partij voor de Dieren volstrekt onduidelijk hoe de geldstromen in de FBE lopen. Wat doet de FBE met die subsidie? Het is algemeen bekend dat jagers een soort pachtgeld betalen aan boeren en landeigenaren om op hun grondgebieden te kunnen jagen. Grondbezitters verdienen eraan, en de jagers mogen hun hobby uitoefenen. Een website als www.jachtadvertentie.nl is een ware marktplaats voor vraag en aanbod van jachtvelden. Citaat uit een advertentie: "Ik ben op zoek naar schadebestrijding. Duif, kraai en kauw. Mogelijkheid tot ganzenjacht zou mooi zijn. Tegen nader overeen te komen prijs." Of deze: "Gevraagd: Ganzenschade bestrijding tegen een meer dan zeer uitstekende vergoeding. Discrete overname van een jachtveld. Hogere prijsklasse bespreekbaar." Er staan telefoonnummers bij. Je kunt ze bellen. Zo gaat dat dus. En als er zogezegd schade wordt veroorzaakt door dieren, wordt de landeigenaar ook nog schadeloosgesteld vanuit het Faunafonds. Dat is dubbelop.
Volgens het college is er nu, in de aanloop naar de inwerkingtreding van de nieuwe Wet Natuurbescherming, extra subsidie voor de FBE’s nodig. In 2015 ontving de FBE van de provincie ruim €200.000,- aan subsidie. Dat wordt dit jaar opgehoogd met €75.000,- en vanaf 2017 ontvangt de FBE structureel €125.000,- extra, dat ten laste komt van de algemene middelen. Vraag aan de gedeputeerde: Welke concrete taken voert de FBE uit voor dat extra geld? Uit het jaarverslag van de FBE worden we, behalve als het gaat om afgeschoten dieren, niet veel wijzer. Hoe duidt de gedeputeerde de wens van de jager om een forse prijs te betalen voor zijn “werk” en de extra subsidie die de provincie vervolgens nog extra bijdraagt om de jagers deze hobby uit te laten oefenen? Of wordt er een zak met geld overhandigt en gezegd: ‘Zolang je dit aantal dieren schiet, heb je voldaan aan de minimale prestatie en zijn wij tevreden?’ Wil de gedeputeerde een toezegging doen voor meer transparantie, zodat wij de bestedingen van de FBE zélf kunnen inzien en beoordelen? Wij overwegen een motie in te dienen om de geldstromen in de FBE Utrecht inzichtelijk te krijgen.
Voorzitter, de Partij voor de Dieren vindt dat het een taak van de provincie is om een impuls te geven aan duurzame initiatieven vanuit de samenleving. De gemeente Enschede wil bijvoorbeeld bewoners en organisaties met duurzame initiatieven in 2016 niet laten betalen voor hun vergunningaanvraag. Dat wil zeggen: Als het project waarvoor de vergunning wordt aangevraagd een belangrijke bijdrage levert aan de verduurzaming van de gemeente Enschede. Deze regeling geldt ook voor een eventuele bestemmingsplanwijziging die hierop betrekking heeft. De gemeente Utrecht gaat naar aanleiding van een motie van de Partij voor de Dieren deze mogelijkheden onderzoeken. Daarom dienen wij een motie in om te onderzoeken of – en zo ja, op welke manier – het principe van deze zogenaamde “Groene Leges” zoals deze momenteel op gemeentelijke schaal hier en daar wordt toegepast, zich leent voor toepassing in de provincie Utrecht en de Provinciale Staten hierover te informeren.
Voorzitter, ik dank u wel.
Femke Merel Arissen
Statenlid Partij voor de Dieren
Interessant voor jou
Bijdrage Spoorkruising Maarsbergen
Lees verderBijdrage Energieagenda: Meer grip op voortgang, minder vrijblijvend
Lees verder