Bijdrage SV Kader voor Provin­ciale Program­mering Wonen en Werken


24 april 2024

De provincie Utrecht kent een tiental grote belangrijke ruimtelijke opgaven. Denk aan de energietransitie, landbouwextensivering, natuurherstel, drinkwater, klimaatadaptatie, biodiversiteit en mobiliteit. Maar als wij het programma Wonen en Werken lezen dan moeten al die doelstellingen plaats maken voor de Woningbouw. Jazeker, woningbouw (of liever wonen!) is belangrijk, maar het mag volgend PvdD niet zo zijn dat alles wijkt om groei en woningbouw en te faciliteren.

De doelstelling m.b.t. het aantal nieuwe woningen is volledig gebaseerd op wat wij denken dat onze omgeving zou wensen. We noemen dat dan ‘woningbehoefte’ aangevuld met het ‘woningtekort’. Dit wil de omgeving, dus dit is onze doelstelling! U vraagt, wij draaien. Zonder dit te toetsen met die andere belangrijke ruimtelijke opgaven. Sterker nog, we doen nog even 30% bij op omdat niet alle plannen worden gerealiseerd, wat overigens voor iedere ruimtelijke opgave geldt. Dat noemen we dan ‘overprogrammering’. Klinkende, ingeburgerde begrippen en werkwijzen, die kennelijk exclusief gelden voor woningbouw. Juf Ank, uit de Luizenmoeder zou zeggen: Dat vinden wij niet raar, dat vinden wij heeeel bijzonder!

Het PPWW is een sectorale aanpak van 1 opgave zonder rekening te houden met de vele andere ruimtelijke opgaven die de provincie Utrecht keer op keer niet realiseert. De doelstelling is gebaseerd op het uitgangspunt ‘U vraagt, wij draaien’ met een toegift op de doelstelling van 30%. Dat doet geen recht aan de manier waarop wij als PS besluiten nemen. Stel dat we dezelfde manier van redeneren hadden voor natuurherstel: We zouden dan niet 4.500 ha extra natuur moeten realiseren maar b.v. 10.000 ha als natuurorganisaties en burgers dat graag zouden willen. En dan doen we er nog 30% bovenop want, Tja er is nou eenmaal ook planuitval. Dus dan spreken we af dat de doelstelling 13.000 ha extra natuur wordt. Als we deze manier van redeneren gebruiken voor al onze doelen, dan hebben we al snel 2 provincies nodig.

En zelfs als we die grote getallen van 82.000 woningen tot en met 2030 opschrijven, dan verandert er in de praktijk niet veel. Meer dan 7.000 of 8.000 woningen per jaar worden er echt niet gebouwd. Dat gaf gedeputeerde v Muilekom ook aan in de Cie OGV. Dat is een extra reden om niu een kader te presenteren waarmee wij prioriteiten geven aan specifieke type woningen, manieren van bouwen en keuze van locaties. Dat is voor een heel klein deel gelukt: er is aandacht voor betaalbare woningen en er is aandacht voor toekomstbestendig bouwen.

Wat helaas ontbreekt is bijvoorbeeld een kader over type woningen o.b.v. demografische ontwikkelingen, bv gericht op meer eenpersoons huishoudens. Of voor welke toekomstige bewoners we graag woningen willen toevoegen, b.v. mensen die werken in de zorg of onderwijs of voor starters of voor ouderen, waar de CU, GL en CDA nu om vragen in hun moties.

Wat ook ontbreekt is een helder kader waar we woningbouw willen toestaan en waar niet. Terwijl ruim de helft van onze provincie bestaat uit grasland worden keer op keer juist onze bossen gekapt voor woningbouw. Denk aan het ‘natuurinclusief bouwen’ bij Landgoed Oude Tempel. En dat terwijl we de natuurdoelen al jaren niet realiseren en we zelfs niet in staat zijn om de budgetten die we reserveren voor natuurontwikkeling daadwerkelijk te gebruiken. Een kader voor Wonen en Werken kan niet zonder een betere bescherming van onze bossen, natuur en groengebieden.

Wij hebben vragen GS te reageren op onze inbreng en we hebben daarnaast 2 vragen aan GS:

1. Waarom gaan we bij woningbouw uit van overprogrammering en bij al die andere opgaven zoals natuurherstel niet, terwijl hier ook planuitval is en de doelen in ieder geval sinds 2019 niet gerealiseerd zijn.

2. Hoe gaat GS met dit PPWW programmeren voor gewenste woningen en doelgroepen, gewenste locaties en afwegingen tussen diverse ruimtelijke opgaven?

Dan over het besluit:

De amendementen van D66 over het niet verruimen van de werkingsduur en het niet zonder besluit van PS programmeren van bedrijventerreinen dienen we mede in. Dat geldt ook voor het PvdA amendement over het realiseren meer betaalbare woningbouw.

Daarnaast dienen we samen met SGP en 50PLUS een amendement in waarin we de besluit tekst van beslispunt 5 graag hetzelfde laten zijn als de tekst in het kader. Dus dat PU in gesprek gaat met partners gericht op ambitieniveau Zilver of Goud, gericht op woningbouw vanaf 2026. Daarbij hebben we de toevoeging dat PU partners intensiever stimuleert. In de prakrijk blijkt dit een belangrijke schakel.

We dienen ook een motie in waarin we GS oproepen om als PU het goede voorbeeld te geven en to ‘practice what you preach’. Door zelf voor toekomstbestendig bouwen het ambitieniveau Goud te kiezen laten we zien dat we dit serieus nemen en laten we zien dat er meer nodig is dan het wettelijk minimum of alleen niveau brons. De doelen van Goud sluiten goed aan bij de doelen van PU en bovendien hebben diverse gemeenten in 2022 al gekozen voor goud, zoals Utrecht, Bunnik, Rhenen en Amersfoort.

Tot slot een oproep:

De Fractie PvdD is niet enthousiast over het sectorale programma PPWW. Gelukkig is er dit jaar met de totstandkoming van de nieuwe omgevingsvisie een goed moment om wel die noodzakelijke lastige afwegingen te maken waarbij wij kunnen kiezen hoe we PU echt toekomstbestendig maken. Dat past ook 100% bij de wet Versterking regie volkshuisvesting. Deze wet zorgt ervoor dat overheden weer gaan sturen op hoeveel, waar en voor wie zij gaan bouwen. Daar hadden wij met het kader PPWW graag een begin mee gemaakt. Dat is nu niet gelukt, maar wij vragen GS en onze mede statenleden om hier zo snel als mogelijk toch invulling aan te geven en daarbij een daadwerkelijk kader voor wonen en werken te ontwikkelen.