Toespraak begroting

In deze begroting zijn wij geen alarmerende zaken tegengekomen. Er lijken echter het komende jaar een aantal zeer alarmerende ontwikkelingen op ons af te komen vanuit het kabinet. Het rijk gaat bezuinigen op zaken die de Partij voor de Dieren na aan het hart liggen, denk bijvoorbeeld aan de EHS. Daarnaast is duidelijk dat bescherming van het milieu de komende tijd veel moeilijker zal worden door de kabinetsvoornemens.

De financiering van de robuuste ecologische verbindingszones (in Utrecht zijn dat de Groene Ruggengraat en Utrechtse Heuvelrug/Veluwe) wordt met ingang van volgend jaar geschrapt door het rijk. Bovendien zal er nog minder geld beschikbaar gesteld worden voor realisatie EHS. Is het zo erg dat er minder geld is voor realisatie EHS en verbetering kwaliteit EHS? Dit vormt veel minder een probleem als we althans zorgen dat de bestaande natuur behouden blijft. Meer natuur is natuurlijk van groot belang. Maar van nog veel groter belang is dat we de juiste condities voor natuur creëren. Dat hoeft geen cent te kosten. Wij kunnen dat realiseren door het aantal gehouden dieren in onze provincie te verminderen. Daarmee verminderen wij de hoeveelheid zware metalen + nitraat + fosfaat + ammoniak. Om te beginnen, moeten wij nieuwvestiging en uitbreiding van intensieve veehouderij in onze provincie niet meer toestaan. Dit kan middels de Provinciale ruimtelijke verordening. Zo eenvoudig, en er hoeft geen enkel budget voor vrijgemaakt te worden. Waarom zouden wij klagen over minder geld, als we zelf nog zoveel kunnen doen zonder geld uit te geven? En het mooie is dan, dat we daarmee meteen ook weer flinke stukken regenwoud redden. Dat is ook natuur en wel zeer waardevolle. Hoe minder intensieve veehouderij, hoe minder import van sojaveevoer en hoe minder wij beslag leggen op regenwoud.

Bij de gedachte aan inperking van de veestapel maakt de VVD zich ongetwijfeld direct zorgen over de gevolgen voor de Nederlandse economie. Dat is gelukkig absoluut niet nodig. Er zal natuurlijk een enorme verschuiving van gelden optreden. Het betekent namelijk dat de Braziliaanse economie en de vernietiging van regenwoud minder gesponsord wordt door Nederland. Het betekent ook dat de burger minder belasting hoeft te betalen, want voor het behoud van de vee-industrie en het verminderen van de negatieve effecten ervan is een enorm ambtenarenapparaat opgetuigd dat zich dient te buigen over een veelheid aan maatregelen en subsidiestromen. Natuurlijk zullen er banen verloren gaan, maar hoe reëel is het om al die banen met belastinggeld overeind te houden? Laten we dan liever banen creëren in landbouw gericht op productie van plantaardige eiwitten. Dat heeft ook als positief gevolg dat er minder broeikasgasuitstoot zal zijn.

Zoals ik al zei, wij hebben in onze provincie waardevolle natuur, die we vooral moeten zien te behouden. Onlangs hebben wij contact gehad met Natuurmonumenten over Natura-2000 gebied Botshol, om van hen te vernemen of de 200 visvergunningen die daar zijn verleend een probleem voor de natuur kunnen vormen. De vergunningen zijn dagvergunningen, die op datum staan, waardoor mensen maar 1 dag met zo'n vergunning kunnen vissen. Natuurmonumenten heeft bewust voor vergunningen van 1 dag gekozen, omdat deze volgens hen weinig impact hebben op de natuur. Het enige probleem is volgens hen echter de handhaving. Die is op dit moment niet goed, waardoor zo'n vergunning vaak niet gedagtekend wordt en dus meerdere keren gebruikt kan worden.

De provincie heeft de 200 visvergunningen als bestaand gebruik zonder significant schadelijke effecten op de natuur gekwalificeerd. Indien geen goede handhaving plaatsvindt, zouden er wellicht wel significant schadelijke effecten kunnen optreden. Wij vinden het dan ook van belang dat er ingezet wordt op betere handhaving. Daarom verzoeken wij het college van Gedeputeerde Staten om zich in te zetten voor verbetering van de handhaving van visvergunningen in Natura 2000 gebieden. Wij hopen dat Gedeputeerde Staten een motie hiervoor overbodig zullen maken.
Voorts hebben wij een vraag over het kabinetsvoornemen om de Crisis en Herstelwet (CHW) permanent te maken. Dit heeft ook gevolgen voor het milieubeleid, omdat in de zogenaamde milieuontwikkelingsgebieden, milieuregelgeving buiten werking kan worden gesteld. Graag worden wij op de hoogte gebracht van de consequenties hiervan voor het milieu in de provincie Utrecht.