Toespraak partiële herziening struc­tuur­visie nationale land­schappen


3 juni 2010


Als ik hoor spreken over landschappelijke kwaliteiten, dan is het laatste waaraan ik zou denken een bio-industrie stal. Sterker nog: mooi landschap is wat mij betreft onverenigbaar met grote, lelijke stallen. De werkgroep die de Voorloper Groene Hart had opgesteld, deelde deze mening en besloot om in de Voorloper de bepaling op te nemen dat nieuwvestiging van niet-grondgebonden veehouderij in het Groene Hart niet is toegestaan. De Voorloper Groene Hart is vorig jaar aangenomen door de Statenleden zonder enig bezwaar tegen deze bepaling. Besloten werd toen dat de Voorloper in de Structuurvisie verwerkt zou gaan worden. Vervolgens werd bepaald dat de in de Voorloper vastgelegde kernkwaliteiten verwerkt zouden worden in een thematische structuurvisie, nu genaamd de partiële herziening van de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie voor de Nationale Landschappen. Groot was dan ook mijn verbazing toen ik tot de ontdekking kwam, dat de bepaling niet in deze partiële herziening is overgenomen, hoewel expliciet is aangegeven dat de herziening is opgesteld om de landschappelijke kwaliteiten te behouden. Een pleidooi van mijn kant om het er alsnog in op te nemen, leidde helaas niet tot een wijziging. Ook een zienswijze van de NMU met dezelfde strekking leidde niet tot een wijziging. Tot nu toe heb ik geen enkel inhoudelijk argument vernomen voor het weglaten van de bepaling. Alleen procedurele argumenten zijn genoemd. Maar hoe kan je nu een Herziening van de Structuurvisie over de landschappelijke kwaliteiten vaststellen zonder een waarborg op te nemen ter voorkoming van aantasting van deze kwaliteiten? Nog afgezien daarvan, wie kan er nou voorstander van zijn dat de bio-industrie in deze provincie zich uitbreidt? Hoe lang moeten we nog dralen voordat we eindelijk een halt toeroepen aan de uitbreiding hiervan? Door de Voorloper aan te nemen, hadden we al besloten om geen nieuwvestiging van intensieve veehouderij in het Groene Hart toe te staan. Dan is het toch vanzelfsprekend om deze bepaling ook in deze herziening van de Structuurvisie te zetten? Wat let ons om ons aan ons eigen besluit te houden?
Bij deze wil ik daarom een amendement indienen waarvan het dictum luidt:
Het bij het voornoemde voorstel behorende ontwerpbesluit te wijzigen, als volgt:

I. Aansluitend aan onderdeel 1 van het besluit wordt toegevoegd de volgende tekst:
“, met dien verstande dat aan paragraaf 3.3.1 (Kernkwaliteiten Groene Hart) onder het kopje “Openheid” op pg. 8 van de partiële herziening van de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie voor de Nationale Landschappen wordt toegevoegd:

“Grootschalige niet-grondgebonden veehouderij is gebiedsvreemd voor het Groene Hart en kan de kernkwaliteiten schaden. Daarom worden geen mogelijkheden geboden voor nieuwvestiging van niet-grondgebonden veehouderij.”

Interessant voor jou

Toepspraak Waterplan

Lees verder

Toespraak voorjaarsnota

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer