Toespraak tussen­balans NV Utrecht

De nadere gebiedsverkenningen hebben in onze ogen een gunstigere ontwikkelingsvisie opgeleverd dan de oorspronkelijke NV-Utrecht visie. Er zal minder grootschalige bebouwing in polder Rijnenburg plaatsvinden volgens de Tussenbalans. Gekeken wordt naar de koppeling van uitbreiding van woningen aan Openbaar Vervoer. Er is meer aandacht voor het revitaliseren van de oude bedrijventerreinen en de opgave voor nieuwe bedrijventerreinen blijkt kleiner te zijn. Dat zijn positieve ontwikkelingen. Aangaande woningbouw zijn wij echter van mening dat de nadruk moet liggen op het enkel accommoderen van de regionale behoefte aan woningbouw en het voorkomen dat er een aanzuigende werking optreedt. De behoefte aan woningen in de provincie Utrecht lijkt immers onverzadigbaar vanwege de centrale ligging en volledig in deze behoefte voorzien heeft ernstige verkeersproblemen tot gevolg. Wij pleiten daarom voor kleinschalige woningbouw in plaats van enorme Vinex-locaties die het landelijk gebied en de groene ruimte aantasten. Kleinschalige woningbouw is mogelijk middels een ruimere regeling voor het toestaan van woningbouw aan mensen die bereid zijn in te schikken op het eigen erf op voorwaarde dat bijgebouwen of agrarische gebouwen van gelijk oppervlak worden gesaneerd of aan agrariërs die bereid zijn om om te schakelen naar biologische bedrijfsvoering. Herallocatie van ruimte kan op vrijwillige basis leiden tot meer woonruimte, vitalisering van dorpsgemeenschappen en een betere benutting van infrastructuur. Via het geven van meer vrijheid tot bouwen in bebouwde gebieden van de groene ruimte kan een enorme impuls gegeven worden aan de economie, werkgelegenheid en woonruimteverdeling, zonder dat dit ten koste gaat van overheidsuitgaven.
Wat betreft de binnenstedelijke woningbouwopgave pleiten wij er voor om splitsing van woningen in kleinere wooneenheden te stimuleren met een subsidieregeling, zodat meer zelfstandige woonruimte beschikbaar komt op de woningmarkt en minder nieuwe woningen gebouwd hoeven te worden en het binnenstedelijk groen daardoor niet verloren hoeft te gaan.

Voorts willen wij graag de aandacht vestigen op het overschot aan kantorenlocaties. In de Tussenbalans is aangegeven dat er voor kantorenlocaties tot 2015 en daarna voldoende is opgenomen in de ruimtelijke plannen. De vraag is echter of er niet teveel ruimte is gepland voor kantorenlocaties en hoe de provincie nu een rol kan spelen om de bouw van nieuwe kantoorlocaties af te remmen. Graag vernemen wij van de gedeputeerde of de provincie voldoende zicht heeft op de afstemming van het aanbod en de vraag naar kantoorlocaties en eventuele overschotten en of de gedeputeerde voornemens is om hierin een regierol op zich te nemen.

Wanda Bodewitz