Toespraak uitvoering Route­kaart Agenda Natuur


19 oktober 2008

In de Routekaart Agenda Natuur is agrarisch landschapsbeheer nieuw als aandachtspunt opgenomen. Het voor de Routekaart nieuwe thema staat tamelijk summier beschreven. Het geeft dan ook weinig stof tot discussie. Desondanks roept het bij ons veel vragen op. Welke elementen kunnen wij als essentiële kwaliteiten van de landschappen van de provincie Utrecht benoemen? En op welke cultuurhistorische elementen zal het agrarisch landschapsbeheer zich richten? Wat is de reikwijdte van het programma agrarisch landschapsbeheer? Graag waren wij over dit soort zaken de discussie aangegaan. Behoren bomen in het weiland bijvoorbeeld tot cultuurhistorische elementen? Vroeger stonden in bijna ieder weiland heggen, bosjes en grote bomen. Tegenwoordig zie je vaak alleen nog kale grasvlaktes, begrensd door prikkeldraad of sloten. Het vee staat verschrikkelijk te puffen in de hete zon of zonder bescherming in de striemende regen. In onze ogen past daarom een project als “Bomen voor Koeien” in het streven naar een meer natuurlijk platteland. Wij pleiten er dan ook voor om als provincie niet alleen betrokken te zijn bij projecten zoals Nederland Mooi en Agenda Landschap, maar ook bij het project “Bomen voor Koeien”. Graag vernemen wij van de gedeputeerde of GS bereid is om ook aan dergelijke projecten aandacht te besteden.

Ook de omschrijving van natuureducatie is tamelijk summier vormgegeven. Ik citeer: “Onder natuureducatie verstaan wij het bewust en doelgericht scheppen van voorwaarden en organiseren van activiteiten die bijdragen aan vermeerderen van kennis en inzicht in de betekenis van de natuur om daarmee besef te ontwikkelen en handelen te beïnvloeden.” Een mooie volzin, maar niet alleen inzicht in de betekenis van natuur is van belang, maar vooral ook het vergroten van inzicht in de schadelijkheid van bepaalde handelingen voor de natuur. Vanzelfsprekend dienen mensen allereerst bewust gemaakt te worden van het belang van de natuur voor mens en dier, maar vervolgens is kennis van de mogelijke positieve en negatieve gevolgen van het eigen handelen voor de natuur essentieel. Zo is bijvoorbeeld bij veel mensen niet bekend wat de negatieve gevolgen zijn van hengelen voor de natuur (denk aan achtergebleven lijnen en haken waarin vogels verstrikt raken; het feit dat vissen die worden teruggeworpen meestal alsnog het leven laten; de eutrofiëring door het lokvoer; loodverontreiniging; de vertrapping van waterkanten waardoor oeverplanten beschadigd raken en oeverafkalving eerder optreedt; en dan hebben we het nog niet eens over het leed dat de vissen wordt aangedaan). Een ander voorbeeld: verstoring van de natuur door recreatie. Nog een voorbeeld: het importeren en in het wild loslaten van exoten zoals waterschildpadden die een langzame hongerdood sterven in de Nederlandse wateren. Wij pleiten er dan ook voor om ook dierenwelzijn onderdeel uit te laten maken van natuureducatie.

In Fase 1 van het project natuureducatie zal een programmateam samengesteld worden met een aantal vertegenwoordigers van organisaties die kennis en ervaring hebben met natuureducatie. In paragraaf 2 worden een aantal organisaties genoemd die activiteiten verzorgen op het vlak van natuureducatie en –communicatie. De Dierenbescherming staat niet opgesomd in dit rijtje, maar is wel actief op dit terrein. Wij verzoeken om ook de Dierenbescherming te betrekken bij de samenstelling van het programmateam om eveneens aandacht uit te laten gaan naar onderwerpen zoals hengelen en uitzetten van uitheemse dieren in de natuur en wat te doen wanneer dieren in het wild hulpbehoevend zijn of lijken te zijn. Graag vernemen wij van de gedeputeerde hoe hij hier tegenover staat.

Het derde voorstel dat in de uitvoering van de Routekaart is opgenomen, is de monitoring van de kwaliteit van de natuur. Het verheugt ons dat hiernaar meer aandacht uit zal gaan. Wel vinden wij het zorgwekkend dat er nog geen plannen lijken te zijn voor frequentieverhoging in de monitoring. Nu wordt ieder jaar ca. een tiende van het oppervlak van de provincie geïnventariseerd. Dit betekent dat elk gebied gemiddeld eens in de 10 jaar wordt bezocht. In onze ogen is dit te weinig frequent en wij pleiten er dan ook voor om geld vrij te maken voor verhoging van deze frequentie.

Wanda Bodewitz

Interessant voor jou

Toespraak KRW-maatregelen

Lees verder

Toespraak tussenbalans NV Utrecht

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer