Amen­dement Ambitie 7: Landbouw zonder dierenleed - aange­nomen

Provinciale Staten van Utrecht vergaderen op 5 februari 2025 en bespreken het SV Ambities landbouw en voedsel provincie Utrecht 2050.

Provinciale Staten besluiten:

Om de tekst in Kaderstellende notitie Ambities landbouw en voedsel Provincie Utrecht 2050, onder ambitie 7 (Dierwaardige veehouderij), pagina 5-6, de volgende zinnen toe te voegen voor de eerste zin ‘Vanuit de Wet dieren etc’ (aanpassingen in groen): 

“De Provincie Utrecht streeft naar een landbouw zonder dierenleed. Een omschakeling naar zoveel mogelijk natuurinclusieve akkerbouw is daarom noodzakelijk. Bestaande veehouderijen worden gestimuleerd en ondersteund om de intrinsieke waarde en het natuurlijke gedrag van het dier centraal te zetten in de bedrijfsvoering. Vanuit de Wet dieren wordt gestuurd op wettelijke verplichtingen en afspraken die zorgen voor een dierwaardige veehouderij. In de gebiedsprocessen die in het kader van het Utrechtse Programma Landelijke Gebied zijn ingericht, is dierenwelzijn onderdeel van het gesprek met de gebiedspartijen. Etc.”             

Aanleiding:

Het Statenvoorstel Ambities Landbouw en voedsel Provincie Utrecht heeft als doel een visie te formuleren voor een duurzame toekomst in onze provincie. Daarvoor worden 10 ambities geformuleerd die deze visie ondersteunen.

In deze amendementen op de ambities maken wij een duidelijke keuze voor duurzame, natuurinclusieve, biologische landbouw waarin geen plaats is voor dierenleed en waar voedsel geproduceerd wordt in harmonie met de natuur. De instrumenten die de Provincie heeft worden daarvoor ingezet (subsidies, kennis en deskundigheid, samenwerkingen/netwerken) en neemt de provincie de verantwoordelijkheid om deze ambitie te realiseren, niet alleen door te stimuleren en te faciliteren, maar ook door kaders en normen vast te stellen.

Argumenten:

1. De urgentie om de problematiek in de landbouw aan te pakken wordt naarmate de tijd verstrijkt steeds groter. Dit blijkt uit de sterk verslechterde staat van de natuur en de vervuiling van onze leefomgeving door grote hoeveelheden aan mest en andere vervuilende stoffen. Gezaghebbende organisaties en wetenschappelijke instituten (zoals PBL, de WUR, Deltares en het RIVM) luiden keer op keer de noodklok en geven aan dat we per direct moeten gaan werken aan het terugdringen van uitstoot en vervuiling veroorzaakt door de intensieve landbouw in Nederland.^[1]

2. De jurisprudentie laat zien dat de Nederlandse overheden niet langer ingrijpende maatregelen voor zich uit kunnen schuiven. Natuur- en milieuorganisaties worden keer op keer in het gelijkgesteld door de rechter, zoals ook in de recente zaak die Greenpeace heeft aangespannen tegen het Rijk, waarin de rechter oordeelt dat de overheid te weinig heeft gedaan om stikstof te reduceren, per direct maatregelen moet nemen om de meest kwetsbare natuur te beschermen, en voor 31 december 2030 moet zorgen dat op de helft van de stikstofgevoelige natuur niet achteruitgaat – zoals wettelijk is vastgelegd.^[2]

3.  Ambities moeten dusdanig vormgegeven zijn dat ze een sterk kader bieden voor daadwerkelijke omslag en een reductie van stikstofuitstoot en andere vormen van vervuiling. De 10 ambities die nu ter besluitvorming voorliggen kunnen concreter en ambitieuzer geformuleerd worden. Zo wordt er bijvoorbeeld niet geprioriteerd als het gaat om het type bedrijven of het soort innovatie waar de provincie op wil inzetten, en wordt niet concreet gemaakt hoeveel procent van het landbouwareaal biologisch zal zijn in 2050. Met deze amendementen willen wij de doelen concreter en scherper maken, met oog op de zeer urgente opgaven in het kader van de verbetering van milieu, natuur, water, klimaat en leefomgeving. 

Toelichting amendement:

Ambitie 7:

De formulering van dit punt in de kaderstellende notitie is geen ambitie. Er wordt weliswaar aangegeven in welke programma’s en op welke niveaus dierwaardigheid een rol kan spelen, maar niet concreet aangegeven wat het doel is voor 2050 als het gaat om dierwaardigheid. Dit amendement biedt een voorstel om het doel concreter te maken: het doel zou moeten zijn om actief dierenleed tegen te gaan in de landbouw, vanuit een integrale en onderbouwde visie op dierwaardigheid. Vanuit die visie wordt biologische akkerbouw gestimuleerd en bestaande veehouderijen aangemoedigd en ondersteund om de intrinsieke waarde en het natuurlijke gedrag van het dier als uitgangspunt te nemen in de bedrijfsvoering. Deze ambitie sluit aan bij de moties Utrechtse Aanpak Dierenwelzijn (februari 2019) en Ook onze Transitie: dierenwelzijn in het UPLG (juni 2023).

 Indiener(s)

Naam/namen en fractie/fracties

Jesseka Batteau, Partij voor de Dieren

^[1] https://nos.nl/collectie/13901/artikel/2510408-plannen-voor-natuur-stikstof-en-klimaat-onvoldoende-om-doelen-te-halen

^[2] https://www.bnr.nl/nieuws/duurzaamheid/10565321/rechter-doet-cruciale-uitspraak-in-stikstofzaak