‘Water­fractie’ PvdD stelt vragen over Ameri­kaanse rivier­kreeft


25 maart 2009

De ‘waterfractie’ van de Partij voor de Dieren bij Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden heeft vragen gesteld aan het college van dijkgraaf en hoogheemraden over de geknobbelde Amerikaanse rivierkreeft. De Stichtse Rijnlanden heeft namelijk subsidie gekregen van het ministerie van Verkeer en Waterstaat om naar dit dier onderzoek te doen in haar beheersgebied. Uit de berichtgeving hieromtrent lijkt het echter alsof deze subsidie slechts gebruikt gaat worden om bestrijdingsmethoden te ontwikkelen. Wat de Partij voor de Dieren betreft zou dit een verkeerde manier zijn om deze gelden te besteden. Over de rivierkreeft zelf, en wat zijn aanwezigheid betekent voor het ecosysteem, is namelijk nog weinig kennis voorhanden. De subsidie zou dus in eerste instantie gebruikt moeten worden om de algemene kennis over deze diersoort te vergroten. Daarnaast zou er gekeken moeten worden welke invloed het aanleggen van waterbouwkundige kunstwerken, zoals gemalen, heeft op het functioneren van het totale ecosysteem.
Door het stellen van vragen hoopt de Partij voor de Dieren meer duidelijkheid te krijgen over de doelstellingen van het onderzoek.
De fracties van Waterschap@inwonersbelangen en de ChristenUnie zien ook het belang in van deze zogenaamde art.40-vragen en zijn mede-indiener. Daarmee hebben de genoemde fracties tevens een ‘historische primeur’, want voor het eerst in de geschiedenis van De Stichtse Rijnlanden zijn er hiermee politiek formele vragen ingediend op basis van het Reglement van Orde.

Hier de ingediende vragen:


Datum: 2 maart 2009
Onderwerp: Schriftelijke vragen ex art. 40 van het Reglement van Orde aan het college van dijkgraaf en hoogheemraden, gesteld door Willem van der Steeg (Partij voor de Dieren), Hink Ketting en Piet Terpstra (Waterschap@inwonersbelangen) en Jaap Verweij (ChristenUnie), betreffende KRW-Innovatiesubsidie om onderzoek te doen naar de geknobbelde Amerikaanse rivierkreeft.

Geacht college van dijkgraaf en hoogheemraden,

Toelichting

In de nieuwsbrief Lopend Vuur nr. 5, 16 februari, staat dat De Stichtse Rijnlanden voor drie projecten KRW-Innovatiesubsidie heeft binnengehaald. Eén van de projecten betreft de Amerikaanse rivierkreeft in het veenweidegebied. De nieuwsbrief vermeldt dat het bij dit project gaat om het ontwikkelen van methoden om de geknobbelde Amerikaanse rivierkreeft te bestrijden.

Naar aanleiding van het voorgaande, willen wij de volgende vragen stellen:

In de berichtgeving omtrent de geknobbelde Amerikaanse rivierkreeft wordt al gesproken over bestrijding. Afgezien van het feit dat eventuele bestandregulering een kostbaar fenomeen zal zijn, is er nog weinig specifieke kennis voorhanden over deze diersoort. Ook de in 2006 uitgevoerde ‘quick scan’ in de Kamerikse Wetering heeft niet geleid tot de zekere conclusie dat de geknobbelde Amerikaanse rivierkreeft de veroorzaker is van de ecologische problemen ter plekke.

1. Bent u het met ons eens dat eerst onomwonden vastgesteld dient te worden met welke ecologische implicaties de aanwezigheid van de geknobbelde Amerikaanse rivierkreeft überhaupt gepaard gaat en dat de door het ministerie van Verkeer en Waterstaat verleende subsidie in eerste instantie gebruikt dient te worden om de algemene kennis over deze diersoort te vergroten? Zo neen, waarom niet?

2. Bent u het met ons eens dat kennisvermeerdering integraal moet zijn en zich niet alleen
dient toe te spitsen op kennisvermeerdering hoe te bestrijden? Zo neen, waarom niet?

3. Wat zal de exacte doelstelling zijn van het onderzoek cq. de besteding van de
KRW-Innovatiesubsidie?

De geknobbelde Amerikaanse rivierkreeft heeft natuurlijke vijanden zoals de paling, de baars, de snoek en de snoekbaars. De aanwezigheid van voldoende grote predatoren zou een duurzame en natuurlijke bijdrage kunnen leveren. Nederland kent echter tal van waterbouwkundige kunstwerken die het voor vissen onmogelijk maken om te migreren van het ene naar het andere leefgebied.

4. Gaat Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden ook onderzoeken in hoeverre de
aanwezigheid van kunstwerken van invloed is op het eventuele ontbreken van
voldoende natuurlijke predatoren in het veenweidegebied?
M.a.w., worden mogelijkheden tot vismigratie en de eventuele aanwezigheid van
natuurlijke vijanden (voldoende grote vis) integraal onderdeel van het onderzoek naar
de geknobbelde Amerikaanse rivierkreeft? Zo neen, waarom niet?

De geknobbelde Amerikaande rivierkreeft is tevens aaseter. Daarmee zou er een verband kunnen zijn tussen de aanwezigheid van deze diersoort in de buurt van gemalen waar vissen verhakseld worden en de visonveiligheid van deze gemalen. Het westelijk veenweidegebied kent veel visonveilige/visonvriendelijke knelpunten cq. gemalen. De Stichtse Rijnlanden heeft in 2008 een projectvoorstel ingediend in het kader van het ‘Programma uitvoering KRW-maatregelen Provincie Utrecht’. Het voorstel benoemt 27 knelpunten in het westelijk veenweidegebied, waaronder 12 gemalen. Het projectvoorstel ‘Vispassages westelijk veenweidegebied’ is weliswaar opgenomen in het programma op basis van 50% subsidiëring, maar is vooralsnog door de provincie op het ‘reservebankje’ geplaatst.

5. Wordt er ook onderzoek gedaan naar een mogelijk verband tussen de aanwezigheid van
rivierkreeft in het veenweidegebied en de aantrekkelijkheid van het gebied voor de
rivierkreeft, doordat er visonveilige gemalen zijn (en er dus aas aanwezig is)?

6. Wanneer uit onderzoek zou blijken dat er een relatie is tussen visonveiligheid van gemalen
en de aanwezigheid van rivierkreeft en/of wanneer blijkt dat de knelpunten in het gebied
verhinderen dat er voldoende predatoren in het gebied aanwezig zijn, bent u dan bereid om
deze informatie aan te wenden om alsnog het genoemde projectvoorstel gehonoreerd te
krijgen bij de provincie Utrecht?

7. Bent u het met ons eens dat de introductie van exoten in het Nederlandse ecosysteem, een
neveneffect is van de ongebreidelde handel in exotische planten en diersoorten en het vaak
onzorgvuldige gedrag van handelaren en kopers?
Zou u dienaangaande namens De Stichtse Rijnlanden richting het ministerie van LNV
willen aangeven, al dan niet in samenwerking met de Unie van Waterschappen, dat betere
voorlichting hierover en regulering van deze handel gewenst is? Zo neen, waarom niet?


Ter afdoening van deze vragen geniet schriftelijke beantwoording onze voorkeur.

Namens de fractie van de Partij voor de Dieren, Waterschap@inwonersbelangen en de ChristenUnie en hoogachtend,

Willem van der Steeg
Hink Ketting
Piet Terpstra
Jaap Verweij

Gerelateerd nieuws

Ga mee met werkgroepleden naar themadag genetische manipulatie

Op zondag 15 februari gaan enkele leden van de werkgroep naar de themadag over genetische manipulatie in Ravenswoud in Friesl...

Lees verder

Partij voor de Dieren roept gemeenten op tot het weren van circusdieren

Utrecht, 30 maart 2009 De Partij voor de Dieren roept de gemeenten in Utrecht op om circusdieren te weren. Gemeenten zouden,...

Lees verder