Provincie verward over burger­ini­ti­atief ‘Stop de hobby­jacht’

Utrecht, 6 september 2016 – Het burgerinitiatief ‘Stop de Hobbyjacht’ heeft tijdens de commissiebehandeling in de provincie Utrecht tot grote verwarring geleid. In dit burgerinitiatief wordt opgeroepen om de hobbyjacht op de vijf vrij bejaagbare diersoorten te stoppen. De Statencommissie adviseert om het initiatief - gelet op de verwarring - van de agenda voor de komende Statenvergadering te halen. Het presidium legt dit advies echter naast zich neer. De Utrechtse Statenfractie van de Partij voor de Dieren pleit voor een zorgvuldige en zuivere besluitvorming.

Op maandag 5 september werd het burgerinitiatief ‘Van vogelvrij naar kogelvrij, stop de hobbyjacht!’ in de commissie Ruimte Groen en Water (RGW) van de provincie Utrecht besproken. Ruim 1.600 stemgerechtigde burgers uit de provincie Utrecht roepen de provincie daarin op om de hobbyjacht op de vijf vrij bejaagbare diersoorten (wilde eend, houtduif, fazant, haas en konijn) te stoppen. De initiatiefnemer van het burgerinitiatief kreeg in de commissie de gelegenheid om uit te leggen dat het doden van dieren louter voor het genoegen van de jager volledig onnodig is, veel dierenleed veroorzaakt, geen enkel redelijk doel dient en schade toebrengt aan de biodiversiteit.

Aanleiding voor de verwarring die daarop ontstond zijn de bevoegdheden van de provincie ten aanzien van de jacht. In de nieuwe Wet Natuurbescherming, die 1 januari 2017 in werking zal treden, zijn taken op het gebied van natuurbescherming, -beheer en de jacht door het Rijk aan de provincies overgedragen. Echter, in antwoord op vragen uit de Eerste Kamer stelt Staatssecretaris Van Dam van Economische zaken dat de provincies niet de bevoegdheid zouden hebben om de jacht te beperken. De provincie Utrecht wilde het burgerinitiatief daarom aanvankelijk ongeldig verklaren, omdat de oproep die de initiatiefnemers doen niet onder de bevoegdheid van de provincie zou vallen.

De Statenfractie van de Partij voor de Dieren heeft in de commissie aannemelijk kunnen maken dat de uitleg van de Staatssecretaris niet eenduidig is, dat de juridische houdbaarheid discutabel is en dat er in de Eerste Kamer en in het Interprovinciaal Overleg (IPO) de komende tijd wordt gesproken over de juiste interpretatie van de bevoegdheden zoals de wetgever die bedoeld heeft. Een overgrote meerderheid van de commissie schaarde zich achter het verzoek van de PvdD om de behandeling van het burgerinitiatief van de Provinciale Statenvergadering te halen, en uit te stellen tot het najaar. Het presidium heeft dit vrijwel unanieme commissieadvies luttele uren later naast zich neergelegd door te besluiten de behandeling, ondanks alle onduidelijkheid over bevoegdheden, in een “gewijzigde versie” op de Provinciale Statenagenda te plaatsen.

"Het is bijzonder dat het presidium het eenduidige commissieadvies negeert, zeker omdat Provinciale Staten daarmee op 19 september afstevenen op mogelijk onzorgvuldige en onzuivere besluitvorming. Dat doet geen recht aan het burgerinitiatief van 1.600 betrokken burgers. Het vraagstuk over provinciale bevoegdheden rondom jacht is te complex om nu al tot besluitvorming over te gaan", aldus PvdD Statenlid Femke Merel Arissen in reactie op de ontwikkelingen. "Nu in de provincie Limburg een vergelijkbaar burgerinitiatief is behandeld en aangenomen dreigt ernstige rechtsongelijkheid. De wetsinterpretatie is op dit moment te onduidelijk om tot afwijzing van het burgerinitiatief te komen. Als er iets is waar burgers recht op hebben. is het een diepgaand onderzoek van de nieuwe bevoegdheden van de provincie ten opzichte van de hobbyjacht."