Rapport RU Groningen over het Faunafonds aangeboden aan Gedeputeerde
Statenlid Willem van der Steeg heeft tijdens de Statenvergadering van 7 juli het rapport van de Rijksuniversiteit Groningen over de economische aspecten van het Faunafonds aangeboden aan de Gedeputeerde. Deze heeft toegezegd met een inhoudelijke reactie te zullen komen.
Wetenschappers van de Rijksuniversiteit Groningen hebben in opdracht van de Partij voor de Dieren Zuid-Holland onderzoek gedaan naar de efficiëntie en effectiviteit van het huidige Faunafonds. Hun conclusie luidt dat het Faunafonds inefficiënt is omdat er geen rekening wordt gehouden met de maatschappelijke baten van in het wild levende dieren. Het Faunafonds keert in opdracht van de provincies vergoedingen uit aan landbouwers voor schade die in het wild levende dieren veroorzaken. Per 1 januari 2014 is de verantwoordelijkheid van het Faunafonds overgegaan van het Rijk naar de provincies.
De maatschappelijke kosten van schadebestrijding door de landbouw zijn hoger dan die van de landbouw alleen, aldus de onderzoekers. Voor het afschieten van dieren betaalt de hele maatschappij de prijs, bijvoorbeeld omdat dieren schuwer en minder zichtbaar zijn. Deze prijs wordt niet meegenomen door het Faunafonds. Dat leidt tot meer jacht.
Het beleid zou volgens de onderzoekers meer gericht moeten zijn op het voorkómen van schade van in het wild levende dieren aan de landbouw. De economen pleiten in hun rapport ‘De economische aspecten van het Faunafonds in Nederland’ voor structurele oplossingen in plaats van symptoombestrijding op korte termijn.
Het eigen risico van 5 procent voor de landbouw is in Nederland erg laag vergeleken met andere landen, zoals Canada. Verder wijzen de onderzoekers op de mogelijkheid om schade-uitkering afhankelijk te maken van het aantal in het wild levende dieren in plaats van de incidentele schade, zoals in Zweden gebeurt. Dit leidt in Zweden tot een betere bescherming van het aantal dieren. De Partij voor de Dieren wil deze mogelijkheid nader onderzocht zien.
Tenslotte vragen de wetenschappers zich af of dieronvriendelijke maatregelen zouden moeten worden toegestaan. Want deze vraag is vanuit economisch perspectief alleen te beantwoorden als bekend is in welke mate de gemiddelde Nederlander afkeer heeft van deze maatregelen en wat de extra kosten zijn van het nemen van een andere diervriendelijke maatregel.
Gedeputeerde Krol heeft toegezegd voor het einde van het zomerreces met een inhoudelijke reactie te komen op het rapport.
Gerelateerd nieuws
€10.000 voor Vogelopvang Utrecht
De Stichting Vogelopvang Utrecht kan rekenen op een financiële bijdrage van de provincie. Dit naar aanleiding van een motie d...
Lees verderDiervriendelijke kijk op ganzen
De provincie Utrecht wil vóór 2018 ruim 32.000 ganzen doden. De fractie van de Partij voor de Dieren vindt deze...
Lees verder