Schriftelijke vragen Afhandeling en communicatie over last onder dwangsom Apollo Noord (Groene Hoogte) Soesterberg
Indiendatum: 25 nov. 2024
In 2018 heeft de Provincie Utrecht/RUD een last onder dwangsom opgelegd aan Gemeente Soest nadat de gemeente zonder Wnb ontheffing, 6 ha bos had gekapt voor aanleg van de woonwijk Groene Hoogte in Soesterberg terwijl daar dassen in leefden. De provincie Utrecht eiste in de last onder dwangsom herstel maatregelen die de gemeente niet heeft uitgevoerd. Er is ook geen dwangsom ingevorderd door PU/RUD. Zeven maanden na de bezwaartermijn heeft de provincie Utrecht de last onder dwangsom ingetrokken en heeft de gemeente toestemming gekregen nog 2 ha bos te kappen. Met onderstaande vragen verzoeken wij het college om meer duidelijkheid over deze situatie. Daarnaast zijn wij benieuwd hoe de compensatie er alsnog uit gaat zien.
1. Bent u op de hoogte van het Relaas van een verdwenen ‘last onder dwangsom’ voor de vernietiging van acht hectare essentieel foerageergebied in Soesterberg, van de Stichting Dassenwerkgroep Utrecht & ’t Gooi?
Wij hebben een analyse gemaakt van de gang van zaken aan de hand van onder meer de volgende stukken: Last onder dwangsom Apollo Noord, brief van 4 juni 2018 aan Gemeente Soest over hercontroles, het verzoek tot intrekking van Gemeente Soest, het intrekkingsbesluit van Provincie Utrecht, de brief van GS aan PS waarin is aangegeven dat het GS verkeerde informatie heeft gegeven aan PS en de schriftelijke en mondelinge vragen van Volt en PvdD en de antwoorden van GS. Hieronder is de tijdshorizon van de verschillende stappen aangegeven.
TIJDSHORIZON
Vergunning, kap, controle en dwangsom
Mei 2017 vernietiging van 6 ha bos op terrein Apollo Noord, in opdracht van Gemeente Soest, zonder ontheffing .
15 mei 2017 Melding bij RUD van Das & Boom over kap van 6 ha bos, terwijl er meerdere dassen zaten.
1 sept 2017 RUD waarschuwt Soest n.a.v. kap 6 ha en verbiedt kap van restant 2 ha.
14 nov 2017 RUD verbiedt in brief verdere werkzaamheden.
25 januari 2018 Gemeente stelt plan van aanpak bijv0eren en monitoring op.
15 mrt 2018 RUD informeert naar svz bijvoeren dassen en monitoring.
27 mrt 2018 RUD concludeert dat er geen opvolging is mbt bijvoeren en monitoren.
6 april 2018 RUD namens GS dwangsom nav kap 6 ha, met verbod tot kap 2 ha.
Bijvoeren, zonder resultaat
10 april 2018 start bijvoeren (bijna een jaar na de vernietiging foerageergebied).
18 april en 28 mei 2018 controles RUD op bijvoeren (geen controle op monitoring en het eten van voer).
4 juni 2018 brief RUD bericht Soest dat zij voldoet aan last (!) en daar mee door moet gaan.
september 2018 Gemeente Soest is gestopt met bijvoeren.
30 nov 2018 Op verzoek van gemeente Soest verlengt GS de vangperiode van de dassen.
Intrekking last onder dwangsom
21 januari Gemeente stuurt RUD bezwaarschrift tegen Last onder dwangsom.
12 feb 2019 Besluit RUD namens GS tot intrekking dwangsom, waarmee PU eerdere vernietiging van 6ha foerageergebied geen probleem meer vindt en aangeeft dat 2 ha extra bos gekapt kan worden.
2019 en volgende jaren: Restant bos gekapt en woningen gebouwd op locatie zonder compensatiemaatregelen.
Terugblik op gang van zaken
Juni 2024 statenvragen PvdD aan gedeputeerde: Bijvoeren is gestopt, was er een formeel besluit? Antwoord, nee, was ambtelijke mededeling tussen RUD en gemeente.
11 juli 2024 Woo verzoek besluiten rond Groene Hoogte door Dassenwerkgroep Utrecht & Gooi.
15 september 2024 Relaas van een verdwenen last onder dwangsom (Dassenwerkgroep Utrecht & Gooi) + technische vragen Volt + Praten met de staten bijdrage van Dassenwerkgroep.
1 oktober 2024: GS geeft aan dat PS verkeerd is geïnformeerd, voor het stoppen met bijvoeren was toch een formeel intrekkingsbesluit genomen door GS.
2. Zijn er nog andere relevante belangrijke besluiten, stukken of stappen die nodig zijn om een goed beeld te hebben van de afhandeling van de last onder dwangsom?
Keuze compensatiemaatregelen
Door PU/RUD is een last onder dwangsom (LOD) opgelegd aan Gemeente Soest. Voor het bouwrijp maken van een nieuwe woningbouwlocatie is 6 ha bos vernietigd. Dit was o.a. essentieel foerageergebied van een clan dassen. PU/RUD constateerde een overtreding van de Wet Natuurbeheer, artikel 3.10, lid 1, onder B. Als last zijn twee opties geboden: Herstel van het foerageergebied Apollo Noord (de oorspronkelijke naam van Groene Hoogte) of het voor onbepaalde tijd bijvoeren van de dassen met controle middels een camera.
3. Waarom heeft PU/RUD gekozen voor het bijvoeren van dassen als opgelegde maatregel voor het compenseren van de vernietiging van 6 ha bos, foerageergebied van meerdere dassen, terwijl de maatregel nooit eerder is toegepast en terwijl Stichting Das & Boom in haar brief van 27 maart 2018 aangeeft dat de negatieve verstorende effecten van de maatregel groter kunnen zijn dan de positieve?
4. Waarom heeft PU/RUD gekozen voor bijvoeren als compensatiemaatregel, terwijl het geconstateerde feit (artikel 3.10, lid 1, B) de vernietiging van voortplantingsplaatsen en rustplaatsen betreft? Dat wordt toch niet gecompenseerd met het bijvoeren van dassen?
Toezicht en handhaving
De last onder dwangsom verplicht tot het bijvoeren van de dassen en verplicht tot het plaatsen van een camera ten behoeve van monitoring. Op pagina 2 van de Last onder dwangsom is aangegeven dat een wildcamera moet worden geplaatst om te monitoren dat het voedsel ook daadwerkelijk ten goede komt aan de dassenfamilie. In het Algemene wet bestuursrecht, Artikel 5:31d staat dat onder een last onder dwangsom wordt verstaan:
a. een last tot geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding, en
b. de verplichting tot betaling van een geldsom indien de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd.
5. Bent u met ons eens dat het daadwerkelijk eten van het voer door de dassen, onderdeel is van de last onder dwangsom?
De LOD geeft aan dat de overtreding uiterlijk 11 april 2018 beëindigd had moeten zijn door herstel van het gebied of door de dassen bij te voeren terwijl de dassen het voer daadwerkelijk zouden eten. PU/RUD geeft in haar LOD zelf aan dat zij verplicht is handhavend op te treden (pagina 2).
6. Is GS het met ons eens dat vanaf 11 april 2018 de Gemeente Soest in overtreding was omdat zij niet voldeed aan de opgelegde plichten?
7. Waarom is niet op in de weken na 11 april, toen GS kenbaar was dat niet voldaan werd aan de last, een boete opgelegd van € 20.000 per dag, zoals in de last onder dwangsom opgenomen, terwijl RUD hiertoe volgens haar eigen brief verplicht was?
In de brief van PU/RUD aan de gemeente Soest van 4 juni 2018 staat: ‘Op 18 april en 28 mei 2018 heeft , toezichthouder van de RUD Utrecht, hercontroles uitgevoerd. De maatregelen die u hebt genomen, zijn voldoende: de overtreding is hiermee ongedaan gemaakt.’
8. Op 27 maart 2018 heeft de RUD, n.a.v. informeren bij de gemeente, geconcludeerd dat de gemeente Soest geen wildcamera geplaatst heeft (zoals verplicht in de last onder dwangsom). Op 18 april en 28 mei 2018 heeft de RUD gecontroleerd dat de gemeente voer op locatie heeft achtergelaten. Heeft de RUD ooit gecontroleerd en geconstateerd dat er een wildcamera’s zijn geplaatst en dat de dassen het voer daadwerkelijk hebben gegeten?
In de brief van PU/RUD aan de gemeente Soest van 4 juni 2018 staat: ‘Ondanks dat u de overtreding ongedaan heeft gemaakt, bent u nog steeds verplicht aan de last onder dwangsom te voldoen. De last omvat immers niet alleen het ongedaan maken van de overtreding, maar ook het ongedaan gemaakt houden hiervan. De last wordt daarom niet ingetrokken. Eén jaar nadat de last onder dwangsom van kracht is geworden, kunt u bij ons een verzoek indienen om de last in te trekken. Voorwaarde hierbij is dat er in dat jaar geen dwangsommen zijn verbeurd.’
De gemeente is twee maanden later, op 3 september 2018 gestopt met de poging tot bijvoeren van de dassenclan (blijkt uit logboek Das & Boom), omdat de dassen het voer niet aten.
9. Heeft de gemeente bij PU/RUD toestemming gevraagd om te stoppen met de poging tot het bijvoeren, of heeft de gemeente Soest dit gemeld bij de PU/RUD? Is er door PU/RUD destijds toestemming gegeven om de LOD op te heffen?
10. Waarom is er na 3 september 2018 (toen de gemeente is gestopt met bijvoeren) geen boete opgelegd van € 20.000 per dag, zoals in de last onder dwangsom opgenomen, terwijl RUD hiertoe volgens haar eigen brief verplicht was?
11. Op 3 oktober 2024 ontvingen de leden van PS een brief van GS dat ze niet goed geïnformeerd zijn over de afhandeling van de LOD. Daarin stelt GS dat ‘Soest heeft gehandeld naar aanleiding van de last onder dwangsom’. Is GS het met ons eens dat de Gemeente Soest wel ‘heeft gehandeld naar aanleiding van de LOD’ (gemeente heeft tijdelijke een poging tot bijvoeren gedaan), maar daarmee niet heeft voldaan aan de opgelegde last, gericht op het herstel van de overtreding door het bijvoeren plus cameramonitoring waaruit blijkt dat de dassen het voedsel eten, ofwel het herstellen van de vernietigde 6 ha bos?
12. In antwoord op de technische vragen van Volt (okt 2024) stelt PU dat er ‘een bijvoerpoging’ is gedaan door de gemeente en dat die niet succesvol was . Bent u het met ons eens dat ‘een bijvoerpoging’ die niet succesvol was, niet tegemoet komt aan eisen uit het Algemene wet bestuursrecht, Artikel 5:31d (a. herstel van de overtreding) en niet tegemoet komt aan de last zoals opgesteld door PU/RUD in de LOD waarbij uitgegaan wordt van het voor onbepaalde tijd bijvoeren van de dassen, met camera toezicht om te monitoren dat het voedsel ook daadwerkelijk ten goede komt aan de dassen, of het herstellen van het leef en foerageergebied?
Het intrekkingsbesluit
Op 21 januari 2019 heeft Gemeente Soest alsnog een bezwaar ingediend n.a.v. de last onder dwangsom. Het verzoek van Gemeente Soest werd ruim 7 maanden na het besluit van PU/RUD ingediend. De formele bezwaartermijn was 6 weken (zie last onder dwangsom, pagina 3), kortom, het bezwaar van de gemeente was 5,5 maanden na de bezwaartermijn.
In de brief van PU/RUD aan de gemeente Soest van 4 juni 2018 staat: ‘Eén jaar nadat de last onder dwangsom van kracht is geworden, kunt u bij ons een verzoek indienen om de last in te trekken. Voorwaarde hierbij is dat er in dat jaar geen dwangsommen zijn verbeurd. Een jaar nadat de LOD van kracht was geworden zou 6 april 2019 zijn geweest’.
13. Waarom heeft de PU het bezwaarschrift van de gemeente Soest tegen de LOD in behandeling genomen terwijl de bezwaartermijn inmiddels ruim 5,5 maanden verstreken was?
14. Als de brief van de gemeenten niet als bezwaarschrift wordt gezien maar als een verzoek tot intrekking n.a.v. de brief van de GS op 4 juni 2018, waarin is aangegeven dat 1 jaar na het van kracht worden van de LOD een verzoek tot intrekking ingediend kan worden, waarom is het verzoek dan in behandeling genomen na slechts een half jaar?
Het motief in het intrekkingsverzoek van Gemeente Soest was dat het hele plangebied van acht hectare volgens de gemeente geen essentieel foerageergebied meer was en dat ‘het project Apollo Noord vlot zou kunnen worden getrokken’ als de last zou worden ingetrokken. In het intrekkingsbesluit van PU/RUD wordt aangegeven dat ‘ambtshalve’ het besluit wordt ingetrokken terwijl wordt verwezen naar het intrekkingsverzoek van de gemeenten. Bovendien betreft het een bestuurlijk verzoek, afkomstig van het college van B&W terwijl het intrekkingsbesluit is ondertekend door het college van gedeputeerde staten.
15. Waarom is de LOD ambtshalve ingetrokken terwijl de brief van de gemeente Soest een verzoek was van het bestuur van Gemeente Soest aan het bestuur van Provincie Utrecht en terwijl wordt verwezen naar het intrekkingsverzoek van de gemeente?
16. Is of was er bij een ambtshalve intrekking, een andere manier van besluitvorming en communicatie met belanghebbenden dan bij een besluit door het college van GS?
In de last onder dwangsom constateert PU/RUD zelf dat de gemeente Soest een ernstige overtreding heeft begaan. In de LOD staat: ‘Gezien de omstandigheden dat de gemeente Soest tot nu toe steeds het economisch belang boven dat van de naleving van de WnB heeft gesteld, en de informatie dat het gaat om aanzienlijke economische belangen, zien wij reden om tot deze dwangsom te besluiten. Wij wijzen u erop dat een overtreding van de Wnb een economisch delict kan inhouden. Hierdoor zijn zowel de bijzondere opsporingsambtenaren (BOA) als ook de politie bevoegd om, naast ons bestuursrechtelijk optreden, strafrechtelijk op te treden.’ In de LOD wordt een boete voor overtreding van € 20.000 per dag met een maximum van € 140.000 geëist. Tevens wordt gesteld dat daarna nog een nieuwe last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang kan worden opgelegd, wat betekent dat de overtreding ongedaan wordt gemaakt op kosten van de gemeente Soest.
In het Intrekkingsbesluit op 12 februari 2019, wordt volledig voorbijgegaan aan de eerdere eigen conclusies over de vernietiging van 6 ha essentieel foerageergebied en de ernst van de situatie zoals hierboven is geciteerd. De PU/RUD concludeert slecht: De ontwikkeling van het plangebied is van groot maatschappelijk belang.
17. Welk nieuw inzicht, dat 10 maanden eerder bij de opstelling van de LOD niet bekend was, heeft geleid tot deze compleet andere opstelling van de provincie Utrecht en het negeren van de eerdere eigen conclusies?
In het intrekkingsbesluit wordt de omvang van de vernietiging van bos en de impact op de aanwezige dassen onterecht te klein voorgesteld. Het zou gaan om slechts 4,5 % van het foerageergebied, een gebied met beperkte omvang. De 4,5 % betreft echter de 2 ha bos die de gemeente nog extra wilde kappen (en inmiddels met bouwhekken had afgesloten). Het oorspronkelijke foerageergebied van de dassenclan bedroeg 50 ha. Daarvan was inmiddels 6 ha door de gemeente Soest vernietigd. Inclusief de door de gemeente Soest beoogde extra 2 ha gaat het dan om 16 % van het foerageergebied van de clan. In het intrekkingsbesluit staat dat het besluit wordt ingetrokken (pagina 2) omdat het vertraging van de woningbouwplannen vanuit maatschappelijk oogpunt niet wenselijk is en de effecten van het vrijgeven van het nieuwe te kappen gebied (zijnde de 2 ha) gering zijn.
18. Waarom werd bij de overwegingen door PU/RUD van het opheffen van de LOD gekeken naar de impact van de 2 ha (4,5%) die de gemeente Soest nog niet had gekapt? De LOD moest immers de impact van de vernietigde 6 ha foerageergebied en eventueel de 2ha extra te kappen bas compenseren (16%) in de LOD.
GS concluderen dat het aantal dassen sterk was afgenomen toen zij de last introkken op 12 februari 2019. Maar dat was mogelijkerwijs geen autonome ontwikkeling, maar een gevolg van de vernietiging van het foerageergebied, het wegvangen van één das, van het niet tijdig herstellen van het gebied, het pas starten van het bijvoeren na een jaar en het hek dat illegaal was geplaatst rond de resterende twee hectare bos in het plangebied. Er is daarnaast één das omgekomen bij het oversteken van een autoweg, volgens GS zelf als mogelijk gevolg van de eerdere vernietiging van het bos. En er zijn volgens GS twee dassen weggetrokken. De door GS aangenomen afname van het aantal dassen kan dus heel goed een gevolg zijn van de verkleining van het foerageergebied, zoals GS zelf concludeert in het dwangsombesluit (pagina 2). Toch leefde er nog minimaal één das in het territorium, wat ook voor GS kenbaar was omdat er nog steeds pogingen waren om de das te vangen.
In het intrekkingsbesluit worden 2 argumenten genoemd om te komen tot het intrekkingsbesluit:
- Het terrein met het vernietigde bos heeft te weinig voedselaanbod en maakt geen deel meer uit van het foerageergebied van de das;
- De verdere verkleining van het leefgebied van de das met de kap van 2 ha bos dat nog niet was gekapt heeft waarschijnlijk weinig invloed op de enige nog aanwezige das.
19. Is GS het met ons eens dat de constatering dat het foerageergebied geen onderdeel meer is van de oorspronkelijke groep(en) dassen nu juisteen gevolg kan zijn geweest van de vernietiging en het niet tijdig herstellen van het foerageergebied zelf? Beschouwt GS bovenstaande twee argumenten als een deugdelijke motivatie voor hun intrekkingsbesluit van 12 februari 2019?
20. De opgelegde last bestond uit twee opties: Bijvoeren, waarbij gemeten wordt dat de dassen het voer eten, of herstel van het foerageergebied. Als Gemeente Soest en PS/RUD beiden oordelen dat optie 1 niet haalbaar was om de overtreding te herstellen, waarom is dan niet alsnog voor optie 2 gekozen?
21. Het is niet gelukt om de dassen bij te voeren en het is ook niet gelukt om het foerageer gebied te herstellen. Is er op een andere manier sprake van herstel van de overtreding of betaling van een geldsom geweest, zoals in de LOD is opgenomen?
Het is wettelijk verplicht om een intrekkingsbesluit te delen met belanghebbenden. Dat is in deze situatie extra van belang omdat een intrekkingsbesluit is genomen 5,5 maanden nadat de bezwaarperiode was verstreken. Onderaan het intrekkingsbesluit is aangegeven dat de brief moet worden gedeeld met Ledengroep ‘Vaarwel Landgoed Oude Tempel’. Bij navraag bij omwonenden bleek van de omwonenden die er al in 2019 woonden, niemand ooit een kennisgeving heeft ontvangen. Stichting Das & Boom was de melder van de bomenkap van 6 ha door de gemeente. Zij hebben geen afschrift van het besluit ontvangen. De Stichting Dassenwerkgroep Utrecht & ’t Gooi had een onderzoeksrapport aan gemeente Soest verstuurd over dassen en woningbouw in Landgoed Oude Tempel, dat binnen hetzelfde territorium ligt als het plangebied Apollo-Noord (en voldoet daarmee aan het criterium van artikel 3:41 Awb). Ook zij hebben geen afschrift van het besluit ontvangen.
22. Welke partijen zoals omwonenden en natuurorganisaties zijn door PU/RUD op de hoogte gesteld van het intrekkingsbesluit?
Alsnog compenseren
Al met al betreft het hier een situatie waarbij 8 ha bos is gekapt dat o.a. essentieel foerageergebied was van tenminste één clan dassen. De gemeente had geen Wnb ontheffing en heeft daarom een stevige last onder dwangsom ontvangen van de PU/RUD waarbij de gemeente is terechtgewezen dat ze de economische prioriteiten boven de naleving van de Wnb heeft gesteld. Er heeft uiteindelijk binnen het territorium van de clan Oude Tempel geen enkele compensatie plaatsgevonden.
23. Op welke manier kan er binnen het territorium van de clan Oude Tempel alsnog compensatie plaatsvinden van de door de gemeente Soest illegaal vernietigde bossen?
Indiener(s)
Anjo Travaille, Partij voor de Dieren
Amos de Jong, Volt
Marjolein van Elteren, GroenLinks
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen Schadevergoedingen na wolvenaanvallen
Lees verder