Schrif­te­lijke vragen Scha­de­ver­goe­dingen na wolven­aan­vallen


Indiendatum: 30 sep. 2024

Cijfers over preventieve maatregelen en uitkeringen schade

Per 26 mei 2023 heeft de provincie Utrecht de subsidieregeling wolfwerende rasters opengesteld. Naar aanleiding hiervan, het Bronbestand met gemelde veeschade van BIJ12 (laatst bijgewerkt op 20 september 2024) en de Beleidsregels natuur en landschap 2024 hebben wij onderstaande vragen. ​

In het BIJ12 bronbestand is te zien dat de meest recente schademelding op 19/09/24 is ingediend. Echter, de meest recente melding waarbij de diersoort is vastgesteld, is van 10/07/24.

1. Wat is de stand van zaken van de oplossing waar BIJ12, de provincies en WENR aan werken om het toegenomen aantal DNA-monsters tijdig te analyseren? / Wat is de huidige verwachting in het verwerken van de achterstand in DNA-analyses?

Antwoord: Doordat er meer monsters geanalyseerd moeten worden ten gevolge van het toegenomen aantal wolvenleefgebieden en schademeldingen, worden de resultaten van de DNA-monsters later dan voorheen aan BIJ12 opgeleverd. Er is echter geen sprake van een achterstand. De DNA-analyses worden volgens een onderling afgestemde planning en conform de geldende afspraken van de raamovereenkomst tussen BIJ12 en WENR, uitgevoerd. Momenteel bedraagt de gemiddelde tijd van WENR om DNA-analyses af te handelen circa 3 maanden.

Uitgaande van de beschikbare data vanaf openstelling subsidieregeling wolfwerende rasters tot en met 10 juli 2024, is te zien dat bij 26 schademeldingen is vastgesteld dat het om (vermoedelijk) een wolf ging.

2. Bij hoeveel van de 26 schademeldingen zijn er ook vergoedingen uitgekeerd?

Antwoord: De rasterregeling ging met terugwerkende kracht open op 26 mei 2023. Tussen 26 mei 2023 en 10 juli 2024 is in 20 gevallen een tegemoetkoming verstrekt (in totaal €17.452,21). Op de website van BIJ12 is in het bronbestand te zien of er een bedrag is uitbetaald. Dit is geen vergoeding, maar een tegemoetkoming in schade. Als er geen bedrag genoemd is, dan gaat het of niet om een wolvenaanval, of de aanvraag is nog in behandeling.

3. Is het nemen van preventieve maatregelen een voorwaarde geweest voor het vergoeden van de schade, zoals dat bij andere vormen van schade door dieren uit de natuur wel het geval is? Zo nee, waarom is dit niet het geval geweest? Geldt dit ook voor veehouders die meerdere malen schade aan hun dieren hebben gemeld en vergoed hebben gekregen?

Antwoord: De tegemoetkomingsbeleidsregels van de provincie vereisen vooralsnog niet dat preventieve maatregelen genomen moeten zijn om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in schade aan hoefdieren door wolven. Dit geldt ook voor veehouders die meerdere malen schade aan hun dieren hebben gemeld. De reden om dit vooralsnog niet te vereisen is dat wij hoefdierhouders een redelijke termijn willen geven om te wennen aan de aanwezigheid van de wolf en in die tijd de gelegenheid krijgen om preventieve maatregelen te nemen. Daarin ondersteunt de provincie via de rastersubsidie. Dit is een provinciale beleidskeuze die ook gehanteerd wordt bij de overige zes provincies die deze subsidie ter beschikking stellen. We zijn daar niet uniek in. Het is afhankelijk van wat er in het geactualiseerde wolvenplan wordt besloten hoe na vaststelling omgegaan wordt met de inzet van rasters in relatie tot het in aanmerking komen van een tegemoetkoming. Vooralsnog is daarin de lijn dat na een gewenningsperiode de schade binnen door de provincie aangewezen wolvengebied alleen vergoed wordt als preventieve maatregelen aanwezig zijn. Dit is de algemene beleidslijn die aangehouden wordt voor schade door zoogdieren in alle provincies.

4. Bij hoeveel van de meldingen die tot schade-uitkeringen hebben geleid zijn er preventieve maatregelen getroffen door de dierhouder? Om welke en hoeveel maatregelen gaat het?

Antwoord:
Geen.

5. In hoeveel gevallen voldeden de preventieve maatregelen niet aan de adviesnormen?

Antwoord:
n.v.t.

6. In hoeveel gevallen is er door de dierhouder gebruik gemaakt van de subsidieregeling wolfwerende rasters?

Antwoord:
n.v.t.

7. Bij hoeveel van de dierhouders die meerdere keren een aanvraag voor schadevergoeding hebben ingediend zijn er na de eerste melding meer preventieve maatregelen getroffen?

Antwoord:
Geen.

Wettelijke grondslag uitkering schade door wolf

In artikel 1.6 van het Besluit houders van dieren is in het derde lid bepaald: “een dier wordt, indien het niet in een gebouw wordt gehouden, bescherming geboden tegen slechte weersomstandigheden, gezondheidsrisico’s en zo nodig roofdieren.”

In artikel 6.1 van de Wet Natuurbescherming (per 1 januari 2024 ondergebracht onder artikel 15.53 van de Omgevingswet) is geregeld dat gedeputeerde staten een tegemoetkoming kunnen geven voor schade die is aangericht door de wolf. Bepaald is dat de tegemoetkoming slechts wordt verleend voor zover een belanghebbende schade lijdt “die redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven.”

In artikel 4:81, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht, dat eveneens de grondslag is voor Provinciale beleidsbepalingen aangaande tegemoetkoming in schade door fauna, staat voorts:

“Grondgebruikers die schade van beschermde dieren ondervinden, kunnen onder omstandigheden een tegemoetkoming in deze schade krijgen. Uitgangspunt is dat de schade die de grondgebruiker of zijn jachthouder had kunnen voorkomen of beperken niet voor een tegemoetkoming in aanmerking komt. Aanknopingspunt voor het beleid is dat een belanghebbende alles in het werk moet stellen om schade ter voorkomen of te beperken. Het moet voorts gaan om schade die niet tot het normale bedrijfsrisico en het normale maatschappelijke risico van de betrokkene behoort. Een zekere mate van schade door in het wildlevende beschermde dieren dient eenieder voor lief te nemen. De bescherming van have en goed tegenschade door dieren is primair de verantwoordelijkheid van de grondgebruiker zelf. Daarbij is het nemen van maatregelen gericht op het voorkomen van schade een eerste aandachtspunt. Pas als dergelijke maatregelentekort schieten, is schadebestrijding aan de orde.”

Naar aanleiding van bovenstaande wettelijke bepalingen hebben wij de volgende vragen:

8. Is GS het met ons eens dat door het Rijk goed gekeken moet worden naar of de toekenning van schadevergoeding voor door een wolf gedode dieren in strijd is met bovenstaande wettelijke voorschriften in het geval dat de betreffende dierenhouder geen wolfwerende hekken heeft aangebracht of anderszins maatregelen heeft getroffen? Zo nee, kunt u dit toelichten?

Antwoord: Wij stellen voorop dat van een schadevergoeding geen sprake is, maar slechts van een tegemoetkoming in de schade. Artikel 15.53, eerste lid, Omgevingswet geeft aan dat Gedeputeerde Staten (GS) een tegemoetkoming verlenen in de schade door beschermde diersoorten. Schade door de wolf valt hieronder. Op basis van het tweede lid van dit artikel wordt een tegemoetkoming alleen verleend voor zover een belanghebbende schade lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet of niet geheel voor zijn rekening behoort te blijven. Bij de invulling hiervan hebben wij een zekere beoordelingsvrijheid. In de Beleidsregels natuur en landschap 2024 is het provinciale beleid inzake het verlenen van de tegemoetkomingen opgenomen. Hierin staat ten aanzien van de schade door wolven dat, vooralsnog, niet getoetst wordt of een aanvrager voldoende preventieve maatregelen heeft getroffen om zijn dieren te beschermen en het risico op schade door de wolf te voorkomen en beperken (artikel 4.7, vierde lid, Beleidsregels natuur en landschap, Bnl). Hiervoor is gekozen omdat wolvenschade aan vee in Nederland een relatief nieuw fenomeen is en wij onze veehouders daarom de tijd willen geven om zich aan de situatie aan te passen. De huidige beleidsregels over bijvoorbeeld tegemoetkoming schade door de wolf zullen mogelijk kunnen wijzigen afhankelijk van wat in het nieuwe Interprovinciaal (IPO)-wolvenplan hierover wordt besloten. Wij achten op dit moment, in de gewenningsfase, in relatie tot het verstrekken van tegemoetkomingen, het niet eisen van preventieve middelen in overeenstemming met het bepaalde in 15.53, eerste lid, Omgevingswet. Dit staat los van het bepaalde in artikel 1.6 van het Besluit houders van dieren. Ten aanzien 4 van 5 van deze bepaling verwijzen wij naar de kamerbrief van 19 juli 2024 van de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. Hierin is aangegeven dat het momenteel niet duidelijk is wat deze bepaling precies betekent met het oog op bescherming tegen de wolf en dat er nader bekeken zal worden hoe deze open norm moet worden ingevuld.

Op grond van de Provinciewet is er een provinciale Rekenkamer die erop moet toezien dat uitgaven een wettelijke grondslag hebben. In artikel 183 van die wet is bepaald: “De rekenkamer onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het provinciebestuur gevoerde beleid.”

9. Is GS van oordeel dat het toekennen van schadevergoeding voor door wolf gedode dieren die niet door de dierenhouder in kwestie afdoende beschermd waren ‘doelmatig, doeltreffend en rechtmatig’ is?

Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 8.

10. Is GS zich ervan bewust dat er een klacht kan worden ingediend bij de Rekenkamer over de oneigenlijk besteding van publieke middelen door het niet-rechtmatig uitkeren van vergoedingen voor schade door wolven? Wat zijn de juridische, financiële en beleidsmatige consequenties op het moment dat de Rekenkamer oordeelt dat deze uitkeringen onrechtmatig zijn? Kan dit bijvoorbeeld betekenen dat belanghebbenden het schadevergoedingsbeleid aanhangig kunnen maken bij de rechter?

Antwoord: Wij zijn bekend met de werkwijze van de Randstedelijke rekenkamer. De rekenkamer doet onderzoek en adviseert. Het uiteindelijke advies wordt besproken door Provinciale Staten die vervolgens besluiten in hoeverre zij de conclusies en aanbevelingen uit het rapport overnemen. De conclusies hebben dus geen directe juridische consequenties. Tegen beleidsregels zelf staan geen rechtsmiddelen open. Tegen een besluit waarbij deze regels zijn toegepast kunnen, normaal gesproken, wel rechtsmiddelen worden ingesteld waarna, via een exceptieve toetsing (via een omweg een regel ter discussie stellen, bijvoorbeeld via een handhavingsverzoek), door een rechter eventueel gekeken kan worden naar de rechtmatigheid van een specifieke beleidsregel. Hierbij kan een dergelijke regel eventueel onverbindend worden verklaard. Overigens zijn wij van mening dat de het tegemoetkomingenbeleid, zoals hierboven weergegeven, in lijn is met het bepaalde in artikel 15.53 van de Omgevingswet en dat er bij de verleende tegemoetkomingen dus geen sprake is van oneigenlijke besteding van publieke middelen (zie ook antwoord op vraag 8).

Beleidsregels Natuur en Landschap 2024

In artikel 4.3, lid 1 van de Beleidsregels natuur en landschap 2024, is het volgende bepaald: “Gedeputeerde Staten verlenen slechts een tegemoetkoming, indien en voor zover naar hun oordeel de aanvrager de schade niet had kunnen voorkomen en beperken door het treffen van maatregelen of inspanningen waartoe de aanvrager naar eisen van redelijkheid en billijkheid was gehouden.” Een maatregel ter voorkoming van schade die redelijkerwijs van een aanvrager verlangd kan worden, is het tijdig plaatsen van een deugdelijk raster (art. 4.3, lid 2b). In art. 4.7, lid 4 wordt echter gesteld dat er in het geval van schade door de wolf niet getoetst wordt op al dan niet getroffen preventieve maatregelen. De bepaling stelt ook: “Gedeputeerde Staten kunnen besluiten om binnen de provincie, nadere voorwaarden te stellen om voor een tegemoetkoming in aanmerking te komen.”

11. Bent u het met ons eens dat het cruciaal is om gehouden dieren in Utrecht zo snel mogelijk goed te beschermen tegen wolvenaanvallen om dierenleed tegen te gaan en om te voorkomen dat we wolven aanleren dat gehouden dieren een geschikte prooi zijn? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Wij zijn van mening dat het inderdaad van groot belang is dat gehouden dieren zo goed mogelijk beschermd worden tegen wolvenaanvallen. Om dit te ondersteunen hebben wij de Subsidieregeling wolfwerende rasters provincie Utrecht vastgesteld. Middels deze regeling kunnen professionele en hobbymatige dierhouders binnen het leefgebied van de wolf subsidie krijgen voor wolfwerende afrastering. Ook is er een wolvenconsulent aangesteld om dierhouders daarin te ondersteunen.

12. Bent u het met ons eens dat het niet langer toekennen van een schadevergoeding aan dierhouders die geen preventieve maatregelen hebben getroffen, ervoor zorgt dat er sneller en meer preventieve maatregelen getroffen zullen worden? Zo nee, kunt u dit toelichten?

Antwoord:
Gelet op het feit dat wij onze veehouders de tijd willen geven om zich aan de relatief nieuwe situatie
rondom de wolf aan te passen achten wij dit nu nog niet op zijn plaats. Zie ook het antwoord bij vraag 8.

13. Wordt er op dit moment binnen de provincie gekeken naar het aanscherpen van de voorwaarden voor tegemoetkoming bij wolvenaanvallen? Zo ja, hoe snel kunnen deze voorwaarden worden aangepast? Zo niet, wanneer bent u voornemens om dit wel te gaan doen?

Antwoord: Omdat voor delen van Nederland de gewenningsperiode inmiddels verstreken is, wordt hieraan in IPO verband gewerkt. Wij verwachten in de eerste helft van 2025 de beleidsregels te hebben aangepast bij de vaststelling van het geactualiseerde wolvenplan door het IPO bestuur. Wij verwachten in de eerste helft van 2025 de beleidsregels te hebben aangepast, zodat na het verstrijken van de gewenningsperiode, in die delen van het land waar dit van toepassing is, geen tegemoetkoming meer wordt verstrekt als er geen preventieve maatregelen genomen zijn. Dit gebeurt in samenhang met de vaststelling van het geactualiseerde wolvenplan door het IPO bestuur.

--

Wij zien uw antwoorden graag tegemoet.

Indieners

Jesseka Batteau, Partij voor de Dieren

Marjolein van Elteren, GroenLinks

Indiendatum: 30 sep. 2024
Antwoorddatum: 12 nov. 2024

Cijfers over preventieve maatregelen en uitkeringen schade

Per 26 mei 2023 heeft de provincie Utrecht de subsidieregeling wolfwerende rasters opengesteld. Naar aanleiding hiervan, het Bronbestand met gemelde veeschade van BIJ12 (laatst bijgewerkt op 20 september 2024) en de Beleidsregels natuur en landschap 2024 hebben wij onderstaande vragen. ​

In het BIJ12 bronbestand is te zien dat de meest recente schademelding op 19/09/24 is ingediend. Echter, de meest recente melding waarbij de diersoort is vastgesteld, is van 10/07/24.

1. Wat is de stand van zaken van de oplossing waar BIJ12, de provincies en WENR aan werken om het toegenomen aantal DNA-monsters tijdig te analyseren? / Wat is de huidige verwachting in het verwerken van de achterstand in DNA-analyses?

Antwoord: Doordat er meer monsters geanalyseerd moeten worden ten gevolge van het toegenomen aantal wolvenleefgebieden en schademeldingen, worden de resultaten van de DNA-monsters later dan voorheen aan BIJ12 opgeleverd. Er is echter geen sprake van een achterstand. De DNA-analyses worden volgens een onderling afgestemde planning en conform de geldende afspraken van de raamovereenkomst tussen BIJ12 en WENR, uitgevoerd. Momenteel bedraagt de gemiddelde tijd van WENR om DNA-analyses af te handelen circa 3 maanden.

Uitgaande van de beschikbare data vanaf openstelling subsidieregeling wolfwerende rasters tot en met 10 juli 2024, is te zien dat bij 26 schademeldingen is vastgesteld dat het om (vermoedelijk) een wolf ging.

2. Bij hoeveel van de 26 schademeldingen zijn er ook vergoedingen uitgekeerd?

Antwoord: De rasterregeling ging met terugwerkende kracht open op 26 mei 2023. Tussen 26 mei 2023 en 10 juli 2024 is in 20 gevallen een tegemoetkoming verstrekt (in totaal €17.452,21). Op de website van BIJ12 is in het bronbestand te zien of er een bedrag is uitbetaald. Dit is geen vergoeding, maar een tegemoetkoming in schade. Als er geen bedrag genoemd is, dan gaat het of niet om een wolvenaanval, of de aanvraag is nog in behandeling.

3. Is het nemen van preventieve maatregelen een voorwaarde geweest voor het vergoeden van de schade, zoals dat bij andere vormen van schade door dieren uit de natuur wel het geval is? Zo nee, waarom is dit niet het geval geweest? Geldt dit ook voor veehouders die meerdere malen schade aan hun dieren hebben gemeld en vergoed hebben gekregen?

Antwoord: De tegemoetkomingsbeleidsregels van de provincie vereisen vooralsnog niet dat preventieve maatregelen genomen moeten zijn om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in schade aan hoefdieren door wolven. Dit geldt ook voor veehouders die meerdere malen schade aan hun dieren hebben gemeld. De reden om dit vooralsnog niet te vereisen is dat wij hoefdierhouders een redelijke termijn willen geven om te wennen aan de aanwezigheid van de wolf en in die tijd de gelegenheid krijgen om preventieve maatregelen te nemen. Daarin ondersteunt de provincie via de rastersubsidie. Dit is een provinciale beleidskeuze die ook gehanteerd wordt bij de overige zes provincies die deze subsidie ter beschikking stellen. We zijn daar niet uniek in. Het is afhankelijk van wat er in het geactualiseerde wolvenplan wordt besloten hoe na vaststelling omgegaan wordt met de inzet van rasters in relatie tot het in aanmerking komen van een tegemoetkoming. Vooralsnog is daarin de lijn dat na een gewenningsperiode de schade binnen door de provincie aangewezen wolvengebied alleen vergoed wordt als preventieve maatregelen aanwezig zijn. Dit is de algemene beleidslijn die aangehouden wordt voor schade door zoogdieren in alle provincies.

4. Bij hoeveel van de meldingen die tot schade-uitkeringen hebben geleid zijn er preventieve maatregelen getroffen door de dierhouder? Om welke en hoeveel maatregelen gaat het?

Antwoord:
Geen.

5. In hoeveel gevallen voldeden de preventieve maatregelen niet aan de adviesnormen?

Antwoord:
n.v.t.

6. In hoeveel gevallen is er door de dierhouder gebruik gemaakt van de subsidieregeling wolfwerende rasters?

Antwoord:
n.v.t.

7. Bij hoeveel van de dierhouders die meerdere keren een aanvraag voor schadevergoeding hebben ingediend zijn er na de eerste melding meer preventieve maatregelen getroffen?

Antwoord:
Geen.

Wettelijke grondslag uitkering schade door wolf

In artikel 1.6 van het Besluit houders van dieren is in het derde lid bepaald: “een dier wordt, indien het niet in een gebouw wordt gehouden, bescherming geboden tegen slechte weersomstandigheden, gezondheidsrisico’s en zo nodig roofdieren.”

In artikel 6.1 van de Wet Natuurbescherming (per 1 januari 2024 ondergebracht onder artikel 15.53 van de Omgevingswet) is geregeld dat gedeputeerde staten een tegemoetkoming kunnen geven voor schade die is aangericht door de wolf. Bepaald is dat de tegemoetkoming slechts wordt verleend voor zover een belanghebbende schade lijdt “die redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven.”

In artikel 4:81, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht, dat eveneens de grondslag is voor Provinciale beleidsbepalingen aangaande tegemoetkoming in schade door fauna, staat voorts:

“Grondgebruikers die schade van beschermde dieren ondervinden, kunnen onder omstandigheden een tegemoetkoming in deze schade krijgen. Uitgangspunt is dat de schade die de grondgebruiker of zijn jachthouder had kunnen voorkomen of beperken niet voor een tegemoetkoming in aanmerking komt. Aanknopingspunt voor het beleid is dat een belanghebbende alles in het werk moet stellen om schade ter voorkomen of te beperken. Het moet voorts gaan om schade die niet tot het normale bedrijfsrisico en het normale maatschappelijke risico van de betrokkene behoort. Een zekere mate van schade door in het wildlevende beschermde dieren dient eenieder voor lief te nemen. De bescherming van have en goed tegenschade door dieren is primair de verantwoordelijkheid van de grondgebruiker zelf. Daarbij is het nemen van maatregelen gericht op het voorkomen van schade een eerste aandachtspunt. Pas als dergelijke maatregelentekort schieten, is schadebestrijding aan de orde.”

Naar aanleiding van bovenstaande wettelijke bepalingen hebben wij de volgende vragen:

8. Is GS het met ons eens dat door het Rijk goed gekeken moet worden naar of de toekenning van schadevergoeding voor door een wolf gedode dieren in strijd is met bovenstaande wettelijke voorschriften in het geval dat de betreffende dierenhouder geen wolfwerende hekken heeft aangebracht of anderszins maatregelen heeft getroffen? Zo nee, kunt u dit toelichten?

Antwoord: Wij stellen voorop dat van een schadevergoeding geen sprake is, maar slechts van een tegemoetkoming in de schade. Artikel 15.53, eerste lid, Omgevingswet geeft aan dat Gedeputeerde Staten (GS) een tegemoetkoming verlenen in de schade door beschermde diersoorten. Schade door de wolf valt hieronder. Op basis van het tweede lid van dit artikel wordt een tegemoetkoming alleen verleend voor zover een belanghebbende schade lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet of niet geheel voor zijn rekening behoort te blijven. Bij de invulling hiervan hebben wij een zekere beoordelingsvrijheid. In de Beleidsregels natuur en landschap 2024 is het provinciale beleid inzake het verlenen van de tegemoetkomingen opgenomen. Hierin staat ten aanzien van de schade door wolven dat, vooralsnog, niet getoetst wordt of een aanvrager voldoende preventieve maatregelen heeft getroffen om zijn dieren te beschermen en het risico op schade door de wolf te voorkomen en beperken (artikel 4.7, vierde lid, Beleidsregels natuur en landschap, Bnl). Hiervoor is gekozen omdat wolvenschade aan vee in Nederland een relatief nieuw fenomeen is en wij onze veehouders daarom de tijd willen geven om zich aan de situatie aan te passen. De huidige beleidsregels over bijvoorbeeld tegemoetkoming schade door de wolf zullen mogelijk kunnen wijzigen afhankelijk van wat in het nieuwe Interprovinciaal (IPO)-wolvenplan hierover wordt besloten. Wij achten op dit moment, in de gewenningsfase, in relatie tot het verstrekken van tegemoetkomingen, het niet eisen van preventieve middelen in overeenstemming met het bepaalde in 15.53, eerste lid, Omgevingswet. Dit staat los van het bepaalde in artikel 1.6 van het Besluit houders van dieren. Ten aanzien 4 van 5 van deze bepaling verwijzen wij naar de kamerbrief van 19 juli 2024 van de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. Hierin is aangegeven dat het momenteel niet duidelijk is wat deze bepaling precies betekent met het oog op bescherming tegen de wolf en dat er nader bekeken zal worden hoe deze open norm moet worden ingevuld.

Op grond van de Provinciewet is er een provinciale Rekenkamer die erop moet toezien dat uitgaven een wettelijke grondslag hebben. In artikel 183 van die wet is bepaald: “De rekenkamer onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het provinciebestuur gevoerde beleid.”

9. Is GS van oordeel dat het toekennen van schadevergoeding voor door wolf gedode dieren die niet door de dierenhouder in kwestie afdoende beschermd waren ‘doelmatig, doeltreffend en rechtmatig’ is?

Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 8.

10. Is GS zich ervan bewust dat er een klacht kan worden ingediend bij de Rekenkamer over de oneigenlijk besteding van publieke middelen door het niet-rechtmatig uitkeren van vergoedingen voor schade door wolven? Wat zijn de juridische, financiële en beleidsmatige consequenties op het moment dat de Rekenkamer oordeelt dat deze uitkeringen onrechtmatig zijn? Kan dit bijvoorbeeld betekenen dat belanghebbenden het schadevergoedingsbeleid aanhangig kunnen maken bij de rechter?

Antwoord: Wij zijn bekend met de werkwijze van de Randstedelijke rekenkamer. De rekenkamer doet onderzoek en adviseert. Het uiteindelijke advies wordt besproken door Provinciale Staten die vervolgens besluiten in hoeverre zij de conclusies en aanbevelingen uit het rapport overnemen. De conclusies hebben dus geen directe juridische consequenties. Tegen beleidsregels zelf staan geen rechtsmiddelen open. Tegen een besluit waarbij deze regels zijn toegepast kunnen, normaal gesproken, wel rechtsmiddelen worden ingesteld waarna, via een exceptieve toetsing (via een omweg een regel ter discussie stellen, bijvoorbeeld via een handhavingsverzoek), door een rechter eventueel gekeken kan worden naar de rechtmatigheid van een specifieke beleidsregel. Hierbij kan een dergelijke regel eventueel onverbindend worden verklaard. Overigens zijn wij van mening dat de het tegemoetkomingenbeleid, zoals hierboven weergegeven, in lijn is met het bepaalde in artikel 15.53 van de Omgevingswet en dat er bij de verleende tegemoetkomingen dus geen sprake is van oneigenlijke besteding van publieke middelen (zie ook antwoord op vraag 8).

Beleidsregels Natuur en Landschap 2024

In artikel 4.3, lid 1 van de Beleidsregels natuur en landschap 2024, is het volgende bepaald: “Gedeputeerde Staten verlenen slechts een tegemoetkoming, indien en voor zover naar hun oordeel de aanvrager de schade niet had kunnen voorkomen en beperken door het treffen van maatregelen of inspanningen waartoe de aanvrager naar eisen van redelijkheid en billijkheid was gehouden.” Een maatregel ter voorkoming van schade die redelijkerwijs van een aanvrager verlangd kan worden, is het tijdig plaatsen van een deugdelijk raster (art. 4.3, lid 2b). In art. 4.7, lid 4 wordt echter gesteld dat er in het geval van schade door de wolf niet getoetst wordt op al dan niet getroffen preventieve maatregelen. De bepaling stelt ook: “Gedeputeerde Staten kunnen besluiten om binnen de provincie, nadere voorwaarden te stellen om voor een tegemoetkoming in aanmerking te komen.”

11. Bent u het met ons eens dat het cruciaal is om gehouden dieren in Utrecht zo snel mogelijk goed te beschermen tegen wolvenaanvallen om dierenleed tegen te gaan en om te voorkomen dat we wolven aanleren dat gehouden dieren een geschikte prooi zijn? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Wij zijn van mening dat het inderdaad van groot belang is dat gehouden dieren zo goed mogelijk beschermd worden tegen wolvenaanvallen. Om dit te ondersteunen hebben wij de Subsidieregeling wolfwerende rasters provincie Utrecht vastgesteld. Middels deze regeling kunnen professionele en hobbymatige dierhouders binnen het leefgebied van de wolf subsidie krijgen voor wolfwerende afrastering. Ook is er een wolvenconsulent aangesteld om dierhouders daarin te ondersteunen.

12. Bent u het met ons eens dat het niet langer toekennen van een schadevergoeding aan dierhouders die geen preventieve maatregelen hebben getroffen, ervoor zorgt dat er sneller en meer preventieve maatregelen getroffen zullen worden? Zo nee, kunt u dit toelichten?

Antwoord:
Gelet op het feit dat wij onze veehouders de tijd willen geven om zich aan de relatief nieuwe situatie
rondom de wolf aan te passen achten wij dit nu nog niet op zijn plaats. Zie ook het antwoord bij vraag 8.

13. Wordt er op dit moment binnen de provincie gekeken naar het aanscherpen van de voorwaarden voor tegemoetkoming bij wolvenaanvallen? Zo ja, hoe snel kunnen deze voorwaarden worden aangepast? Zo niet, wanneer bent u voornemens om dit wel te gaan doen?

Antwoord: Omdat voor delen van Nederland de gewenningsperiode inmiddels verstreken is, wordt hieraan in IPO verband gewerkt. Wij verwachten in de eerste helft van 2025 de beleidsregels te hebben aangepast bij de vaststelling van het geactualiseerde wolvenplan door het IPO bestuur. Wij verwachten in de eerste helft van 2025 de beleidsregels te hebben aangepast, zodat na het verstrijken van de gewenningsperiode, in die delen van het land waar dit van toepassing is, geen tegemoetkoming meer wordt verstrekt als er geen preventieve maatregelen genomen zijn. Dit gebeurt in samenhang met de vaststelling van het geactualiseerde wolvenplan door het IPO bestuur.

--

Wij zien uw antwoorden graag tegemoet.

Indieners

Jesseka Batteau, Partij voor de Dieren

Marjolein van Elteren, GroenLinks