Schriftelijke vragen De wolf in Utrecht: beleid, nieuwste inzichten en laatste stand van zaken
Indiendatum: 17 jan. 2025
Ruimte voor de wolf in de Provincie Utrecht: uitspraken Mirjam Sterk bij RTV Utrecht
Onlangs stelde gedeputeerde Mirjam Sterk in een artikel op RTV Utrecht Past de wolf in de Provincie Utrecht het volgende:
Sterk wil dat de staatssecretaris bepaalt hoeveel wolven Nederland aankan en waar ze kunnen leven. “Mensen moeten weten waar ze een wolf kunnen tegenkomen en wat ze dan moeten doen. Maar er moeten ook gebieden zijn waar we wolven mogen vangen, verjagen of desnoods afschieten. Nu kan ik alleen een vergunning afgeven om ze af te schrikken, en dat is al heel moeilijk.”
De Veluwe in Gelderland lijkt haar geschikt. “Binnen de provincie Utrecht vind ik het ingewikkeld. De Leusderheide is een optie, maar door toenemende activiteiten van Defensie wordt het daar ook onrustig en waar gaan ze dan weer heen? Wolven horen niet in gebieden met veel recreanten en campings, maar in een natuurlijke omgeving met minder kans op conflicten.”
Vraag 1
In de huidige Europese wetgeving omtrent de wolf kunnen landen niet zelf bepalen hoeveel wolven binnen de grenzen of in bepaalde gebieden mogen voorkomen. We veronderstellen dat dit bij de Provincie bekend is. Waarom wordt dan toch de suggestie gewekt dat dit wel zou kunnen en wordt dit verzoek voorgelegd aan de staatssecretaris?
Antwoord:
Het is ons inderdaad bekend dat het op dit moment juridisch niet mogelijk is om wolvenvrije gebieden in te stellen. Dit is ook bevestigd in de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Aan de invulling van het criterium ‘hoeveel wolven kan een gebied dragen?’ moet een ecologisch onderzoek ten grondslag liggen.
De vragen aan de staatssecretaris over de bepaling van de Staat van Instandhouding en een ruimtelijke visie hierop zijn in samenhang gesteld met de vraag om medewerking bij het zoeken naar een juridisch houdbaar handelingskader. Wij zijn blij met het gehoor dat de staatssecretaris hieraan heeft gegeven in de vorm van de Landelijke Aanpak Wolf (LAW). Onderzoek naar de Staat van Instandhouding, het opstellen van een ruimtelijke visie en verbetering van incidentenbestrijding maken deel uit van de prioritaire onderwerpen van de LAW.
Vraag 2
De staat van instandhouding van de wolf binnen Nederland is bij lange na niet ‘goed’ te noemen. Ook met een eventueel lagere beschermde status zal deze staat van instandhouding leidend zijn voor de mogelijkheid tot het vangen, verjagen ‘of desnoods afschieten’ van de wolf. Hoe groot acht de gedeputeerde de kans dat deze mogelijkheden binnen een paar jaar wel toegestaan zullen zijn volgens de Europese en landelijke wet- en regelgeving?
Antwoord:
Vooraf: niet-dodelijke maatregelen zoals het vangen (al dan niet ten behoeve van onderzoek) of incidenteel verjagen, hebben veelal geen invloed op de staat van instandhouding en vormen daarom niet altijd een belemmering voor vergunningverlening.
Op dit moment is het, ondanks de nog niet gunstige staat van instandhouding, in het uiterste geval mogelijk om een wolf te doden. Het bevoegd gezag beoordeelt dit op basis van wettelijke criteria en jurisprudentie.
Wat betreft uw vraag: wetswijzigingen op Europees niveau (Habitatrichtlijn) en vervolgens op nationaal niveau (Omgevingswet) zullen meerdere jaren in beslag nemen. Zelfs als de wolf niet meer op bijlage IV van de Habitatrichtlijn zou staan, maar als nationaal beschermde soort wordt aangemerkt, blijft de eis bestaan dat er geen andere bevredigende oplossing mag zijn voordat een wolf gevangen, verjaagd of gedood wordt. Ook blijft de eis gelden dat ingrijpen noodzakelijk moet zijn en de soort in een gunstige staat van instandhouding moet blijven. Zeker zolang deze staat niet gunstig is, blijft ingrijpen dus erg lastig.
Vraag 3
Dienen we volgens de gedeputeerde als Provincie maximaal in te zetten op het in harmonie samenleven met de wolf? Zo ja, hoe verhouden bovengenoemde uitspraken zich tot dit beleid en deze inzet?
Antwoord:
Samenleven met de wolf is het uitgangspunt in het vigerende IPO-wolvenplan en in ons Omgevingsprogramma Faunabeleid en Monitoring (OFM). Wij zetten ons in om te voldoen aan onze rol als bevoegd gezag binnen de Omgevingswet, oftewel de wettelijke bescherming van de wolf en alle daarbij behorende verplichtingen.
In de praktijk lopen wij echter tegen knelpunten aan die wij alleen in samenwerking met andere overheden kunnen oplossen. In dat licht moeten de uitspraken en de verzoeken aan de staatssecretaris worden gezien.
Vraag 4
Is er volgens de gedeputeerde ruimte voor de wolf in de Provincie Utrecht? Zo ja, wat wordt er met ‘ruimte’ bedoeld? Zo nee, is daarmee sprake van een koerswijziging ten aanzien van beleid omtrent de wolf in onze provincie?
Antwoord:
Er is geen sprake van een koerswijziging. Wolven bepalen hun eigen leefgebied en wij zijn als bevoegd gezag verantwoordelijk voor de wettelijke bescherming van de wolf en daarmee voor het geven van ruimte aan de wolf.
Tegelijkertijd zien we dat de wolf zich in een sterk verstedelijkt en recreatief drukbezet gebied heeft gevestigd. Wij maken ons zorgen over mogelijke incidenten en willen deze zoveel mogelijk voorkomen. Daarom zetten we in op communicatie en voorlichting, evenals intensieve samenwerking met medeoverheden en overige betrokken partners.
Vraag 5
Als de gedeputeerde de Provincie Utrecht of gebieden daarbinnen ‘wolf-vrij’ wil houden, kan gekenschetst worden hoe dit beleid er in de praktijk uitziet? Welke concrete maatregelen worden genomen en welke juridische onderbouwing is er voor deze maatregelen?
Antwoord:
Wij handelen conform de huidige wet- en regelgeving, en die staat het instellen van wolvenvrije gebieden niet toe. Op dit moment is deze vraag dan ook niet te beantwoorden. Zie ook de beantwoording van vragen 1, 2 en 6.
Vraag 6
De gedeputeerde stelt dat wolven niet thuishoren in gebieden met veel menselijke activiteiten. Een versnelde uitvoering van de moties M24-98 Geef dieren in het wild rust en ruimte (PvdD e.a.) en Motie-34 Ruimte voor wild bos (GroenLinks e.a.) is daarom van groot belang. Kan geschetst worden hoe deze moties vertaald gaan worden in maatregelen om op korte termijn natuurlijke rustgebieden voor dieren in het wild te creëren?
Antwoord:
De gedeputeerde heeft gezegd dat de aanwezigheid van wolven in gebieden met veel menselijke activiteiten ingewikkeld is, niet dat wolven er niet thuishoren.
Op de Utrechtse Heuvelrug wonen, werken en recreëren veel mensen. Ook als er in de toekomst rustgebieden worden ingesteld, zullen menselijke activiteiten in deze regio blijven plaatsvinden. Of rustgebieden een oplossing zijn voor de wolf, kunnen we nu niet zeggen. Bovendien moet onderzocht worden of het juridisch mogelijk is om een rustgebied aan te wijzen.
Deze vraagstukken worden meegenomen in de uitvoering van motie 24-98, waarover we in het tweede kwartaal van dit jaar terugkomen.
Vraag 7
Militaire oefeningen op het defensieterrein op de Leusderheide hebben vorig jaar naar alle waarschijnlijkheid de burcht met jonge welpen van de Treeker-roedel verstoord. Heeft Defensie voor deze verstorende activiteiten een vergunning aangevraagd?
Antwoord:
De minister is bevoegd gezag voor Defensieterreinen en er is dus geen vergunning bij de provincie aangevraagd.
Vraag 8
Zal Defensie bij nieuwe verstorende activiteiten in de komende jaren bij de Provincie een vergunning aanvragen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kan Provinciale Staten hiervan op de hoogte gesteld worden?
Antwoord:
Nee, dat zal niet worden gedaan. Zie het antwoord op vraag 7.
Vraag 9
Welke eventueel andere afspraken zijn er met Defensie gemaakt als het gaat om de bescherming van de wolf en andere beschermde soorten op het defensieterrein?
Antwoord:
Het Rijksvastgoedbedrijf is terreinbeheerder en er is overleg geweest over de aanwezigheid van de wolf en de verantwoordelijkheden die dat voor hen met zich meebrengt. Zij zijn zich bewust van de aanwezigheid van de wolf en de wettelijke verplichtingen die hieraan verbonden zijn. Het Rijksvastgoedbedrijf heeft aangegeven zich in te zetten om verstoring dit jaar te voorkomen.
Vraag 10
In een brandbrief over de Treeker-roedel worden diverse incidenten genoemd met de wolf en mensen of honden. Heeft de provincie van elk incident een laatste stand van zaken en kan per incident kort de meest waarschijnlijke reconstructie worden geschetst?
Antwoord:
Op basis van informatie van wolvenexperts en de politie is voor de volgende gevallen bekend wat er is gebeurd:
1. Incident 6 juli 2024 (verdwenen hondje)
• Geen DNA-materiaal gevonden.
• Geen humaan lichamelijk letsel vastgesteld.
• De hond had op het moment van de aanval een riem om en bevond zich op korte afstand van de eigenaar.
• De hond is niet teruggevonden.
2. Incident 16 juli 2024 (aanvaring met meisje van de BSO)
• Te weinig bruikbaar DNA-materiaal om individu of geslacht te bepalen.
• Verwondingen aan de zij van het meisje vastgesteld door een forensisch expert.
• Geen aanwijzingen voor loslopende honden.
• Politie heeft onderzoek gedaan en bevindingen gedeeld.
3. Incident 31 juli 2024 (omvergelopen kind in Austerlitz)
• DNA-onderzoek bevestigt dat het om wolf GW3237M ging.
• Lichte wondjes op de rug van het kind.
• Een loslopende hond was aanwezig.
• Advies van de Zoogdiervereniging was leidend voor de provincie.
4. Incident 21 november 2024 (jongen zag roedel wolven bij fietsen)
• Geen DNA of andere sporen gevonden.
• Geen lichamelijk letsel vastgesteld.
• Geen aanwijzingen voor loslopende honden.
• Wolvenmeldpunt heeft een melding ontvangen van 10 wolven, na controle bleek dit minder te zijn.
Actuele informatie over deze incidenten is te vinden in de volgende persberichten van de provincie Utrecht:
• Dringende waarschuwing voor bezoekers Utrechtse Heuvelrug
• DNA-onderzoek bevestigt wolf bij incident 31 juli
• Confrontatie wolf en hond in Austerlitz
• DNA-onderzoek bevestigt wolf bij incident 16 juli
• Analyse van confrontatie tussen fietsende jongen en wolven
Daarnaast verwijzen wij naar de beantwoording van eerdere Statenvragen:
Beantwoording incident wolf en hond in Den Treek
Vraag 11
Kan worden aangegeven of monitoring plaatsvindt in Den Treek en zo ja, door welke organisaties of deskundigen?
Antwoord:
Den Treek huurt een eigen wolvendeskundige in voor de monitoring van wolven. Er heeft recent een monitoringsonderzoek plaatsgevonden. Er vindt overleg plaats met Den Treek over de mogelijkheid om de gegevens te delen. De gedeputeerde heeft hier eerder om gevraagd.
Vraag 12
Is bij de provincie bekend of er rond 8 juli 2024 melding is gemaakt op een Facebook-account van een meisje dat is gebeten? Is dit geverifieerd?
Antwoord:
Nee, dat is ons niet bekend. Deze vraag is voorgelegd aan de Zoogdiervereniging en de politie. Bij het Wolvenmeldpunt is geen gevalideerde melding opgenomen. De politie heeft op ons verzoek een brede zoekopdracht gedaan naar meldingen die aan de gestelde criteria voldoen, maar zonder resultaat.
Vraag 13
Het DNA-profiel van de wolf ‘Bram’ roept vragen op. De Zoogdiervereniging sprak eerder over twee reuen op de Utrechtse Heuvelrug/Den Treek. Is met 100% zekerheid vastgesteld dat Bram inderdaad reu GW3237M is? Hoe wordt de koppeling tussen visuele identificatie en DNA-profiel gemaakt en wat is de foutmarge?
Antwoord:
In 2024 ging de Zoogdiervereniging ervan uit dat er twee reuen op de Utrechtse Heuvelrug waren: de reu van het wolvenpaar en een solitaire wolf GW3237M.
Op basis van DNA-analyse van uitwerpselen van een van de welpen is vastgesteld dat GW3237M de vader is. Er is dus geen tweede gevestigde reu; de eerdere interpretatie van camerabeelden bleek onjuist.
De genetische identificatie gebeurt via DNA-profielen uit onder andere uitwerpselen, haren en prooidieren. Deze profielen worden bepaald door genetische analisten en zijn afkomstig van de Duitse databank Senckenberg. De koppeling tussen DNA en identiteit is betrouwbaar en er zijn geen gevallen bekend waarbij deze koppeling foutief bleek.
Meer informatie is te vinden in het nieuwsbericht van oktober 2024:
Uitstel behandeling vergunning vangen, verdoven en zenderen wolf
Vraag 14
In de afgelopen periode zijn meerdere wolven aangereden op provinciale wegen. Is er meer inzicht in de identiteit van deze wolven en wordt nagedacht over maatregelen om aanrijdingen te voorkomen?
Antwoord:
De wolf die op 3 oktober 2024 op de N226 werd aangereden, was GW3237M (bevestigd via DNA-analyse).
De wolf die op 11 november 2024 op de N227 werd doodgereden, was een welp van de Utrechtse roedel.
Maatregelen ter voorkoming van aanrijdingen:
• N226: Wildrasters worden geplaatst als onderdeel van de aanleg van het ecoduct bij Maarsbergen.
• N227: Voor deze weg loopt een apart project met als doel wildrasters te plaatsen in 2025.
Momenteel wordt een evaluatie uitgevoerd om verdere ontsnipperingsmaatregelen in kaart te brengen. Dit wordt meegenomen in de Meerjarenprogrammering Mobiliteit om wildaanrijdingen te verminderen.
Vraag 15
In de brandbrief over de Treeker-roedel wordt gesteld dat er op wolven wordt gejaagd in Den Treek. Heeft de provincie hier indicaties van?
Antwoord:
Nee, er is geen indicatie dat er op wolven wordt gejaagd in Den Treek. In de voortgangsrapportage van BIJ12 van 13 februari 2025 is een overzicht opgenomen van het aantal wolven in de provincie.
Meer informatie is te vinden in de rapportage:
Voortgangsrapportage wolf 13 februari 2025
Indiener(s)
Naam/namen
Jesseka Batteau
Arne Schaddelee
Jan Breur
Marjolein van Elteren
Fractie/fracties
Partij voor de Dieren
ChristenUnie
SP
GroenLinks
Indiendatum:
17 jan. 2025
Antwoorddatum: 6 mrt. 2025
Ruimte voor de wolf in de Provincie Utrecht: uitspraken Mirjam Sterk bij RTV Utrecht
Onlangs stelde gedeputeerde Mirjam Sterk in een artikel op RTV Utrecht Past de wolf in de Provincie Utrecht het volgende:
Sterk wil dat de staatssecretaris bepaalt hoeveel wolven Nederland aankan en waar ze kunnen leven. “Mensen moeten weten waar ze een wolf kunnen tegenkomen en wat ze dan moeten doen. Maar er moeten ook gebieden zijn waar we wolven mogen vangen, verjagen of desnoods afschieten. Nu kan ik alleen een vergunning afgeven om ze af te schrikken, en dat is al heel moeilijk.”
De Veluwe in Gelderland lijkt haar geschikt. “Binnen de provincie Utrecht vind ik het ingewikkeld. De Leusderheide is een optie, maar door toenemende activiteiten van Defensie wordt het daar ook onrustig en waar gaan ze dan weer heen? Wolven horen niet in gebieden met veel recreanten en campings, maar in een natuurlijke omgeving met minder kans op conflicten.”
Vraag 1
In de huidige Europese wetgeving omtrent de wolf kunnen landen niet zelf bepalen hoeveel wolven binnen de grenzen of in bepaalde gebieden mogen voorkomen. We veronderstellen dat dit bij de Provincie bekend is. Waarom wordt dan toch de suggestie gewekt dat dit wel zou kunnen en wordt dit verzoek voorgelegd aan de staatssecretaris?
Antwoord:
Het is ons inderdaad bekend dat het op dit moment juridisch niet mogelijk is om wolvenvrije gebieden in te stellen. Dit is ook bevestigd in de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Aan de invulling van het criterium ‘hoeveel wolven kan een gebied dragen?’ moet een ecologisch onderzoek ten grondslag liggen.
De vragen aan de staatssecretaris over de bepaling van de Staat van Instandhouding en een ruimtelijke visie hierop zijn in samenhang gesteld met de vraag om medewerking bij het zoeken naar een juridisch houdbaar handelingskader. Wij zijn blij met het gehoor dat de staatssecretaris hieraan heeft gegeven in de vorm van de Landelijke Aanpak Wolf (LAW). Onderzoek naar de Staat van Instandhouding, het opstellen van een ruimtelijke visie en verbetering van incidentenbestrijding maken deel uit van de prioritaire onderwerpen van de LAW.
Vraag 2
De staat van instandhouding van de wolf binnen Nederland is bij lange na niet ‘goed’ te noemen. Ook met een eventueel lagere beschermde status zal deze staat van instandhouding leidend zijn voor de mogelijkheid tot het vangen, verjagen ‘of desnoods afschieten’ van de wolf. Hoe groot acht de gedeputeerde de kans dat deze mogelijkheden binnen een paar jaar wel toegestaan zullen zijn volgens de Europese en landelijke wet- en regelgeving?
Antwoord:
Vooraf: niet-dodelijke maatregelen zoals het vangen (al dan niet ten behoeve van onderzoek) of incidenteel verjagen, hebben veelal geen invloed op de staat van instandhouding en vormen daarom niet altijd een belemmering voor vergunningverlening.
Op dit moment is het, ondanks de nog niet gunstige staat van instandhouding, in het uiterste geval mogelijk om een wolf te doden. Het bevoegd gezag beoordeelt dit op basis van wettelijke criteria en jurisprudentie.
Wat betreft uw vraag: wetswijzigingen op Europees niveau (Habitatrichtlijn) en vervolgens op nationaal niveau (Omgevingswet) zullen meerdere jaren in beslag nemen. Zelfs als de wolf niet meer op bijlage IV van de Habitatrichtlijn zou staan, maar als nationaal beschermde soort wordt aangemerkt, blijft de eis bestaan dat er geen andere bevredigende oplossing mag zijn voordat een wolf gevangen, verjaagd of gedood wordt. Ook blijft de eis gelden dat ingrijpen noodzakelijk moet zijn en de soort in een gunstige staat van instandhouding moet blijven. Zeker zolang deze staat niet gunstig is, blijft ingrijpen dus erg lastig.
Vraag 3
Dienen we volgens de gedeputeerde als Provincie maximaal in te zetten op het in harmonie samenleven met de wolf? Zo ja, hoe verhouden bovengenoemde uitspraken zich tot dit beleid en deze inzet?
Antwoord:
Samenleven met de wolf is het uitgangspunt in het vigerende IPO-wolvenplan en in ons Omgevingsprogramma Faunabeleid en Monitoring (OFM). Wij zetten ons in om te voldoen aan onze rol als bevoegd gezag binnen de Omgevingswet, oftewel de wettelijke bescherming van de wolf en alle daarbij behorende verplichtingen.
In de praktijk lopen wij echter tegen knelpunten aan die wij alleen in samenwerking met andere overheden kunnen oplossen. In dat licht moeten de uitspraken en de verzoeken aan de staatssecretaris worden gezien.
Vraag 4
Is er volgens de gedeputeerde ruimte voor de wolf in de Provincie Utrecht? Zo ja, wat wordt er met ‘ruimte’ bedoeld? Zo nee, is daarmee sprake van een koerswijziging ten aanzien van beleid omtrent de wolf in onze provincie?
Antwoord:
Er is geen sprake van een koerswijziging. Wolven bepalen hun eigen leefgebied en wij zijn als bevoegd gezag verantwoordelijk voor de wettelijke bescherming van de wolf en daarmee voor het geven van ruimte aan de wolf.
Tegelijkertijd zien we dat de wolf zich in een sterk verstedelijkt en recreatief drukbezet gebied heeft gevestigd. Wij maken ons zorgen over mogelijke incidenten en willen deze zoveel mogelijk voorkomen. Daarom zetten we in op communicatie en voorlichting, evenals intensieve samenwerking met medeoverheden en overige betrokken partners.
Vraag 5
Als de gedeputeerde de Provincie Utrecht of gebieden daarbinnen ‘wolf-vrij’ wil houden, kan gekenschetst worden hoe dit beleid er in de praktijk uitziet? Welke concrete maatregelen worden genomen en welke juridische onderbouwing is er voor deze maatregelen?
Antwoord:
Wij handelen conform de huidige wet- en regelgeving, en die staat het instellen van wolvenvrije gebieden niet toe. Op dit moment is deze vraag dan ook niet te beantwoorden. Zie ook de beantwoording van vragen 1, 2 en 6.
Vraag 6
De gedeputeerde stelt dat wolven niet thuishoren in gebieden met veel menselijke activiteiten. Een versnelde uitvoering van de moties M24-98 Geef dieren in het wild rust en ruimte (PvdD e.a.) en Motie-34 Ruimte voor wild bos (GroenLinks e.a.) is daarom van groot belang. Kan geschetst worden hoe deze moties vertaald gaan worden in maatregelen om op korte termijn natuurlijke rustgebieden voor dieren in het wild te creëren?
Antwoord:
De gedeputeerde heeft gezegd dat de aanwezigheid van wolven in gebieden met veel menselijke activiteiten ingewikkeld is, niet dat wolven er niet thuishoren.
Op de Utrechtse Heuvelrug wonen, werken en recreëren veel mensen. Ook als er in de toekomst rustgebieden worden ingesteld, zullen menselijke activiteiten in deze regio blijven plaatsvinden. Of rustgebieden een oplossing zijn voor de wolf, kunnen we nu niet zeggen. Bovendien moet onderzocht worden of het juridisch mogelijk is om een rustgebied aan te wijzen.
Deze vraagstukken worden meegenomen in de uitvoering van motie 24-98, waarover we in het tweede kwartaal van dit jaar terugkomen.
Vraag 7
Militaire oefeningen op het defensieterrein op de Leusderheide hebben vorig jaar naar alle waarschijnlijkheid de burcht met jonge welpen van de Treeker-roedel verstoord. Heeft Defensie voor deze verstorende activiteiten een vergunning aangevraagd?
Antwoord:
De minister is bevoegd gezag voor Defensieterreinen en er is dus geen vergunning bij de provincie aangevraagd.
Vraag 8
Zal Defensie bij nieuwe verstorende activiteiten in de komende jaren bij de Provincie een vergunning aanvragen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kan Provinciale Staten hiervan op de hoogte gesteld worden?
Antwoord:
Nee, dat zal niet worden gedaan. Zie het antwoord op vraag 7.
Vraag 9
Welke eventueel andere afspraken zijn er met Defensie gemaakt als het gaat om de bescherming van de wolf en andere beschermde soorten op het defensieterrein?
Antwoord:
Het Rijksvastgoedbedrijf is terreinbeheerder en er is overleg geweest over de aanwezigheid van de wolf en de verantwoordelijkheden die dat voor hen met zich meebrengt. Zij zijn zich bewust van de aanwezigheid van de wolf en de wettelijke verplichtingen die hieraan verbonden zijn. Het Rijksvastgoedbedrijf heeft aangegeven zich in te zetten om verstoring dit jaar te voorkomen.
Vraag 10
In een brandbrief over de Treeker-roedel worden diverse incidenten genoemd met de wolf en mensen of honden. Heeft de provincie van elk incident een laatste stand van zaken en kan per incident kort de meest waarschijnlijke reconstructie worden geschetst?
Antwoord:
Op basis van informatie van wolvenexperts en de politie is voor de volgende gevallen bekend wat er is gebeurd:
1. Incident 6 juli 2024 (verdwenen hondje)
• Geen DNA-materiaal gevonden.
• Geen humaan lichamelijk letsel vastgesteld.
• De hond had op het moment van de aanval een riem om en bevond zich op korte afstand van de eigenaar.
• De hond is niet teruggevonden.
2. Incident 16 juli 2024 (aanvaring met meisje van de BSO)
• Te weinig bruikbaar DNA-materiaal om individu of geslacht te bepalen.
• Verwondingen aan de zij van het meisje vastgesteld door een forensisch expert.
• Geen aanwijzingen voor loslopende honden.
• Politie heeft onderzoek gedaan en bevindingen gedeeld.
3. Incident 31 juli 2024 (omvergelopen kind in Austerlitz)
• DNA-onderzoek bevestigt dat het om wolf GW3237M ging.
• Lichte wondjes op de rug van het kind.
• Een loslopende hond was aanwezig.
• Advies van de Zoogdiervereniging was leidend voor de provincie.
4. Incident 21 november 2024 (jongen zag roedel wolven bij fietsen)
• Geen DNA of andere sporen gevonden.
• Geen lichamelijk letsel vastgesteld.
• Geen aanwijzingen voor loslopende honden.
• Wolvenmeldpunt heeft een melding ontvangen van 10 wolven, na controle bleek dit minder te zijn.
Actuele informatie over deze incidenten is te vinden in de volgende persberichten van de provincie Utrecht:
• Dringende waarschuwing voor bezoekers Utrechtse Heuvelrug
• DNA-onderzoek bevestigt wolf bij incident 31 juli
• Confrontatie wolf en hond in Austerlitz
• DNA-onderzoek bevestigt wolf bij incident 16 juli
• Analyse van confrontatie tussen fietsende jongen en wolven
Daarnaast verwijzen wij naar de beantwoording van eerdere Statenvragen:
Beantwoording incident wolf en hond in Den Treek
Vraag 11
Kan worden aangegeven of monitoring plaatsvindt in Den Treek en zo ja, door welke organisaties of deskundigen?
Antwoord:
Den Treek huurt een eigen wolvendeskundige in voor de monitoring van wolven. Er heeft recent een monitoringsonderzoek plaatsgevonden. Er vindt overleg plaats met Den Treek over de mogelijkheid om de gegevens te delen. De gedeputeerde heeft hier eerder om gevraagd.
Vraag 12
Is bij de provincie bekend of er rond 8 juli 2024 melding is gemaakt op een Facebook-account van een meisje dat is gebeten? Is dit geverifieerd?
Antwoord:
Nee, dat is ons niet bekend. Deze vraag is voorgelegd aan de Zoogdiervereniging en de politie. Bij het Wolvenmeldpunt is geen gevalideerde melding opgenomen. De politie heeft op ons verzoek een brede zoekopdracht gedaan naar meldingen die aan de gestelde criteria voldoen, maar zonder resultaat.
Vraag 13
Het DNA-profiel van de wolf ‘Bram’ roept vragen op. De Zoogdiervereniging sprak eerder over twee reuen op de Utrechtse Heuvelrug/Den Treek. Is met 100% zekerheid vastgesteld dat Bram inderdaad reu GW3237M is? Hoe wordt de koppeling tussen visuele identificatie en DNA-profiel gemaakt en wat is de foutmarge?
Antwoord:
In 2024 ging de Zoogdiervereniging ervan uit dat er twee reuen op de Utrechtse Heuvelrug waren: de reu van het wolvenpaar en een solitaire wolf GW3237M.
Op basis van DNA-analyse van uitwerpselen van een van de welpen is vastgesteld dat GW3237M de vader is. Er is dus geen tweede gevestigde reu; de eerdere interpretatie van camerabeelden bleek onjuist.
De genetische identificatie gebeurt via DNA-profielen uit onder andere uitwerpselen, haren en prooidieren. Deze profielen worden bepaald door genetische analisten en zijn afkomstig van de Duitse databank Senckenberg. De koppeling tussen DNA en identiteit is betrouwbaar en er zijn geen gevallen bekend waarbij deze koppeling foutief bleek.
Meer informatie is te vinden in het nieuwsbericht van oktober 2024:
Uitstel behandeling vergunning vangen, verdoven en zenderen wolf
Vraag 14
In de afgelopen periode zijn meerdere wolven aangereden op provinciale wegen. Is er meer inzicht in de identiteit van deze wolven en wordt nagedacht over maatregelen om aanrijdingen te voorkomen?
Antwoord:
De wolf die op 3 oktober 2024 op de N226 werd aangereden, was GW3237M (bevestigd via DNA-analyse).
De wolf die op 11 november 2024 op de N227 werd doodgereden, was een welp van de Utrechtse roedel.
Maatregelen ter voorkoming van aanrijdingen:
• N226: Wildrasters worden geplaatst als onderdeel van de aanleg van het ecoduct bij Maarsbergen.
• N227: Voor deze weg loopt een apart project met als doel wildrasters te plaatsen in 2025.
Momenteel wordt een evaluatie uitgevoerd om verdere ontsnipperingsmaatregelen in kaart te brengen. Dit wordt meegenomen in de Meerjarenprogrammering Mobiliteit om wildaanrijdingen te verminderen.
Vraag 15
In de brandbrief over de Treeker-roedel wordt gesteld dat er op wolven wordt gejaagd in Den Treek. Heeft de provincie hier indicaties van?
Antwoord:
Nee, er is geen indicatie dat er op wolven wordt gejaagd in Den Treek. In de voortgangsrapportage van BIJ12 van 13 februari 2025 is een overzicht opgenomen van het aantal wolven in de provincie.
Meer informatie is te vinden in de rapportage:
Voortgangsrapportage wolf 13 februari 2025
Indiener(s)
Naam/namen
Jesseka Batteau
Arne Schaddelee
Jan Breur
Marjolein van Elteren
Fractie/fracties
Partij voor de Dieren
ChristenUnie
SP
GroenLinks
Wij staan voor:
Interessant voor jou

Schriftelijke vragen Afhandeling en communicatie over last onder dwangsom Apollo Noord (Groene Hoogte) Soesterberg
Lees verder
Schriftelijke vragen Rechterlijke uitspraak: verbod op vlaktekap: wat betekent dat voor provincie Utrecht?
Lees verder