Schrif­te­lijke vragen TUG onthef­fingen


Indiendatum: 4 jun. 2024

Geacht college van GS,

Op 15 februari 2024 heeft het college van Gedeputeerde Staten beleidsregels vastgesteld en gepubliceerd omtrent het uitgeven van ontheffingen voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik van terreinen, niet zijnde luchthavens, door luchtvaartuigen. Dit worden ook wel TUG-ontheffingen genoemd.

Via het Provinciaal Blad zagen wij dat er onlangs een TUG ontheffing verleend is voor een Belgisch bedrijf genaamd Heliventure FTO, waarvan in het recente verleden de directeur en een piloot zijn veroordeeld dan wel aangeklaagd voor cocaïnesmokkel.[1] Dit roept bij ons twijfels op over de controle op dit type ontheffingen en de mogelijke overlast die hiermee gepaard kan gaan.

Gelet op de ambitie van het College om de overlast door de luchtvaart zoveel mogelijk te willen beperken en naar aanleiding van bovenstaande, hebben wij de volgende vragen:

  1. In hoeverre was u bij het verlenen van de ontheffing aan Heliventure FTO bekend met bovenstaand feit?

    Antwoord: Niet. Voor het verkrijgen van een ontheffing dient men een aanvraagformulier in bij de RUD Utrecht. De toetsing op het verkrijgen van deze ontheffingen geschiedt louter en alleen op de beleidsregels voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik (TUG) van de Provincie Utrecht en de daaraan verbonden (wettelijke) bepalingen. Indien daaraan wordt voldaan, wordt de ontheffing verleend.
  2. Hoeveel TUG ontheffingen worden er in de provincie Utrecht verleend per jaar?

    Antwoord:
    We verlenen gemiddeld 16 tot 17 TUG ontheffingen per jaar.
  3. Hoe vaak is het de afgelopen jaren voorgekomen dat een TUG ontheffing door GS is geweigerd? En met welke redenen?

    Antwoord: Zeer zelden. Afgelopen jaar is één aangevraagde specifieke locatiegebonden TUG ontheffing niet verleend omdat de impact op de natuur niet voldoende toetsbaar was aan de destijds van toepassing zijnde beleidsregels. Een ontheffing wordt uitsluitend geweigerd als niet kan worden voldaan aan de in de beleidsregels gestelde eisen.
  4. Wat is het werkelijke aantal vliegbewegingen op basis van de verleende ontheffingen per jaar? Is dit aantal gestegen of gedaald in de afgelopen 5 jaar?

    Antwoord:
    Wij hebben de RUD Utrecht gevraagd om dit voor u in beeld te brengen. Zie onderstaande tabel voor het aantal vliegtuigbewegingen (VTB) per soort ontheffing voor de jaren 2019 en 2023.


    Uit de tabel blijkt dat het aantal vliegtuigbewegingen afneemt. Het aantal afgegeven ontheffingen is de afgelopen jaren stabiel (coronajaren uitgezonderd).
  5. Wat is de aard van de vliegbewegingen? (b.v. politie/medisch/recreatie?) en welke aantallen betreft het per categorie?

    Antwoord: De ontheffingen worden voornamelijk door commerciële bedrijven aangevraagd voor diverse doeleinden. Er worden geen categorieën van vluchten bijgehouden. Wel is het zo dat verkeer zoals een politiehelikopter, traumahelikopter en andere hulp- en reddingsdiensten, een permanente vrijstelling voor het landen en opstijgen buiten luchthavens heeft onder de Wet Luchtvaart (zie daarvoor het Besluit burgerluchthavens, hoofdstuk 4: Aanwijzing luchtvaartuigen die mogen opstijgen of landen van een terrein niet zijnde een luchthaven).
  6. Waarop is het toegestane aantal vliegbewegingen gebaseerd?

    Antwoord: De overwegingen om te komen tot het aantal vliegtuigbewegingen staan beschreven in de artikelsgewijze toelichting bij de beleidsregels. Hierbij is vooral de beperking van overlast op omwonenden, natuur, milieu en kwetsbare objecten in ogenschouw genomen. Het toegestane aantal vliegtuigbewegingen is afhankelijk van de soort ontheffing die wordt aangevraagd. Eén vliegtuigbewegingen kan bestaan uit één start of één landing. Een passagier of vracht ophalen op een TUG locatie betekent dus twee vliegtuigbewegingen, te weten één landing en één start. Een ontheffing wordt voor ten hoogste de duur van een kalenderjaar verleend.

    Er worden drie soorten onheffingen onderscheiden:
    - De generieke ontheffing voor meerdere, nader te bepalen terreinen voor maximaal 4 vliegtuigbewegingen per terrein, voor maximaal 12 al dan niet bekende dagen per kalenderjaar per terrein;
    - Een locatiegebonden ontheffing: een ontheffing voor één of meerdere bekende terreinen voor maximaal 48 vliegtuigbewegingen, verdeeld over maximaal 12 dagen per jaar per terrein;
    - Een specifieke locatiegebonden ontheffing: een ontheffing bij evenementen of projecten voor meerdere starts of landingen op een bekend terrein. Deze ontheffing geldt voor één dag met een maximum van 100 vliegtuigbewegingen.

    Samenvattend kan worden gesteld dat per soort ontheffing de volgende situatie gebruikelijk is:
    - De generieke ontheffing wordt ingezet voor het vervoeren van vracht of passagiers van een locatie naar elders en desgewenst ook weer terug;
    - Een locatiegebonden ontheffing wordt ingezet op reeds bekende locaties, waarbij de vliegtuigbewegingen zijn per kalenderjaar beperkt in een totaal aantal stuks (maximaal 48) en totaal aantal dagen (maximaal 12), de invulling daarvan is flexibel;
    - Een specifieke locatiegebonden ontheffing is gekoppeld aan één terrein waarbij op één dag maximaal 100 vliegtuigbewegingen mogelijk worden, meestal vanwege een evenement (bijvoorbeeld rondvluchten).
  7. Hoe wordt er gehandhaafd op de aan de verleende ontheffing gestelde voorwaarden?

    Antwoord:
    Aan de ontheffingen worden voorschriften verbonden. Een toezichthouder van de RUD Utrecht is bij ieder gebruik van een ontheffing ter plaatse aanwezig en controleert de aan de ontheffing verbonden voorschriften
  8. Hoe vaak is er in de afgelopen jaren sprake geweest van het opleggen van boetes of het intrekken van een verleende ontheffing, wanneer is gebleken dat de voorwaarden van de ontheffing niet nageleefd zijn?

    Antwoord: Twee keer. In 2017 is bij een ontheffing in Zeist aan een helikopterbedrijf een bestuurlijke boete van € 1.500,- opgelegd omdat de toezichthouder constateerde dat de voorschriften van de verleende TUG ontheffing niet nageleefd werden. Er werd met twee niet vergunde helikopters gevlogen, waarvan één helikopter zwaarder dan vergund was. Daarnaast was het terrein niet afgezet ten behoeve van de veiligheid van de jonge voetballers. Deze bestuurlijke boete is door de Awb-Adviescommissie verminderd maar wel in stand gebleven. In 2014 werd er een bestuurlijke boete van € 1.500,- opgelegd aan een ballonvaartcentrum wegens te laat melden.
  9. In hoeverre wordt de uitstoot en de geluidshinder berekend en bijgehouden van het aantal vliegbewegingen? Zo niet, waarom niet?

    Antwoord: Bij het verlenen van de ontheffing wordt getoetst of de veroorzaakte geluidniveaus van het toestel binnen de daartoe gestelde normen voor woningen, natuur- en stiltegebieden en andere geluidgevoelige gebouwen blijven. De beleidsregels gaan over het opstijgen en landen op een locatie en de hinder als gevolg daarvan. Zodra het luchtvaartuig in de lucht is dan is de provincie niet meer het bevoegde gezag. Dat betekent dat wij geen invloed hebben op de uitstoot en/of geluidhinder van de vliegtuigbewegingen en ook geen gegevens hebben om deze te kunnen berekenen.
  10. Wat is de invloed van deze vliegbewegingen op natuurgebieden en stiltegebieden in de provincie? En hoe worden eventuele effecten gemitigeerd?

    Antwoord: De totale invloed van vliegtuigbewegingen op natuurgebieden en stiltegebieden is niet door de provincie te bepalen (zie ook voorgaand antwoord). De invloed op natuurgebieden en stiltegebieden van dat gedeelte van een vliegtuigbeweging waar de provincie bevoegd voor is (het starten en landen), wordt beperkt door regels te stellen m.b.t. afstanden van de TUG-locatie tot deze gebieden. Het overvliegen van gebieden valt buiten de bevoegdheid van de provincie.
  11. In hoeverre is er een afbouwplan voor het aantal uit te geven vergunningen voor toekomstige vliegbewegingen in de provincie Utrecht en hoe ziet dit plan er uit? Zo niet, waarom is een dergelijk plan er (nog) niet en bent u bereid hier op in te zetten?

    Antwoord: Er is geen afbouwplan. In onze provincie zijn slechts drie vaste terreinen waar helikopters kunnen starten en landen. Deze terreinen hebben een Luchthavenregeling, wat betekent dat de wettelijke geluid- en veiligheidscontouren niet buiten het eigen terrein reiken. Er zijn binnen de provincie geen terreinen met een Luchthavenbesluit. Het afbouwen van de TUG regeling betekent niet direct dat er minder gevlogen zal worden (in zijn algemeenheid of in het bijzonder boven onze provincie), aangezien de provincie niet bevoegd is om regels te stellen over het overvliegen. Onderzocht zou moeten worden wat de (juridische) mogelijkheden en wenselijkheden zijn om de TUG regeling af te bouwen. Dit onderzoek zullen we (laten) uitvoeren als onderdeel van het proces om toekomstig beleid voor de (kleine) luchtvaart vast te stellen, mede gezien de technologische ontwikkelingen op het gebied van drones en het gebruik daarvan.

Bij voorbaat alvast dank voor de beantwoording.

Anjo Travaille, Fractie Partij voor de Dieren

David Oude Wesselink, Fractie Groen Links

Noortje Flink, Fractie PvdA


[1] Helikopterpiloot die vips naar Tomorrowland voerde riskeert tien jaar cel wegens cocaïnesmokkel (Antwerpen) | Het Nieuwsblad

Indiendatum: 4 jun. 2024
Antwoorddatum: 9 jul. 2024

Geacht college van GS,

Op 15 februari 2024 heeft het college van Gedeputeerde Staten beleidsregels vastgesteld en gepubliceerd omtrent het uitgeven van ontheffingen voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik van terreinen, niet zijnde luchthavens, door luchtvaartuigen. Dit worden ook wel TUG-ontheffingen genoemd.

Via het Provinciaal Blad zagen wij dat er onlangs een TUG ontheffing verleend is voor een Belgisch bedrijf genaamd Heliventure FTO, waarvan in het recente verleden de directeur en een piloot zijn veroordeeld dan wel aangeklaagd voor cocaïnesmokkel.[1] Dit roept bij ons twijfels op over de controle op dit type ontheffingen en de mogelijke overlast die hiermee gepaard kan gaan.

Gelet op de ambitie van het College om de overlast door de luchtvaart zoveel mogelijk te willen beperken en naar aanleiding van bovenstaande, hebben wij de volgende vragen:

  1. In hoeverre was u bij het verlenen van de ontheffing aan Heliventure FTO bekend met bovenstaand feit?

    Antwoord: Niet. Voor het verkrijgen van een ontheffing dient men een aanvraagformulier in bij de RUD Utrecht. De toetsing op het verkrijgen van deze ontheffingen geschiedt louter en alleen op de beleidsregels voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik (TUG) van de Provincie Utrecht en de daaraan verbonden (wettelijke) bepalingen. Indien daaraan wordt voldaan, wordt de ontheffing verleend.
  2. Hoeveel TUG ontheffingen worden er in de provincie Utrecht verleend per jaar?

    Antwoord:
    We verlenen gemiddeld 16 tot 17 TUG ontheffingen per jaar.
  3. Hoe vaak is het de afgelopen jaren voorgekomen dat een TUG ontheffing door GS is geweigerd? En met welke redenen?

    Antwoord: Zeer zelden. Afgelopen jaar is één aangevraagde specifieke locatiegebonden TUG ontheffing niet verleend omdat de impact op de natuur niet voldoende toetsbaar was aan de destijds van toepassing zijnde beleidsregels. Een ontheffing wordt uitsluitend geweigerd als niet kan worden voldaan aan de in de beleidsregels gestelde eisen.
  4. Wat is het werkelijke aantal vliegbewegingen op basis van de verleende ontheffingen per jaar? Is dit aantal gestegen of gedaald in de afgelopen 5 jaar?

    Antwoord:
    Wij hebben de RUD Utrecht gevraagd om dit voor u in beeld te brengen. Zie onderstaande tabel voor het aantal vliegtuigbewegingen (VTB) per soort ontheffing voor de jaren 2019 en 2023.


    Uit de tabel blijkt dat het aantal vliegtuigbewegingen afneemt. Het aantal afgegeven ontheffingen is de afgelopen jaren stabiel (coronajaren uitgezonderd).
  5. Wat is de aard van de vliegbewegingen? (b.v. politie/medisch/recreatie?) en welke aantallen betreft het per categorie?

    Antwoord: De ontheffingen worden voornamelijk door commerciële bedrijven aangevraagd voor diverse doeleinden. Er worden geen categorieën van vluchten bijgehouden. Wel is het zo dat verkeer zoals een politiehelikopter, traumahelikopter en andere hulp- en reddingsdiensten, een permanente vrijstelling voor het landen en opstijgen buiten luchthavens heeft onder de Wet Luchtvaart (zie daarvoor het Besluit burgerluchthavens, hoofdstuk 4: Aanwijzing luchtvaartuigen die mogen opstijgen of landen van een terrein niet zijnde een luchthaven).
  6. Waarop is het toegestane aantal vliegbewegingen gebaseerd?

    Antwoord: De overwegingen om te komen tot het aantal vliegtuigbewegingen staan beschreven in de artikelsgewijze toelichting bij de beleidsregels. Hierbij is vooral de beperking van overlast op omwonenden, natuur, milieu en kwetsbare objecten in ogenschouw genomen. Het toegestane aantal vliegtuigbewegingen is afhankelijk van de soort ontheffing die wordt aangevraagd. Eén vliegtuigbewegingen kan bestaan uit één start of één landing. Een passagier of vracht ophalen op een TUG locatie betekent dus twee vliegtuigbewegingen, te weten één landing en één start. Een ontheffing wordt voor ten hoogste de duur van een kalenderjaar verleend.

    Er worden drie soorten onheffingen onderscheiden:
    - De generieke ontheffing voor meerdere, nader te bepalen terreinen voor maximaal 4 vliegtuigbewegingen per terrein, voor maximaal 12 al dan niet bekende dagen per kalenderjaar per terrein;
    - Een locatiegebonden ontheffing: een ontheffing voor één of meerdere bekende terreinen voor maximaal 48 vliegtuigbewegingen, verdeeld over maximaal 12 dagen per jaar per terrein;
    - Een specifieke locatiegebonden ontheffing: een ontheffing bij evenementen of projecten voor meerdere starts of landingen op een bekend terrein. Deze ontheffing geldt voor één dag met een maximum van 100 vliegtuigbewegingen.

    Samenvattend kan worden gesteld dat per soort ontheffing de volgende situatie gebruikelijk is:
    - De generieke ontheffing wordt ingezet voor het vervoeren van vracht of passagiers van een locatie naar elders en desgewenst ook weer terug;
    - Een locatiegebonden ontheffing wordt ingezet op reeds bekende locaties, waarbij de vliegtuigbewegingen zijn per kalenderjaar beperkt in een totaal aantal stuks (maximaal 48) en totaal aantal dagen (maximaal 12), de invulling daarvan is flexibel;
    - Een specifieke locatiegebonden ontheffing is gekoppeld aan één terrein waarbij op één dag maximaal 100 vliegtuigbewegingen mogelijk worden, meestal vanwege een evenement (bijvoorbeeld rondvluchten).
  7. Hoe wordt er gehandhaafd op de aan de verleende ontheffing gestelde voorwaarden?

    Antwoord:
    Aan de ontheffingen worden voorschriften verbonden. Een toezichthouder van de RUD Utrecht is bij ieder gebruik van een ontheffing ter plaatse aanwezig en controleert de aan de ontheffing verbonden voorschriften
  8. Hoe vaak is er in de afgelopen jaren sprake geweest van het opleggen van boetes of het intrekken van een verleende ontheffing, wanneer is gebleken dat de voorwaarden van de ontheffing niet nageleefd zijn?

    Antwoord: Twee keer. In 2017 is bij een ontheffing in Zeist aan een helikopterbedrijf een bestuurlijke boete van € 1.500,- opgelegd omdat de toezichthouder constateerde dat de voorschriften van de verleende TUG ontheffing niet nageleefd werden. Er werd met twee niet vergunde helikopters gevlogen, waarvan één helikopter zwaarder dan vergund was. Daarnaast was het terrein niet afgezet ten behoeve van de veiligheid van de jonge voetballers. Deze bestuurlijke boete is door de Awb-Adviescommissie verminderd maar wel in stand gebleven. In 2014 werd er een bestuurlijke boete van € 1.500,- opgelegd aan een ballonvaartcentrum wegens te laat melden.
  9. In hoeverre wordt de uitstoot en de geluidshinder berekend en bijgehouden van het aantal vliegbewegingen? Zo niet, waarom niet?

    Antwoord: Bij het verlenen van de ontheffing wordt getoetst of de veroorzaakte geluidniveaus van het toestel binnen de daartoe gestelde normen voor woningen, natuur- en stiltegebieden en andere geluidgevoelige gebouwen blijven. De beleidsregels gaan over het opstijgen en landen op een locatie en de hinder als gevolg daarvan. Zodra het luchtvaartuig in de lucht is dan is de provincie niet meer het bevoegde gezag. Dat betekent dat wij geen invloed hebben op de uitstoot en/of geluidhinder van de vliegtuigbewegingen en ook geen gegevens hebben om deze te kunnen berekenen.
  10. Wat is de invloed van deze vliegbewegingen op natuurgebieden en stiltegebieden in de provincie? En hoe worden eventuele effecten gemitigeerd?

    Antwoord: De totale invloed van vliegtuigbewegingen op natuurgebieden en stiltegebieden is niet door de provincie te bepalen (zie ook voorgaand antwoord). De invloed op natuurgebieden en stiltegebieden van dat gedeelte van een vliegtuigbeweging waar de provincie bevoegd voor is (het starten en landen), wordt beperkt door regels te stellen m.b.t. afstanden van de TUG-locatie tot deze gebieden. Het overvliegen van gebieden valt buiten de bevoegdheid van de provincie.
  11. In hoeverre is er een afbouwplan voor het aantal uit te geven vergunningen voor toekomstige vliegbewegingen in de provincie Utrecht en hoe ziet dit plan er uit? Zo niet, waarom is een dergelijk plan er (nog) niet en bent u bereid hier op in te zetten?

    Antwoord: Er is geen afbouwplan. In onze provincie zijn slechts drie vaste terreinen waar helikopters kunnen starten en landen. Deze terreinen hebben een Luchthavenregeling, wat betekent dat de wettelijke geluid- en veiligheidscontouren niet buiten het eigen terrein reiken. Er zijn binnen de provincie geen terreinen met een Luchthavenbesluit. Het afbouwen van de TUG regeling betekent niet direct dat er minder gevlogen zal worden (in zijn algemeenheid of in het bijzonder boven onze provincie), aangezien de provincie niet bevoegd is om regels te stellen over het overvliegen. Onderzocht zou moeten worden wat de (juridische) mogelijkheden en wenselijkheden zijn om de TUG regeling af te bouwen. Dit onderzoek zullen we (laten) uitvoeren als onderdeel van het proces om toekomstig beleid voor de (kleine) luchtvaart vast te stellen, mede gezien de technologische ontwikkelingen op het gebied van drones en het gebruik daarvan.

Bij voorbaat alvast dank voor de beantwoording.

Anjo Travaille, Fractie Partij voor de Dieren

David Oude Wesselink, Fractie Groen Links

Noortje Flink, Fractie PvdA

[1] Helikopterpiloot die vips naar Tomorrowland voerde riskeert tien jaar cel wegens cocaïnesmokkel (Antwerpen) | Het Nieuwsblad

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen Voortdurende grootschalige aantasting NNN gebieden

Lees verder

Mondelinge vragen naar aanleiding van sterfte bijen

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer