Vragen over afscho­t­aantal reeën


Indiendatum: apr. 2009

Onderwerp: Schriftelijke vragen ex artikel 47 van het RvO aan het College van GS, gesteld door Wanda Bodewitz, Partij voor de Dieren en Jos Kloppenborg, GroenLinks, betreffende afschotaantal reeën

Geacht college van gedeputeerde staten,

Toelichting

In het Algemeen Dagblad van 4 april stond een artikel over de verlenging van de ontheffing voor afschot van reeën . De volgende passage uit dit artikel heeft ons uitermate bevreemd:
“Volgens faunabeheer is het afschieten van het teveel aan reeën niet in tegenspraak met de aanleg van ecoducten en wildpassages in de provincie, die er juist voor moeten zorgen dat sommige diersoorten zich over een groter gebied verspreiden. ,,De ree is een algemene en veel voorkomende soort, daar zijn de ecoducten niet speciaal voor bedoeld,’’ zegt woordvoerder Nuissl van faunabeheer Utrecht.”

Vergroting van het leefgebied door ecoducten maakt de draagkracht van het gebied voor de populatie groter, aangezien de voedselbeschikbaarheid wordt verhoogd. Het is dus niet mogelijk om vol te houden dat de populatie de draagkracht van het leefgebied overstijgt, wanneer datzelfde leefgebied groter wordt. Een logische gevolgtrekking zou zijn, dat geen ontheffing meer wordt verleend ten behoeve van afschot of dat op zijn minst het afschotquotum naar beneden bijgesteld wordt wanneer meer ecoducten worden gerealiseerd.

Nut en noodzaak van afschot van reeën is in onze ogen niet aangetoond. Indien de provincie desondanks besluit tot afschot en het afschotquotum baseert op de draagkracht van het gebied, achten wij het van belang dat besluitvorming hierbij niet op basis van sentimenten ten aanzien van de bijzonderheid (of algemeenheid) van dieren plaatsvindt, maar op basis van feiten en degelijke onderzoeksgegevens.

Naar aanleiding van het voorgaande, stellen de fracties van de Partij voor de Dieren en GroenLinks de volgende vragen:

1) Erkent u dat ecoducten zorgdragen voor vergroting van het leefgebied van alle dieren, dus ook van reeën? Zo ja, deelt u onze mening dat de realisatie van nieuwe ecoducten de draagkracht van het gebied voor de reeën vergroot? Zo nee, waarom niet?
2) Klopt het dat het afschotquotum van reeën gebaseerd wordt op de draagkracht van het gebied? Zo ja, welke invloed heeft de vergroting (en dus ook de draagkracht) van het leefgebied middels ecoducten op het afschotquotum?
3) De wettelijk vereiste beschrijving van het voedselaanbod en de relatie tussen het voedselaanbod en de populatiegrootte van reeën ontbreekt in het Faunabeheerplan. Desondanks is de ontheffing voor de afschot van reeën verleend voor een periode van 5 jaar, waarbij jaarlijks eenzelfde afschotquotum is beschikt. Het voedselaanbod kan echter jaarlijks variëren. Deelt u onze mening dat het voedselaanbod jaarlijks kan veranderen en dat het daardoor niet mogelijk is om een ontheffing af te geven voor een periode van 5 jaar? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke gevolgen heeft dit voor de afgegeven ontheffing?

Namens de fracties van de Partij voor de Dieren en GroenLinks en hoogachtend,

Wanda Bodewitz en Jos Kloppenborg

Indiendatum: apr. 2009
Antwoorddatum: 30 jun. 2009

Onderwerp: Schriftelijke vragen ex artikel 47 van het RvO aan het College van GS, gesteld door Wanda Bodewitz, Partij voor de Dieren en Jos Kloppenborg, GroenLinks, betreffende afschotaantal reeën (d.d. 28 mei 2009)


Toelichting

In het Algemeen Dagblad van 4 april stond een artikel over de verlenging van de ontheffing voor afschot van reeën . De volgende passage uit dit artikel heeft ons uitermate bevreemd:
“Volgens faunabeheer is het afschieten van het teveel aan reeën niet in tegenspraak met de aanleg van ecoducten en wildpassages in de provincie, die er juist voor moeten zorgen dat sommige diersoorten zich over een groter gebied verspreiden. ,,De ree is een algemene en veel voorkomende soort, daar zijn de ecoducten niet speciaal voor bedoeld,’’ zegt woordvoerder Nuissl van faunabeheer Utrecht.”

Vergroting van het leefgebied door ecoducten maakt de draagkracht van het gebied voor de populatie groter, aangezien de voedselbeschikbaarheid wordt verhoogd. Het is dus niet mogelijk om vol te houden dat de populatie de draagkracht van het leefgebied overstijgt, wanneer datzelfde leefgebied groter wordt. Een logische gevolgtrekking zou zijn, dat geen ontheffing meer wordt verleend ten behoeve van afschot of dat op zijn minst het afschotquotum naar beneden bijgesteld wordt wanneer meer ecoducten worden gerealiseerd.

Nut en noodzaak van afschot van reeën is in onze ogen niet aangetoond. Indien de provincie desondanks besluit tot afschot en het afschotquotum baseert op de draagkracht van het gebied, achten wij het van belang dat besluitvorming hierbij niet op basis van sentimenten ten aanzien van de bijzonderheid (of algemeenheid) van dieren plaatsvindt, maar op basis van feiten en degelijke onderzoeksgegevens.

Naar aanleiding van het voorgaande, stellen de fracties van de Partij voor de Dieren en GroenLinks de volgende vragen:


1) Erkent u dat ecoducten zorgdragen voor vergroting van het leefgebied van alle dieren, dus ook van reeën? Zo ja, deelt u onze mening dat de realisatie van nieuwe ecoducten de draagkracht van het gebied voor de reeën vergroot? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Nee, de tot nu toe gerealiseerde ecoducten vergroten niet het leefgebied van het ree, maar dragen bij aan een veilige uitwisseling van reeën van het ene naar het andere leefgebied. In de meeste geschikte leefgebieden in Utrecht is reeds sprake van de aanwezigheid van reeën. De huidige aanwezige ecoducten beïnvloeden dus niet de draagkracht van een gebied. Mocht in de toekomst blijken dat, nadat nieuwe ecoducten zijn aangelegd, dit wel het geval is, zullen de draagkrachtmodellen worden aangepast. In 2010 zal een tussenevaluatie plaatsvinden waarin dit ter sprake komt.


2) Klopt het dat het afschotquotum van reeën gebaseerd wordt op de draagkracht van het gebied? Zo ja, welke invloed heeft de vergroting (en dus ook de draagkracht) van het leefgebied middels ecoducten op het afschotquotum?

Antwoord: Ja, dit klopt. Zie verder antwoord vraag 1.


3) De wettelijk vereiste beschrijving van het voedselaanbod en de relatie tussen het voedselaanbod en de populatiegrootte van reeën ontbreekt in het Faunabeheerplan. Desondanks is de ontheffing voor de afschot van reeën verleend voor een periode van 5 jaar, waarbij jaarlijks eenzelfde afschotquotum is beschikt. Het voedselaanbod kan echter jaarlijks variëren. Deelt u onze mening dat het voedselaanbod jaarlijks kan veranderen en dat het daardoor niet mogelijk is om een ontheffing af te geven voor een periode van 5 jaar? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke gevolgen heeft dit voor de afgegeven ontheffing?

Antwoord: De wettelijke vereiste beschrijving van het voedselaanbod en de relatie tussen het voedselaanbod en de populatiegrootte staat beschreven in het Reeënbeheerplan Utrecht. In het Faunabeheerplan Utrecht 2009-2014 wordt verwezen naar dit reeënbeheerplan. Op basis van beide plannen is ontheffing verleend.

Het voedselaanbod in een gebied varieert vooral per jaargetijde.
Het in het reeënbeheerplan gebruikte draagkrachtmodel gaat uit van een berekening van waarden die betrekking hebben op onder andere de terreingesteldheid, waaronder de boomsoortensamenstelling, de oppervlakten weiden en akkers en het veldgrenspercentage (grens tussen dekking en veld in procenten).
Doordat in een periode van 5 jaar hierin weinig veranderingen plaatsvinden verandert er ook weinig in het totale voedselaanbod per jaar. Daarom wordt het niet noodzakelijk geacht ieder jaar opnieuw draagkrachtberekeningen te maken, tenzij blijkt dat er wel grote veranderingen hebben plaatsgevonden (uit: Reeënbeheerplan Utrecht).

Tot dus ver is hier geen sprake van en zal dit daarom geen invloed hebben op de afgegeven ontheffing.


Algemene reactie.
De ontheffing voor het afschot van reeën in het kader van beheer en schadebestrijding is verleend op basis van het Reeënbeheerplan Utrecht en het Faunabeheerplan Utrecht 2009-2014 (Goedgekeurd door Gedeputerrde Staten d.d. )Er is dus sprake van een planmatige en gecoördineerde aanpak.


Gedeputeerde Staten van Utrecht,


voorzitter,
secretaris,

Interessant voor jou

Vragen over uitbreiding nertsenhouderij nabij natuurmonument

Lees verder

Vragen over Faunabeheerplan 2009-2014

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer