Vragen over ecolo­gische verbin­dings­zones in Leusden


Indiendatum: feb. 2008

Onderwerp: Schriftelijke vragen ex artikel 47 van het Reglement van Orde aan het College van Gedeputeerde Staten, gesteld door Wanda Bodewitz (Partij voor de Dieren) en Jos Kloppenborg (GroenLinks) betreffende ecologische verbindingszones in Leusden

Toelichting

De Stichting Nieuw Knal Groen te Leusden heeft op 10 december 2007 bij het college van Gedeputeerde Staten haar bedenkingen ingediend tegen de vaststelling van het gewijzigde bestemmingsplan Tabaksteeg te Leusden. De bezwaren richten zich op het onvoldoende compenseren van het verlies van een belangrijk deel van de droge ecologische verbindingszone langs de Ponlijn in de Tabaksteeg. In deze zone komen een aantal beschermde en deels beschermde diersoorten voor. De nu geplande “droge” ecologische verbindingszone, die op sommige plaatsen van de bedoelde ongeveer 50 tot 35 meter breedte teruggebracht wordt, bevat:
- een hoog geluidscherm;
- de Ponweg ter breedte van ongeveer 12 meter;
- daarnaast een smalle aarden wal;
- een ongeveer 13 meter brede waterpartij.
Stichting Nieuw Knal Groen vraagt onder meer om compensatie omdat landdieren, die zich op de Ponweg begeven, worden overreden en in de langgerekte waterpartij kunnen verdrinken. Volgens het advies van bureau Nieuwland (februari 2003) is dit tracé in deze vorm niet geschikt als ecologische verbindingszone gelet op de woningbouw en het verkeer.
In de Natuurtoets voor de Tabaksteeg door Grontmij in 2005 wordt op pagina 13 vermeld dat een voorwaarde voor de planontwikkeling van de Tabaksteeg is dat het (toekomstig) functioneren van de ecologische zone niet wordt belemmerd. Naar aanleiding van de door Stichting Nieuw Knal Groen genoemde argumenten is bij ons de indruk ontstaan dat de ecologische verbindingszone in de toekomst slecht zal functioneren, indien de plannen ongewijzigd worden voortgezet.

Een brief van Nieuw Knal Groen en de raadsfractie van GroenLinks dd. 12/11/07 aan de Statencommissie RGW leert ons dat in het hele buitengebied van Leusden de aanleg van de in het Streekplan opgenomen verbindingszones onder druk staat, ook langs de A28 en de Heiligenbergerbeek.

In dit verband willen wij u de volgende vragen voorleggen.

1. Vindt er compensatie plaats voor de plaatsen waar de droge EVZ slechts 35 meter in plaats van 50 meter breed zal zijn? Zo ja, op welke wijze zal deze compensatie plaatsvinden?

2. De Stichting Nieuw Knal Groen concludeert dat de aanduiding ‘droge EVZ’ niet kan worden waargemaakt. Zij betogen dat de ruimte voor de EVZ op bepaalde plaatsen wel erg minimaal is en dat er geen uitwijkruimte voor dieren is, vanwege het feit dat er strak om de EVZ heen allerlei obstakels zijn voor dieren. Ook is de EVZ niet meer een droge zone te noemen, omdat er teveel plaats nodig is voor de opvang van water.
Deelt Gedeputeerde Staten deze conclusie van Stichting Nieuw Knal Groen? Zo ja, hoe wordt verzekerd dat na de voorgenomen gebiedsinrichting de desbetreffende EVZ een EVZ is die kwantitatief en kwalitatief voldoet?
Zo nee, kunt u beargumenteren waarom u de visie van Stichting Nieuw Knal Groen niet deelt?

3. Wordt de door de Stichting Nieuw Knal Groen voorgestelde compensatie langs de hoofdtransport gasleiding (Lockhorsterbos – Ponlijn - gasstation Arnhemseweg - Den Treek – Waterlooweg – Ringheuvels – ecoduct Doornseweg – Leusderheide) als reële mogelijkheid voor compensatie onderzocht? Zo nee, waarom niet?

4. Op welke wijze wil het College van Gedeputeerde Staten zich inspannen voor de volwaardige realisering van de in het Streekplan 2005-2015 opgenomen ecologische verbindingszones in het buitengebied van Leusden, waaronder ook die langs de Heiligenbergerbeek en de A28?

Indiendatum: feb. 2008
Antwoorddatum: 29 feb. 2008

Beantwoording schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht, gesteld door drs W.A. Bodewitz (Partij voor de Dieren) en J.F.M. Kloppenborg (GroenLinks) betreffende ecologische verbindingszones in Leusden


Toelichting
De Stichting Nieuw Knal Groen te Leusden heeft op 10 december 2007 bij het college van Gedeputeerde Staten haar bedenkingen ingediend tegen de vaststelling van het gewijzigde bestemmingsplan Tabaksteeg te Leusden. De bezwaren richten zich op het onvoldoende compenseren van het verlies van een belangrijk deel van de droge ecologische verbindingszone langs de Ponlijn in de Tabaksteeg. In deze zone komen een aantal beschermde en deels beschermde diersoorten voor. De nu geplande “droge” ecologische verbindingszone, die op sommige plaatsen van de bedoelde ongeveer 50 tot 35 meter breedte teruggebracht wordt, bevat:
- een hoog geluidscherm;
- de Ponweg ter breedte van ongeveer 12 meter;
- daarnaast een smalle aarden wal;
- een ongeveer 13 meter brede waterpartij.
Stichting Nieuw Knal Groen vraagt onder meer om compensatie omdat landdieren, die zich op de Ponweg begeven, worden overreden en in de langgerekte waterpartij kunnen verdrinken. Volgens het advies van bureau Nieuwland (februari 2003) is dit tracé in deze vorm niet geschikt als ecologische verbindingszone gelet op de woningbouw en het verkeer.
In de Natuurtoets voor de Tabaksteeg door Grontmij in 2005 wordt op pagina 13 vermeld dat een voorwaarde voor de planontwikkeling van de Tabaksteeg is dat het (toekomstig) functioneren van de ecologische zone niet wordt belemmerd. Naar aanleiding van de door Stichting Nieuw Knal Groen genoemde argumenten is bij ons de indruk ontstaan dat de ecologische verbindingszone in de toekomst slecht zal functioneren, indien de plannen ongewijzigd worden voortgezet.

Een brief van Nieuw Knal Groen en de raadsfractie van GroenLinks dd. 12/11/07 aan de Statencommissie RGW leert ons dat in het hele buitengebied van Leusden de aanleg van de in het Streekplan opgenomen verbindingszones onder druk staat, ook langs de A28 en de Heiligenbergerbeek.

In dit verband willen wij u de volgende vragen voorleggen:

1. Vindt er compensatie plaats voor de plaatsen waar de droge EVZ slechts 35 meter in plaats van 50 meter breed zal zijn? Zo ja, op welke wijze zal deze compensatie plaatsvinden?

2. De Stichting Nieuw Knal Groen concludeert dat de aanduiding ‘droge EVZ’ niet kan worden waargemaakt. Zij betogen dat de ruimte voor de EVZ op bepaalde plaatsen wel erg minimaal is en dat er geen uitwijkruimte voor dieren is, vanwege het feit dat er strak om de EVZ heen allerlei obstakels zijn voor dieren. Ook is de EVZ niet meer een droge zone te noemen, omdat er teveel plaats nodig is voor de opvang van water.
Deelt Gedeputeerde Staten deze conclusie van Stichting Nieuw Knal Groen? Zo ja, hoe wordt verzekerd dat na de voorgenomen gebiedsinrichting de desbetreffende EVZ een EVZ is die kwantitatief en kwalitatief voldoet?
Zo nee, kunt u beargumenteren waarom u de visie van Stichting Nieuw Knal Groen niet deelt?

3. Wordt de door de Stichting Nieuw Knal Groen voorgestelde compensatie langs de hoofdtransport gasleiding (Lockhorsterbos – Ponlijn - gasstation Arnhemseweg - Den Treek – Waterlooweg – Ringheuvels – ecoduct Doornseweg – Leusderheide) als reële mogelijkheid voor compensatie onderzocht? Zo nee, waarom niet?

4. Op welke wijze wil het College van Gedeputeerde Staten zich inspannen voor de volwaardige realisering van de in het Streekplan 2005-2015 opgenomen ecologische verbindingszones in het buitengebied van Leusden, waaronder ook die langs de Heiligenbergerbeek en de A28?


Antwoorden:

1. Neen.

2. In de toelichting op de vragen wordt uitgegaan van aannames, die naar onze mening niet juist zijn. Op basis van het navolgende zijn wij van mening dat de ecologische verbindingszone in de toekomst zowel in kwantitatieve als kwalitatieve zin goed zal functioneren.
De ecologische verbindingszone is op maximaal drie plaatsen smaller dan 50 m. Deze strook dient op grond van de voorschriften van het bestemmingsplan minimaal 35 m te bedragen. Dit is tevens conform de afspraken die tussen de gemeente en de provincie zijn gemaakt. Dit brengt het functioneren van genoemde zone niet in gevaar; de breedte is getoetst aan criteria voor ecologische verbindingszones zoals opgesteld door Alterra, Wageningen (het kennisinstituut voor de groene ruimte).
Het geluidsscherm en de Ben Ponbaan komen niet binnen de ecologische verbindingszone te liggen. De (geluids)wal maakt deel uit van de zone en zal voor de doelsoorten worden ingericht. De verhoging, de wal, is nodig om de zone in een anders vochtige omgeving droog te laten zijn voor de soorten van droge biotopen. Het water maakt deel uit van de verbindingszone, maar is zo smal mogelijk gehouden.
De doorkruisingen van de ecologische verbindingszone door autowegen zullen worden voorzien van veilige faunapassages. De verbindingszone sluit overigens pas na de laatste zuidelijke rotonde aan op het spoor om vanaf daar het oude spoor in zuidelijke richting te volgen.
Een groot deel van het geluid van het overlaadstation wordt al opgevangen door het geluidsscherm. Verder hebben vele soorten niet zo zeer last van geluidsverstoring maar van verstoring door menselijke activiteiten. Deze verstoring wordt voorkomen doordat de ecologische verbindingszone niet toegankelijk zal zijn voor recreatie.
Zoals eerder vermeld wordt de Ben Ponbaan niet binnen de ecologische verbindingszone aangelegd. De breedte van de ecologische verbindingszone is dus exclusief deze weg. Ook zal de ecologische verbindingszone grotendeels als een droge zone worden aangelegd. Het totale natte oppervlak is in het voorliggende plan aanzienlijk teruggebracht. Bij het ontwerp van de verbindingszone wordt rekening gehouden met de minimale breedtes van een droge zone voor de doelsoorten (minimaal 25 m, ingevolgde rapport Alterra, Wageningen) en daarmee ook voor de niet-doelsoorten. Een deel van de ‘natte zone’ is alleen bij hogere waterstanden (voornamelijk in de winter) nat en is dus voor een groot deel van het jaar droog. De overgangs- of plasdraszone is zo geschikt en bedoeld voor de soorten van zowel natte als droge biotopen.

3. Neen. Nu er naar ons oordeel sprake is van een ecologische verbindingszone, die goed zal gaan functioneren, is het niet aan de orde om de door de Stichting Nieuw Knal Groen voorgestelde compensatie in de vorm van een alternatieve locatie te onderzoeken.

4. De provincie Utrecht heeft het initiatief genomen om een nieuwe strategie en werkwijze te ontwikkelen gericht op de realisatie van de ecologische hoofdstructuur in het Utrechtse deel van de Gelderse Vallei. Een van de belangrijkste beleidsdoelen voor natuur de komende jaren is het realiseren van de Ecologische Hoofdstructuur. In de Gelderse Vallei en Eemland is de Ecologische Hoofdstructuur opgenomen in het Reconstructieplan en het Streekplan van de Provincie Utrecht. De Ecologische hoofdstructuur, bestaande uit de Robuuste Verbindingszone, ecologische verbindingszones en begrensde nieuwe natuurgebieden, dient voor 2018 te zijn gerealiseerd. Provincie en Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei (SVGV) hebben geconstateerd dat een duidelijke werkwijze en strategie voor de realisatie noodzakelijk is om deze doelstelling te kunnen halen.
Het kader voor de realisatie van de ecologische hoofdstructuur bestaat uit het Streekplan, de verschillende natuurgebiedsplannen, het Werkdocument ecologische verbindingszones, Programma ecologische verbindingszones, Notitie omslag van verwerving naar particulier natuurbeheer, provinciale verdrogingsbeleid, Kaderrichtlijn water. De beschreven activiteiten uit de gebiedsplannen , het subsidiekader en het investeringsbudget landelijk gebied bieden het financiële kader.

Hiervoor wordt de navolgende werkwijze nagestreefd:
1. Opstellen van Inrichtingsbeelden voor de ecologische verbindingszones en strategie voor de begrensde nieuwe natuurgebieden (kwaliteitsinput en bewaking)
2. Actieve benadering van grondeigenaren
3. Goede procesmatige begeleiding van particuliere grondeigenaren
4. Aanstellen van verantwoordelijke “trekkers” als duidelijk aanspreek-/en coördinatiepunt
5. Duidelijke organisatiestructuur, rol/-en taakverdeling tussen alle partijen en personen, waarbij de ecologische verbindingszones, robuuste verbindingszone, begrensde nieuwe natuurgebieden en verdrogingbestrijding integraal wordt opgepakt
6. Duidelijkheid over inzet van instrumentaria en middelen


Gedeputeerde Staten van Utrecht,

Voorzitter,

Secretaris,

Interessant voor jou

Vragen over vergunning aan ProRail voor het jagen op konijnen

Lees verder

Vragen over aanwijzing zeer kwetsbare gebieden op basis van de Wav (vervolg)

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer