Vragen over vergunning aan ProRail voor het jagen op konijnen


Indiendatum: jan. 2008

Onderwerp: Schriftelijke vragen ex art. 47 van het RvO aan het College van GS, gesteld door Wanda Bodewitz, Partij voor de Dieren, betreffende de verleende vergunning aan ProRail voor het jagen op konijnen

Geacht college van gedeputeerde staten,

Toelichting

Op 11 januari 2008 verscheen het artikel met de titel ‘ProRail mag konijnen jagen in Utrecht’ in de Volkskrant. Hierin wordt gemeld dat ProRail een vergunning krijgt voor het jagen op konijnen, die geldig is tot 31 december 2013. Deze vergunning is verleend omdat het graven van holen door konijnen tot gevaarlijke situaties zou kunnen leiden. Door de holen zou het spoor kunnen verzakken. Ook zouden treinen minder comfortabel kunnen gaan rijden.

In de ontheffing is gesteld dat preventieve maatregelen zijn genomen door gebruik te maken van een eerder afgegeven ontheffing, die expireerde op 31 december 2007.

Naar aanleiding van het voorgaande, wil de fractie van de Partij voor de Dieren de volgende vragen stellen:

1) a) Geldt het probleem van het verzakken van spoor voor de gehele Provincie Utrecht?
b) Is in kaart gebracht op welke trajecten het probleem met het verzakken van spoor zich voordoet of heeft voorgedaan?
c) Zijn er eerdere gevallen bekend in Nederland waarbij aangetoond is dat als gevolg van graafwerk van konijnen het spoor dermate verzakt is dat het een gevaar voor de veiligheid vormde? Zo ja, kunt u aangeven om welke concrete gevallen het gaat?


2) a) Is het niet zo dat een spoordijk dermate verdicht is dat het voor konijnen onmogelijk is om daar doorheen te graven?
b) Vindt u dat het beschreven gevaar van het verzakken van het spoor een reëel gevaar is? Zo ja, op welke concrete gegevens en onderzoeken is dit dan gebaseerd?
c) Indien het graafwerk van konijnen inderdaad zo gevaarlijk is voor verzakking van het spoor, waarom zijn er dan niet al eerder maatregelen genomen die het konijnen onmogelijk maken om in het talud te graven? Een voorbeeld zou het aanbrengen van gaas of het verharden van het hele talud kunnen zijn.

3) De tekst in de ontheffing stelt: "Er zijn preventieve maatregelen genomen door gebruik te maken van een eerder afgegeven ontheffing".
a) Moet uit deze zin begrepen worden dat GS de jacht als preventief middel ziet en dat GS de jacht zelf als alternatief voor de jacht ziet?
b) Deelt GS de mening van de PvdD dat er bij een bevestigend antwoord sprake is/zou zijn van een contradictio in terminis en dat een dergelijke visie contradictoir is/zou zijn aan de bedoelingen van de FFW, zoals verwoord in artikel 68 van de desbetreffende wet?
c) Waarom heeft GS besloten om nogmaals een ontheffing af te geven, nu is gebleken dat de 'preventieve werking' van de eerdere ontheffing kennelijk niet heeft gewerkt? M.a.w. waarom wordt hetzelfde middel ingezet, als blijkt dat het middel niet heeft gewerkt?
d) Verwacht u dat het verwijderen van de aanwezige konijnen inderdaad zal resulteren in een kleiner aantal konijnen, zolang de locaties nog steeds aantrekkelijk zijn voor konijnen? Vindt u dat met deze jacht een blijvend effect te verwachten is? Zo ja, waar baseert u dat op?

4) a) Deelt u de mening dat jacht met fretten niet de meest diervriendelijke jachtmethode is, zowel voor de konijnen, die in paniek op de vlucht slaan en verstrikt raken in de netten die de uitgangen afdekken, als voor de fretten, die over het algemeen uitgehongerd worden voordat ze op jacht mogen en mogelijk gemuilkorfd worden?
b) Deelt u de mening dat op grond van de Flora- en Faunawet jacht als middel voor schadebestrijding pas mag worden toegepast wanneer alternatieve methoden voldoende onderzocht zijn c.q. onvoldoende effect hebben? Zo ja, vindt u dat in dit geval is aangetoond dat jacht (met fretten) het enige alternatief is? Zo neen, kunt u dit toelichten?
c) Deelt u de mening dat op grond van de Flora- en Faunawet jacht niet tot de preventieve maatregelen gerekend mag worden? Zo nee, op grond waarvan meent u van deze regel te kunnen afwijken?
d) Zou het vangen van konijnen, waarna ze elders worden uitgezet, een reëel alternatief kunnen zijn? Zo ja, waarom wordt deze maatregel niet toegepast? Zo neen, waarom niet?
e) Bent u bereid om eerst te laten onderzoeken of er betere alternatieven zijn dan de jacht?


5) Kunt u aangeven hoe het afgeven van zo’n provinciebrede ontheffing voor een periode van vijf jaar zich verhoudt tot het feit dat is voorgesteld om het konijn op de Rode Lijst te plaatsen omdat het slecht gaat met de populatie in Nederland (1)? Acht u onderzoek noodzakelijk naar effecten op de staat van instandhouding van de soort, rekening houdend met cumulatieve effecten van de konijnenjacht in andere delen van de provincie en van Nederland, alvorens de dieren op grote schaal te laten bejagen? Zo ja, wanneer kunnen de resultaten van dit onderzoek worden verwacht? Zo neen, waarom niet?

1. http://www.vzz.nl/bescherming/download/2007RodeLijst.pdf

Indiendatum: jan. 2008
Antwoorddatum: 10 mrt. 2008

Beantwoording schriftelijke vragen ex artikel 47 van het Reglement van Orde Provincie Utrecht 1998, gesteld door W. Bodewitz, Partij voor de Dieren, betreffende de verleende vergunning aan ProRail voor het jagen op konijnen

Geacht college van gedeputeerde staten,

Toelichting:

Op 11 januari 2008 verscheen het artikel met de titel ‘ProRail mag konijnen jagen in Utrecht’ in de Volkskrant. Hierin wordt gemeld dat ProRail een vergunning krijgt voor het jagen op konijnen, die geldig is tot 31 december 2013. Deze vergunning is verleend omdat het graven van holen door konijnen tot gevaarlijke situaties zou kunnen leiden. Door de holen zou het spoor kunnen verzakken. Ook zouden treinen minder comfortabel kunnen gaan rijden.

In de ontheffing is gesteld dat preventieve maatregelen zijn genomen door gebruik te maken van een eerder afgegeven ontheffing, die expireerde op 31 december 2007.

Naar aanleiding van het voorgaande, wil de fractie van de Partij voor de Dieren de volgende vragen stellen:

1) a) Geldt het probleem van het verzakken van spoor voor de gehele Provincie Utrecht?
b) Is in kaart gebracht op welke trajecten het probleem met het verzakken van spoor zich voordoet of heeft voorgedaan?
c) Zijn er eerdere gevallen bekend in Nederland waarbij aangetoond is dat als gevolg van graafwerk van konijnen het spoor dermate verzakt is dat het een gevaar voor de veiligheid vormde? Zo ja, kunt u aangeven om welke concrete gevallen het gaat?


2) a) Is het niet zo dat een spoordijk dermate verdicht is dat het voor konijnen onmogelijk is om daar doorheen te graven?
b) Vindt u dat het beschreven gevaar van het verzakken van het spoor een reëel gevaar is? Zo ja, op welke concrete gegevens en onderzoeken is dit dan gebaseerd?
c) Indien het graafwerk van konijnen inderdaad zo gevaarlijk is voor verzakking van het spoor, waarom zijn er dan niet al eerder maatregelen genomen die het konijnen onmogelijk maken om in het talud te graven? Een voorbeeld zou het aanbrengen van gaas of het verharden van het hele talud kunnen zijn.

3) De tekst in de ontheffing stelt: "Er zijn preventieve maatregelen genomen door gebruik te maken van een eerder afgegeven ontheffing".
a) Moet uit deze zin begrepen worden dat GS de jacht als preventief middel ziet en dat GS de jacht zelf als alternatief voor de jacht ziet?
b) Deelt GS de mening van de PvdD dat er bij een bevestigend antwoord sprake is/zou zijn van een contradictio in terminis en dat een dergelijke visie contradictoir is/zou zijn aan de bedoelingen van de FFW, zoals verwoord in artikel 68 van de desbetreffende wet?
c) Waarom heeft GS besloten om nogmaals een ontheffing af te geven, nu is gebleken dat de 'preventieve werking' van de eerdere ontheffing kennelijk niet heeft gewerkt? M.a.w. waarom wordt hetzelfde middel ingezet, als blijkt dat het middel niet heeft gewerkt?
d) Verwacht u dat het verwijderen van de aanwezige konijnen inderdaad zal resulteren in een kleiner aantal konijnen, zolang de locaties nog steeds aantrekkelijk zijn voor konijnen? Vindt u dat met deze jacht een blijvend effect te verwachten is? Zo ja, waar baseert u dat op?

4) a) Deelt u de mening dat jacht met fretten niet de meest diervriendelijke jachtmethode is, zowel voor de konijnen, die in paniek op de vlucht slaan en verstrikt raken in de netten die de uitgangen afdekken, als voor de fretten, die over het algemeen uitgehongerd worden voordat ze op jacht mogen en mogelijk gemuilkorfd worden?
b) Deelt u de mening dat op grond van de Flora- en Faunawet jacht als middel voor schadebestrijding pas mag worden toegepast wanneer alternatieve methoden voldoende onderzocht zijn c.q. onvoldoende effect hebben? Zo ja, vindt u dat in dit geval is aangetoond dat jacht (met fretten) het enige alternatief is? Zo neen, kunt u dit toelichten?
c) Deelt u de mening dat op grond van de Flora- en Faunawet jacht niet tot de preventieve maatregelen gerekend mag worden? Zo nee, op grond waarvan meent u van deze regel te kunnen afwijken?
d) Zou het vangen van konijnen, waarna ze elders worden uitgezet, een reëel alternatief kunnen zijn? Zo ja, waarom wordt deze maatregel niet toegepast? Zo neen, waarom niet?
e) Bent u bereid om eerst te laten onderzoeken of er betere alternatieven zijn dan de jacht?


5) Kunt u aangeven hoe het afgeven van zo’n provinciebrede ontheffing voor een periode van vijf jaar zich verhoudt tot het feit dat is voorgesteld om het konijn op de Rode Lijst te plaatsen omdat het slecht gaat met de populatie in Nederland (1)? Acht u onderzoek noodzakelijk naar effecten op de staat van instandhouding van de soort, rekening houdend met cumulatieve effecten van de konijnenjacht in andere delen van de provincie en van Nederland, alvorens de dieren op grote schaal te laten bejagen? Zo ja, wanneer kunnen de resultaten van dit onderzoek worden verwacht? Zo neen, waarom niet?



1. http://www.vzz.nl/bescherming/download/2007RodeLijst.pdf


Antwoorden:

1.
a. Ja, het risico van het verzakken van het spoor geldt voor de gehele provincie Utrecht.
b. Nee, het gaat om het voorkomen van verzakking van het spoor. Er is wel een kaart beschikbaar waarop de trajecten zijn aangegeven waar men gebruik wil gaan maken van de ontheffing.
c. Niet bekend, er is altijd preventief gehandeld, waardoor verzakking is voorkomen.

2.
a. Nee, volgens ProRail niet. ProRail, als overheidsinstelling verantwoordelijk voor het onderhoud en de kwaliteit van het spoorwegnet, heeft in een brief aangegeven dat de openbare veiligheid in gevaar kan komen door het ondergraven van de spoordijken.
b. Ja, het is aannemelijk dat ondergraving door konijnen de taluds van de spoorbaan verzwakken en dat daarmee de veiligheid van het treinverkeer in het geding komt.
c. Eerder genomen preventieve maatregelen zijn het wegvangen en doden van konijnen op basis van eerder afgegeven ontheffingen.

3.
a. Jacht kan een preventief middel zijn (Handboek Faunafonds) in de perioden waarin dat mogelijk is. Dit geldt ook voor aanvullende ontheffingverlening om in bepaalde situaties of perioden van het jaar konijnen te vangen en te doden. Regulering van de stand wordt gezien als een preventief middel (bron: handboek Faunafonds).
b. Nee, Gedeputeerde Staten kunnen een ontheffing artikel 68 verlenen, wanneer er geen andere bevredigende oplossing bestaat en indien geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort. In onderhavig geval is hier sprake van.
c. De preventieve werking van de verleende ontheffingen heeft volgens ProRail de ongewenste situaties (ondergraven van spoorwegtaluds) in het verleden voorkomen.
d. Ja, ondanks dat de locaties aantrekkelijk blijven voor konijnen. Het is aannemelijk dat door het consequent wegvangen en doden van konijnen de populatie kleiner wordt. ProRail bevestigt in de aanvraag dat doordat zij steeds de mogelijkheid hebben gehad om te fretteren, ongewenste situaties konden worden voorkomen.

4.
a. Nee, er is geen aanleiding om hier van uit te gaan. De ontheffinggebruiker dient zich aan de bepalingen van de Flora- en Faunawet te houden. Artikel 73: “bij de bestrijding van schade en overlast bij of krachtens de artikelen 65 t/m 70 dan wel krachtens een ontheffing als bedoeld in artikel 75, dient onnodig lijden van dieren te worden voorkomen” (zorgplicht).
b. (Ervan uitgaande dat u onder jacht, vangen/doden met behulp van een ontheffing artikel 68 verstaat). Nee. Ontheffingen in het kader artikel 68 van de Flora- en faunawet kunnen worden verstrekt wanneer er geen andere bevredigende oplossing bestaat. Om die reden wordt doorgaans als voorwaarde gesteld dat ten minste 2 in het handboek van het Faunafonds genoemde preventieve middelen aantoonbaar moeten zijn ingezet. Dit houdt niet in dat vooraf alternatieve methoden voldoende moeten zijn onderzocht, of eerst moet blijken dat deze onvoldoende effect hebben. Er zijn omstandigheden bekend waarbij andere preventieve middelen in de praktijk niet uitvoerbaar zijn of de toepassing onevenredig hoge kosten met zich meebrengen. De situatie m.b.t. de spoorwegen is daar een voorbeeld van.
c. Nee, in het handboek van het Faunafonds worden als preventieve maatregelen nadrukkelijk genoemd: bejaging en regulering stand.
d. Nee, het vangen en vervoeren van wilde konijnen veroorzaakt onnodig dierenleed i.v.m. stress.
e. Nee, gelet op de status en verantwoordelijkheden van de aanvrager, ga ik uit van een objectieve aanvraag. Uit de aanvraag blijkt dat ProRail als spoorwegbeheerder niet beschikt over alternatieve middelen om ondergraving van spoorwegtaluds door konijnen tegen te gaan.

5.
De jacht op het konijn is in de periode van 15 augustus t/m 31 januari geopend en het konijn is bij algemene maatregel van bestuur aangewezen in het kader van artikel 65 van de Flora- en faunawet (landelijke vrijstelling), voor het vangen, doden, etc., ter voorkoming en bestrijding van belangrijke schade aan o.a. gewassen en bossen. De reden waarom het konijn als zodanig is aangewezen, is vanwege het feit dat het konijn nog beschouwd wordt als een van de diersoorten die in het gehele land veelvuldig belangrijke schade aanricht.
De populatieontwikkeling van 1990 tot heden is voor de minister van LNV geen aanleiding geweest om het beleid aan te passen.

Wilt u het Faunabeheerplan of andere provinciale regelingen met betrekking tot de Flora- en faunawet inzien dan verwijzen wij naar de provinciale website http://www.provincie-utrecht.nl, thema natuur en landschap, wet- en regelgeving, Flora en faunawet.


Gedeputeerde Staten van Utrecht,

Voorzitter,

Secretaris,

Interessant voor jou

Vragen over provinciaal uitvoeringsprogramma handhaving

Lees verder

Vragen over ecologische verbindingszones in Leusden

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer