Vragen over het gebruik van kunstlicht
Indiendatum: dec. 2013
Geacht college van Gedeputeerde Staten,
Toelichting
In de provincie Utrecht worden veel vossen afgeschoten. Zo worden er jaarlijks op basis van de landelijke vrijstelling minimaal 400 vossen gedood.[1] Daarnaast worden er per jaar nog gemiddeld 100 vossen als uitvoering van een ontheffing voor kunstlicht afgeschoten, blijkt uit cijfers van de Faunabeheereenheid Utrecht. [2]
Op 4 december heeft de Raad van State (RvS) uitspraak gedaan over jacht en schadebestrijding met behulp van kunstlicht.[3] Eerder stelde onze fractie middels artikel 47 vragen de juridische rechtmatigheid van het gebruik van kunstlicht al aan de orde.[4] Inmiddels heeft de RvS aangegeven dat het op grond van de Benelux-Overeenkomst inderdaad niet is toegestaan om `s nachts op vossen en konijnen te jagen, en dat kunstlicht hierbij geen toegestaan middel is.
Staatssecretaris Dijksma heeft echter aangegeven Gedeputeerde Staten niet te willen beletten om de bestrijding van dieren met behulp van kunstlicht voort te zetten en heeft daartoe een afwijkingstraject in gang gezet. De bestrijding mag dientengevolge uitgevoerd worden met behulp van middelen die strijdig zijn met de bepalingen in de Benelux-overeenkomst, en strijdig met de uitspraak van de Raad van State.[5]
Vossen vormen geen absolute bedreiging voor de weidevogelpopulatie.[6] Een robuuste weidevogelpopulatie is veeleer afhankelijk van landschappelijke kenmerken, agrarisch grondgebruik en de grondwaterstand. Schade van de vos bij pluimveehouderijen is te voorkomen door adequate inzet van preventieve maatregelen. Een positief kenmerk van de aanwezigheid van vossen is dat ze een natuurlijk tegenwicht vormen voor de ganzenpopulatie[7].
Graag willen we u in vervolg op het bovenstaande een vraag voorleggen:
1. Bent u, gezien de uitspraak van de RvS over de onrechtmatigheid van het gebruik van kunstlicht, én de omstreden argumenten voor het afschot van vossen, én het grote aantal vossen dat reeds op basis van de landelijke vrijstelling wordt afgeschoten, bereid om de lopende ontheffingen voor kunstlicht en de ontheffingen die zijn aangehouden in afwachting van de uitspraak van de RvS, te schorsen? Zo ja, alvast bedankt! Zo nee, waarom niet?
Hoogachtend,
Willem van der Steeg
Partij voor de Dieren
[1] Cijfers van de KNJV. Het betreft een absoluut minimumaantal omdat niet alle geschoten vossen worden geteld en geregistreerd.
[2] Jaarverslag Faunabeheereenheid 2009, 2010, 2011, 2012.
[3] http://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken-in-uitspraken/tekst-uitspraak.html?id=76892
[4] d.d. 31 januari 2011, 6 mei 2011 en 23 februari 2012.
[5] http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2013/12/06/kamerbrief-benelux-overeenkomst-jacht-en-vogelbescherming.html
[6] http://library.wur.nl/way/bestanden/clc/1890085.pdf en http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2686/Binnenland/article/detail/814570/2006/03/11/Kuikens-weidevogels-opgepeuzeld-door-vele-dieren.dhtml
[7]http://www.zoogdiervereniging.nl/sites/default/files/imce/nieuwesite/Zoogdiersoorten/Vos/downloads/Rapport%20Vos-Gans%20final%20-rapportnr%202013.14.pdf
Indiendatum:
dec. 2013
Antwoorddatum: 28 jan. 2014
Toelichting
ln de provincie Utrecht worden veel vossen afgeschoten. Zo worden er jaarlijks op basis van de landelijke vrijstelling minimaal 400 vossen gedood. Daarnaast worden er per jaar nog gemiddeld 100 vossen als uitvoering van een ontheffing voor kunstlicht afgeschoten, blijkt uit cijfers van de Faunabeheereenheid Utrecht. Op 4 december heeft de Raad van State (RvS) uitspraak gedaan over jacht en schadebestrijding met behulp van kunstlicht. Eerder stelde onze fractie middels artikel 47 vragen de juridische rechtmatigheid van het gebruik van kunstlicht al aan de orde. lnmiddels heeft de RvS aangegeven dat het op grond van de Benelux-overeenkomst inderdaad niet is toegestaan om 's nachts op vossen en konijnen te jagen, en dat kunstlicht hierbij geen toegestaan middel is. Staatssecretaris Dijksma heeft echter aangegeven Gedeputeerde Staten niet te willen beletten om de bestrijding van dieren met behulp van kunstlicht voort te zetten en heeft daartoe een afwijkingstraject in gang gezet. De bestrijding mag dientengevolge uitgevoerd worden met behulp van middelen die strijdig zijn met de bepalingen in de Benelux-overeenkomst, en strijdig met de uitspraak van de Raad van State.Vossen vormen geen absolute bedreiging voor de weidevogelpopulatie. Een robuuste weidevogelpopulatie is veeleer afhankelijk van landschappelijke kenmerken, agrarisch grondgebruik en de grondwaterstand. Schade van de vos bij pluimveehouderijen is te voorkomen door adequate inzet van preventieve maatregelen. Een positief kenmerk van de aanwezigheid van vossen is dat ze een natuurlijk tegenwicht vormen voor de ganzenpopulatie.
Graag willen we u in vervolg op het bovenstaande een vraag voorleggen:
1. Bent u, gezien de uitspraak van de RvS over de onrechtmatigheid van het gebruik van kunstlicht, én de omstreden argumenten voor het afschot van vossen, én het grote aantal vossen dat reeds op basis van de landelijke vrijstelling wordt afgeschoten, bereid om de lopende ontheffingen voor kunstlicht en de ontheffingen die zijn aangehouden in añ,vachting van de uitspraak van de RvS, te schorsen? Zo ja, alvast bedanktl Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Nee. In de uitspraken van de Raad van State werd geoordeeld dat het schieten van vossen in de periode tussen één uur na zonsondergang en één uur voor zonsopgang, alsmede het gebruik van kunstlicht, in strijd is met de Benelux-Overeenkomst op het gebied van de jacht en de vogelbescherming. Dit gebrek is inmiddels echter geheeld doordat de Nederlandse regering heeft laten weten gebruik te zullen maken van de afwijkingsmogelijkheid uit artikel 13, tweede lid, van de Overeenkomst. Op grond van deze bepaling kan de regering, in afiruachting van een beschikking van het Comité van Ministers, añruijkende maatregelen nemen en toepassen gedurende een tijdvak van ten hoogste drie maanden. De beschikking van het Comité van Ministers als bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de Overeenkomst wordt op dit moment voorbereid. Hiermee wordt geregeld dat Nederland afwijkingen van de bepalingen van de Benelux-overeenkomst mag toestaan ten behoeve van, onder andere, natuurbeheer en het voorkomen van schade. Gedeputeerde Staten kunnen het gebruik van kunstlicht dan ook toestaan. ln de uitspraken van de Raad van State zien wij dan ook geen aanleiding de lopende ontheffing, welke al formele rechtskracht had verkregen, te schorsen. Twee latere ontheffingen waren reeds geschorst in añryachting van de uitspraken van de Raad van State, één in de bezwaarfase en één in de beroepsfase. Nu de uitspraken
en de reactie hierop van de Regering bekend zijn, zullen deze beide procedures waarschijnlijk op korte termijn hervat worden.
Gedeputeerde Staten van Utrecht.
Interessant voor jou
Vragen over maatregelen voor egels in de provincietuin
Lees verderVragen over de mogelijkheid tot het verhandelen en ter consumptie beschikbaar stellen van spreeuwen
Lees verder