Vragen over overdracht muskusrattenbestrijding
Indiendatum: apr. 2007
Onderwerp: schriftelijke vragen aan het College van GS, gesteld door Wanda Bodewitz, Partij voor de Dieren, betreffende overdracht muskusrattenbestrijding
Geacht college van Gedeputeerde Staten,
Toelichting
Aan de commissie WMM is ter kennisgeving voor de commissievergadering van 26 maart jongstleden een voortgangsrapportage m.b.t. de overdracht van muskusrattenbestrijding aangeboden.
In het onderhavige document is aangegeven dat een projectstructuur is ingericht om de taken van de provincie Utrecht aangaande muskusrattenbestrijding te delegeren aan de waterschappen.
In dit verband willen wij de volgende vragen voorleggen.
1) Is Gedeputeerde Staten bekend met het rapport van Price, Waterhouse & Coopers (2006): Effectieve en Efficiënte Bestrijding van de Muskusratten in Nederland Gebaat bij een Landelijke Organisatie Onder de vlag van de Waterschappen?
2) Deelt Gedeputeerde Staten de conclusie van de onderzoekers: “Geadviseerd wordt alvorens de noodzakelijke stappen te zetten om te komen tot een structuurverandering, eerst de nut- en noodzaakdiscussie te beslechten door een bestuurlijk standpunt van zowel IPO als de Unie van Waterschappen over de noodzaak van generieke muskusrattenbestrijding. Daarna zou een moment gekozen moeten worden om de structuurverandering operationeel te laten zijn, waar via een inrichtingsplan naar toe gewerkt kan worden. Een groeimodel heeft daarbij niet de voorkeur, omdat daarmee langere tijd knelpunten bij en verschillen tussen uitvoeringsorganisaties blijven bestaan.” (zie punt 14 van de samenvatting)?
3) Is Gedeputeerde Staten ervan op de hoogte dat momenteel verschillende onderzoeken gaande zijn en gepland staan om de noodzaak en de beste wijze van de muskusrattenbestrijding te onderzoeken naar aanleiding van het Alterra-rapport van 2005: Muskusrattenbestrijding in Nederland: een quick scan naar nut, noodzaak en alternatieven?
Het betreft de volgende onderzoeken:
1. Graverij en veiligheid waterkeringen (afgerond, DHV, 2007))
2. Organisatie van de bestrijding (afgerond Price, Waterhouse & Cooper, 2007))
3. (Economische) schade
4. Preventieve middelen
5. Relatie populatieontwikkeling en veiligheid waterkeringen
6. Bestrijdingsstrategieën
7. Vangmiddelen
Het geheel zal in 2008 gereed zijn, waarna een kritische evaluatie van het huidige beleid zal volgen.
4) Is Gedeputeerde Staten bereid om de resultaten van deze onderzoeken af te wachten alvorens verdere stappen te zetten tot overdracht van taken aan de waterschappen?
Namens de fractie van de Partij voor de Dieren en hoogachtend,
Wanda Bodewitz
Indiendatum:
apr. 2007
Antwoorddatum: 17 apr. 2007
Beantwoording vragen gesteld door Wanda Bodewitz, Partij voor de Dieren, betreffende overdracht muskusrattenbestrijding
Datum: 17 april 2007
Inleiding
Het OLM is een samenwerkingsverband op grond van de Wet Gemeenschappelijke Regeling (Wgr) tussen de provinvie Utrecht en drie Utrechtse waterschappen (AGV, V&E en HDSR). Ook in het Gelderse deel van het waterschap Vallei en Eem is de bestrijding in handen van het OLM.
Beantwoording
1) Is Gedeputeerde Staten bekend met het rapport van Price, Waterhouse & Coopers (2006): Effectieve en Efficiënte Bestrijding van de Muskusratten in Nederland Gebaat bij een Landelijke Organisatie Onder de vlag van de Waterschappen?
Ja
2) Deelt Gedeputeerde Staten de conclusie van de onderzoekers: “Geadviseerd wordt alvorens de noodzakelijke stappen te zetten om te komen tot een structuurverandering, eerst de nut- en noodzaakdiscussie te beslechten door een bestuurlijk standpunt van zowel IPO als de Unie van Waterschappen over de noodzaak van generieke muskusrattenbestrijding. Daarna zou een moment gekozen moeten worden om de structuurverandering operationeel te laten zijn, waar via een inrichtingsplan naar toe gewerkt kan worden. Een groeimodel heeft daarbij niet de voorkeur, omdat daarmee langere tijd knelpunten bij en verschillen tussen uitvoeringsorganisaties blijven bestaan.” (zie punt 14 van de samenvatting)?
Hiermee wordt de landelijke structuurverandering bedoeld. Gedeputeerde Water en Milieu heeft zitting in de IPO Adviescommissie Water en is dus betrokken bij de besluitvorming hieromtrent.
3) Is Gedeputeerde Staten ervan op de hoogte dat momenteel verschillende onderzoeken gaande zijn en gepland staan om de noodzaak en de beste wijze van de muskusrattenbestrijding te onderzoeken naar aanleiding van het Alterra-rapport van 2005: Muskusrattenbestrijding in Nederland: een quick scan naar nut, noodzaak en alternatieven?
Het betreft de volgende onderzoeken:
1. Graverij en veiligheid waterkeringen (afgerond, DHV, 2007))
2. Organisatie van de bestrijding (afgerond Price, Waterhouse & Cooper, 2007))
3. (Economische) schade
4. Preventieve middelen
5. Relatie populatieontwikkeling en veiligheid waterkeringen
6. Bestrijdingsstrategieën
7. Vangmiddelen
Het geheel zal in 2008 gereed zijn, waarna een kritische evaluatie van het huidige beleid zal volgen.
Ja
4) Is Gedeputeerde Staten bereid om de resultaten van deze onderzoeken af te wachten alvorens verdere stappen te zetten tot overdracht van taken aan de waterschappen?
Nee, bovenstaande betreft een landelijke structuurverandering. De delegatie heeft betrekking op een wijziging van de huidige structuur van de bestrijding in Utrecht.
Het bestuur van het OLM, bestaande uit vertegenwoordigers van de deelnemers in de Gemeenschappelijke Regeling OLM (Waterschappen Amstel, Gooi en Vecht, Vallei en Eem en De Stichtse Rijnlanden en de provincie Utrecht), heeft de deelnemende besturen in november 2005 per brief gevraagd in te stemmen met een onderzoek naar of het overdragen van de taak muskusrattenbestrijding aan de waterschappen aanbeveling verdiend. In deze brief benoemt het OLM bestuur de knelpunten binnen het OLM: De huidige organisatie van het OLM leidt tot trage, getrapte besluitvorming, tegenvallende resultaten en financiële tegenvallers.
Daarnaast sluit de muskusrattenbestrijding goed aan bij het operationele karakter van de waterschappen en zal uitvoering door de waterschappen leiden tot een betere afstemming in het veld.
GS hebben op 7 februari 2006 ingestemd met dergelijk verkennend onderzoek en de instelling van een ambtelijke werkgroep. Ook de besturen van de deelnemende waterschappen stemden in.
Lysias Consulting Group heeft het verkennende onderzoek uitgevoerd en kwam in het rapport ‘Naar passend bestuur en organisatie’ tot de conclusie dat delegatie aan de waterschappen, waarbij de uitvoering voor het hele beheersgebied (van het OLM) bij HDSR komt te liggen, de voorkeur heeft.
GS hebben op 19 september 2006 ingestemd met de voorkeursvariant, zo ook de deelnemende waterschappen. De ambtelijke projectgroep heeft daarbij de opdracht gekregen de voorkeursvariant verder uit te werken en besluitvorming voor te bereiden. In de vergadering van 9 oktober 2006 heeft de commissie WEM positief gereageerd op de voorgenomen delegatie.
Het grootste deel van de provincies in Nederland heeft de muskusrattenbestrijding reeds gedelegeerd aan de waterschappen. De bestrijding sluit aan bij het operationele karakter van waterschappen.
J. Binnekamp
Gedeputeerde Water en Milieu
Interessant voor jou
Vragen over overzicht vangstresultaten muskus- en beverratten
Lees verderVragen over foerageergebieden voor overwinterende ganzen en smienten
Lees verder