Vragen over stopzetting jacht op alle dieren
Indiendatum: jan. 2009
Geacht College van Gedeputeerde Staten,
Toelichting
In de provincie Utrecht is de afgelopen weken sprake geweest van winterse omstandigheden (lage temperaturen, dichtgevroren water). Gebrek aan voedsel en schuilplaatsen leiden tot uitputting van in het wild levende dieren. De Faunabescherming heeft een oproep gedaan om de jacht op alle dieren stop te zetten in verband met de weersomstandigheden (zie hieronder). Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht hebben echter besloten om enkel de jacht op watervogels te sluiten.
In het draaiboek “Bijzondere weersomstandigheden” van de provincie Utrecht wordt als 1 van de criteria voor de sluiting van de jacht genoemd: ”De provincie Utrecht gaat uit van een zogenaamd “koudegetal”. Dit getal is objectief en vormt de som van de maximale dagtemperatuur minus de minimale nachttemperatuur. Indien deze getallen na een x aantal dagen de –85 graden heeft bereikt volgt automatisch het advies om de jacht te sluiten en om schadebestrijding te verbieden. De temperatuur te De Bilt (opgave KNMI) wordt hierbij als maatstaf genomen. - voorbeeld: ‘s-nachts is de minimumtemperatuur –10 graden Celsius en overdag is de maximumtemperatuur –5 graden Celsius. Indien deze situatie zich 5 aaneengesloten dagen blijft voortdoen dan staat de teller na 5 dagen op –75 graden Celsius. De sluiting wordt dan intern voorbereid bij de provincie door de desbetreffende ambtenaren belast met de Flora- en faunawetgeving. Op dag 6 wordt de grens van – 85 graden overschreden. Nu volgt het besluit om de jacht en om schadebestrijding tijdelijk te verbieden.”
Inmiddels is de genoemde -85 graden overschreden. Desondanks is de jacht niet volledig verboden.
Naar aanleiding van het voorgaande, wil de fractie van de Partij voor de Dieren de volgende vragen stellen:
1. De Faunabescherming acht een algeheel schietverbod noodzakelijk. Deelt u de mening dat de in het wild levende dieren ernstig zijn verzwakt vanwege de felle kou en vanwege het feit dat de dieren niet goed bij hun voedsel kunnen komen? Zo nee, waarom niet?
2. Deelt u de mening dat ook dieren waarop weliswaar niet wordt gejaagd maar die wel ernstig verstoord worden door het schieten, in deze periode al hun energie moeten besteden aan het zoeken van het schaarse beschikbare voedsel, omdat ze anders nog meer uitgeput raken? Zo nee, waarom niet?
3. Waarom heeft u niet in overeenstemming met het draaiboek “Bijzondere weersomstandigheden” besloten om de jacht op alle dieren stop te zetten?
4. In uw besluit met betrekking tot sluiting van de jacht heeft u aangegeven dat de vrijstelling voor het verstoren met ondersteunend afschot van de soorten Grauwe gans, Kolgans en Smient opgeschort wordt voorzover deze soorten zich in de onmiddellijke omgeving van open water bevinden. Dit betekent in de praktijk dat meer afschot van deze dieren mag plaatsvinden naarmate meer wateren bevroren raken. Met andere woorden: hoe slechter de weersomstandigheden, hoe meer afschot. Hoe rijmt u dit met het draaiboek “Bijzondere weersomstandigheden”?
5. De Flora- en faunawet verbiedt uitdrukkelijk het jagen op dieren die als gevolg van weersomstandigheden in uitgeputte toestand verkeren (art. 53, lid 1 onder k). Bent u bereid gehoor te geven aan de oproep van de Faunabescherming om de jacht op alle bejaagbare dieren in de provincie Utrecht onmiddellijk op te schorten wegens extreme kou, gezien het daarover gestelde in artikel 53 van de flora- en faunawet ? Zo nee, waarom niet ?
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------
P e r s b e r i c h t De Faunabescherming
Brandbrief naar provincies: Stop jacht op in het wild levende dieren
De Faunabescherming heeft een brandbrief aan Gedeputeerde Staten van alle provincies gestuurd met het dringende verzoek de jacht op alle bejaagbare dieren onmiddellijk op te schorten wegens extreme kou en sneeuw.
Ons verzoek betreft niet alleen de voor de wet bejaagbare dieren zoals konijnen, wilde eenden, fazanten en houtduiven, maar ook de diersoorten waarop mag worden gejaagd in het kader van populatiebeheer en schadebestrijding zoals onder andere: hazen, ganzen, knobbelzwanen, vossen, wilde zwijnen, damherten en reeën. De Faunabescherming acht een algeheel schietverbod noodzakelijk tot enkele weken na de vorstperiode, totdat watervogels weer volledig gebruik kunnen maken van hun voedselbronnen, en de overige dieren hun voedsel weer kunnen bereiken wanneer de sneeuw is verdwenen en de vorst uit de grond is. Het schieten op dieren verontrust niet alleen die diersoorten waarop de jager het oog heeft, maar treft ook andere kwetsbare diersoorten die in de winterperiode al hun krachten moeten besteden om het schaarse beschikbare voedsel te zoeken.
De Flora- en faunawet verbiedt weliswaar uitdrukkelijk het jagen op dieren die als gevolg van weersomstandigheden in uitgeputte toestand verkeren, maar het sein tot stopzetten van jacht berust bij Gedeputeerde Staten van de provincies. Jagers stoppen immers niet uit eigen beweging, zelfs niet op uitgeputte en op drift geraakte dieren, maar moeten daartoe worden gedwongen. De Faunabescherming spoort de twaalf provincies aan met spoed een eensluidend besluit tot stopzetting van jagersactiviteiten te nemen, zodat jachttoerisme binnen Nederland niet mogelijk is. Bovendien pleit De Faunabescherming ervoor dat bij de beslissing van de overheid om de jagersactiviteiten te stoppen, behalve de gebruikelijke raadpleging van jagers en agrariërs, ook de belangen van dierenbeschermers worden gehonoreerd.
Amstelveen, 6 januari 2009
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Gezien het urgente karakter vragen wij om spoedige beantwoording van deze vragen.
Namens de fractie van de Partij voor de Dieren en hoogachtend,
Wanda Bodewitz
Indiendatum:
jan. 2009
Antwoorddatum: 10 feb. 2009
Onderwerp: Beantwoording schriftelijke vragen ex art. 47 van het RvO aan het College van GS, gesteld door Wanda Bodewitz, Partij voor de Dieren, betreffende stopzetting jacht op alle dieren (d.d. 13 januari 2009)
-- SPOEDVRAGEN --
Geacht College van Gedeputeerde Staten,
Toelichting (Partij voor de Dieren)
In de provincie Utrecht is de afgelopen weken sprake geweest van winterse omstandigheden (lage temperaturen, dichtgevroren water). Gebrek aan voedsel en schuilplaatsen leiden tot uitputting van in het wild levende dieren. De Faunabescherming heeft een oproep gedaan om de jacht op alle dieren stop te zetten in verband met de weersomstandigheden (zie hieronder). Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht hebben echter besloten om enkel de jacht op watervogels te sluiten.
In het draaiboek “Bijzondere weersomstandigheden” van de provincie Utrecht wordt als 1 van de criteria voor de sluiting van de jacht genoemd: ï€ ”De provincie Utrecht gaat uit van een zogenaamd “koudegetal”. Dit getal is objectief en vormt de som van de maximale dagtemperatuur minus de minimale nachttemperatuur. Indien deze getallen na een x aantal dagen de –85 graden heeft bereikt volgt automatisch het advies om de jacht te sluiten en om schadebestrijding te verbieden. De temperatuur te De Bilt (opgave KNMI) wordt hierbij als maatstaf genomen. - voorbeeld: ‘s-nachts is de minimumtemperatuur –10 graden Celsius en overdag is de maximumtemperatuur –5 graden Celsius. Indien deze situatie zich 5 aaneengesloten dagen blijft voortdoen dan staat de teller na 5 dagen op –75 graden Celsius. De sluiting wordt dan intern voorbereid bij de provincie door de desbetreffende ambtenaren belast met de Flora- en faunawetgeving. Op dag 6 wordt de grens van – 85 graden overschreden. Nu volgt het besluit om de jacht en om schadebestrijding tijdelijk te verbieden.”
Inmiddels is de genoemde -85 graden overschreden. Desondanks is de jacht niet volledig verboden.
Opmerking: Op 7 januari, de datum waarop besloten is om voor één wildsoort (de wilde eend) en enkele ontheffingen en het vrijstellingsbesluit gedeeltelijk op te schorten, bedroeg het “koudegetal” - 57 graden. Op basis van een ander in het draaiboek genoemd criterium is het besluit genomen, namelijk: bij een ijsbedekking op open water, sloten en kanalen van meer dan 50 % en langer dan 10 dagen.
Naar aanleiding van het voorgaande, wil de fractie van de Partij voor de Dieren de volgende vragen stellen:
1. De Faunabescherming acht een algeheel schietverbod noodzakelijk. Deelt u de mening dat de in het wild levende dieren ernstig zijn verzwakt vanwege de felle kou en vanwege het feit dat de dieren niet goed bij hun voedsel kunnen komen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord: Nee, niet alle in het wild levende diersoorten waren per definitie door de winterse omstandigheden “ernstig verzwakt” of konden moeilijk aan hun voedsel komen. Vooral watervogels kunnen niet of in mindere mate aan voedsel komen. De wilde eend is de enige watervogel waarop de jacht in januari nog geopend is (de andere soorten zijn: fazantenhaan, houtduif en konijn). De wilde eend leeft voornamelijk van waterinsecten en waterplanten en is daarom extra kwetsbaar als sloten, kanalen en open water voor een groot deel met ijs bedekt raken. Voor de andere watervogels, knobbelzwaan, meerkoet, grauwe gans, kolgans, smient, nijlgans en verwilderde gedomesticeerde gans, waar besluiten ter voorkoming van schade aan gewassen gelden, geldt hetzelfde. Daarom is weloverwogen gekozen om uitsluitend voor deze soorten de jacht te sluiten en de geldigheid van de ontheffingen, het vrijstellings- en aanwijzingsbesluit onder bepaalde voorwaarden op te schorten.
2. Deelt u de mening dat ook dieren waarop weliswaar niet wordt gejaagd maar die wel ernstig verstoord worden door het schieten, in deze periode al hun energie moeten besteden aan het zoeken van het schaarse beschikbare voedsel, omdat ze anders nog meer uitgeput raken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord: Ja, bepaalde diersoorten (in het bijzonder watervogels) zullen in een periode met extreme winterse omstandigheden veel energie moeten besteden aan het zoeken van voedsel, om te voorkomen dat zij uitgeput raken. Zie verder antwoorden vraag 1, 3, 4 en 5.
3. Waarom heeft u niet in overeenstemming met het draaiboek “Bijzondere weersomstandigheden” besloten om de jacht op alle dieren stop te zetten?
Antwoord: Het draaiboek verplicht er niet toe de jacht en schadebestrijding op alle diersoorten te stoppen maar geeft uitdrukkelijk aan dat de jacht en schadebestrijding ook voor een bepaald aantal diersoorten gesloten/opgeschort kan worden. Geheel in overeenstemming met het draaiboek “Bijzondere weersomstandigheden is besloten om de jacht op één soort te stoppen (wilde eend) en de opschorting van de geldigheid van enkele besluiten. Zie verder het antwoord op vraag 1.
4. In uw besluit met betrekking tot sluiting van de jacht heeft u aangegeven dat de vrijstelling voor het verstoren met ondersteunend afschot van de soorten Grauwe gans, Kolgans en Smient opgeschort wordt voorzover deze soorten zich in de onmiddellijke omgeving van open water bevinden. Dit betekent in de praktijk dat meer afschot van deze dieren mag plaatsvinden naarmate meer wateren bevroren raken. Met andere woorden: hoe slechter de weersomstandigheden, hoe meer afschot. Hoe rijmt u dit met het draaiboek “Bijzondere weersomstandigheden”?
Antwoord: Nee, deze conclusie is onjuist. Deze formulering is mede gekozen om te voorkomen dat andere beschermde soorten, die zich ook rond open water verzamelen, kunnen worden verstoord. Naarmate meer wateren dichtvriezen, zullen de ganzen en smienten hier verdwijnen en op zoek gaan naar andere geschikte (water)gebieden, eventueel buiten de Nederlandse grenzen.
5. (a) De Flora- en faunawet verbiedt uitdrukkelijk het jagen op dieren die als gevolg van weersomstandigheden in uitgeputte toestand verkeren (art. 53, lid 1 onder k). (b) Bent u bereid gehoor te geven aan de oproep van de Faunabescherming om de jacht op alle bejaagbare dieren in de provincie Utrecht onmiddellijk op te schorten wegens extreme kou, gezien het daarover gestelde in artikel 53 van de flora- en faunawet ? Zo nee, waarom niet ?
Antwoord: a. Het genoemde verbod in de Flora- en faunawet blijft te allen tijde van kracht en behelst de zorgplicht van de jager.
b. Nee, wij waren niet bereid om gehoor te geven aan de oproep van de Faunabescherming. Er waren geen aanwijzingen dat andere soorten als gevolg van de weersomstandigheden op grote schaal in uitgeputte toestand verkeerden
Gedeputeerde Staten van Utrecht,
Voorzitter,
Secretaris,
Interessant voor jou
Vragen over afschotvergunning mussen en spreeuwen
Lees verderVragen over vergassen ganzen in de provincie Utrecht (vervolg)
Lees verder