Bijdrage Groene Hart


6 november 2017

Bijdrage Provinciale Staten 6 november 2017, agendapunt 10: Statenvoorstel Perspectief Groene Hart,

Voorzitter,

Het Groene Hart is een uniek veenweidelandschap, waarbij er voor toekomstig beleid samengewerkt moet worden door drie provincies en andere overheden. Dat vraagt dus om, óók voor de langere termijn, over de provinciale schutting heen te kijken, gezamenlijk een visie te ontwikkelen en maatregelen te treffen. Het Perspectief Groene Hart zal voor de drie provincies als inspiratiebron moeten dienen voor de omgevingsvisie. Voor de Partij voor de Dieren zijn hierbij twee inhoudelijke elementen van groot belang: de daling van de biodiversiteit en bodem. Voor deze problematiek is het code rood. Een integrale oplossing ís mogelijk, maar dan moeten we wel keuzes durven maken.

Herstel van de enorme afname van de biodiversiteit in het Groene Hart is de belangrijke opgave waar we in dit gebied voor staan.

Sinds 1970 is 60% daarvan verdwenen. De veenweidegebieden zijn essentiele gebieden voor weidevogels. Dat het slecht gaat met de weidevogel weten we inmiddels allemaal. Willen we daar wat aan doen dan zullen het Groene Hart niet alleen groen moeten laten kleuren door enkel Engels Raaigras, maar door een gevarieerd landschap met bloem- en kruidenrijke graslanden.

In het Perspectief wordt ook terecht op het belang van een gezonde biodiversiteit gewezen. In de ambities wordt vervolgens de nadruk gelegd op het economisch kwanitificeren van “groen kapitaal” en blijkt de inzet op een betere biodiversiteit afhankelijk van projecten van ondernemers, overheden, onderwijsinstellingen en maatschappelijke organisaties.

De Partij voor de Dieren wil het college meegeven dat wij voor de uitwerking in de omgevingsvisie meer visie verwachten op het gebied van biodiversiteit dan dat we dit af laten hangen van losse projecten. Er zou structureel beleid moeten zijn om de biodiversiteit te versterken, zonder deze in economische waarden uit te drukken.

Zoals in het Perspectief staat te lezen zijn afname van de kwaliteit van water, grond of lucht voorbeelden van indicaties van achteruitgang van biodiversiteit, met nadelige effecten op de gezondheid en de leefomgeving.Tegelijkertijd is nergens iets te lezen over afname van recreatiedruk, vergroten van het natuurareaal, extensievering van de landbouw of verbetering van de luchtkwaliteit. Dit zijn prioriteiten die écht gesteld moeten worden, willen we het “Groen” in Groene Hart nog enige betekenis geven. -Zonder dat groen ook geen recreatie.

Een keuze die ook gemaakt zal moeten worden, is die van het stoppen van de bodemdaling in het Groene Hart. De Partij voor de Dieren pleit voor stoppen van de bodemdaling, in plaats van vertragen. De CO2-uitstoot van veenafbraak in Nederland benadert die van een kolencentrale, en als gevolg van klimaatverandering stijgt die CO2-uitstoot mogelijk met nog 70 procent deze eeuw. En uiteraard is bodemdaling niet alleen schadelijk voor het milieu; ook infrastructuur en funderingen hebben ernstig te lijden als gevolg van veenverzakking. Het PBL schat de schade landelijk op €20 miljard tot 2050.

De PCL is glashelder in haar advies over de bodemdaling in het veenweidegebied: Vernatten is de enige duurzame oplossing. Voortzetten van landbouw in de huidige vorm is niet duurzaam, en heeft dus geen toekomst. Daar zullen we verder over komen te spreken bij de behandeling van het Perspectief bodemdaling in januari 2018, waar onze fractie hoge verwachtingen van heeft.

Extensiveren, vernatten en vergroenen zijn de keuzes die gemaakt moeten worden in het belang van het behoud van het Groene Hart, en integraal kunnen bijdragen aan een oplossing voor de daling van bodem en biodiversiteit.Hiertoe dient de Partij voor de Dieren dan ook de volgende motie in: “Code Rood voor het Groene Hart”.

Voorzitter, ik dank u wel.

Hiltje Keller

Statenlid Partij voor de Dieren

Interessant voor jou

Bijdrage natuur- en boscompensatie

Lees verder

Bijdrage Brede Welvaart  

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer