Bijdrage Vaststellen Bodem- en waterprogramma provincie Utrecht 2022-2027
Statenvoorstel in Provinciale Staten
Voorzitter,
Onze fractie is blij dat de waterparels letterlijk en figuurlijk op de kaart worden gezet in het BWP. Ik heb het zelf namelijk nog meegemaakt, dat zal zo rond 2009 zijn geweest, dat niemand de waterparels wilde oppakken en ze als een voetbal werden heen en weer geschoten tussen toenmalig gedeputeerde water, dhr Binnekamp en het waterschap. Het resultaat was dat er niks gebeurde, de waterparels niet eens meer terugkwamen in beleidsdocumenten en ze steeds verder in de vergetelheid raakten. Door ze op te nemen op de kaart staan ze in ieder geval weer in het collectief geheugen. Qua borging vallen ze onder generieke natuurbeleid. Onze fractie vraagt wel om binnen dit generieke beleid voldoende aandacht te houden voor de specifieke waarden en behoeften van deze wateren met een hoge aquatische natuurpotentie.
Voorts voorzitter wil ik enkele bedenkingen uiten. De provincie stelt de doelen voor de KRW waterlichamen en de overige wateren vast. Onze fractie heeft het gevoel dat PS bij het formuleren van ambities en doelen weinig betrokkenheid heeft gehad. PS zit naar ons gevoel aan het eind van een proces, waarbij ambtenarij en waterschap eigenlijk al de 'boel hebben afgetikt'. Terwijl er best politieke keuzes waren te maken. Met name de ambitie ten aanzien van de doelen voor overig water zou voer voor discussie kunnen zijn. Datzelfde geldt voor de te nemen maatregelen. Hoe je die bijvoorbeeld faseert in de tijd kan een politieke keuze zijn, temeer daar er geen deadline op zit van 2027, maar een 'open eind'. Wij betreuren dit gebrek aan betrokkenheid voorzitter.
Ten aanzien van borging dat doelen en maatregelen van de overige wateren gehaald en uitgevoerd worden, hebben wij twijfels. Een deadline wanneer doelen behaald moeten zijn, is er niet en een rapportageplicht aan Brussel, zoals bij KRW waterlichamen, ontbreekt bijvoorbeeld. Daarnaast is er sprake van een inspanningsverplichting in plaats van een resultaatsverplichting (blz. 23). Met andere woorden, hoe gaat GS voorkomen dat het m.b.t. de overige wateren teveel vrijblijvendheid wordt, omdat ook veel afhangt van medewerking van derden (zoals bij het DAW)? Wij constateren veel 'open eindjes' voorzitter.
Bij de potentie (het lange termijn doel) van de overige wateren zijn ook geen maatregelen geformuleerd. Nu wordt een doel geformuleerd, inclusief een tussendoel met maatregelen, maar aan het lange termijn doel wordt geen verdere invulling gegeven, anders dan via het tussendoel (2027) Als je daarnaast de kaarten bekijkt ten aanzien van de Overige Wateren, zie je dat op dit moment de situatie behoorlijk rood en oranje kleurt, in verband met een onvoldoende EKR score. De doelstelling op korte termijn is om minder onvoldoende te staan (0,2 tot grofweg 0,4) en op lange termijn om zo ongeveer een EKR score van 0,6 te hebben. Op ons komt dit over als een 'zesjescultuur'. Gezien de afwezigheid van een resultaatverplichting, de onzekerheden omtrent medewerking en omdat er ook geen lange termijn potentie maatregelen zijn geformuleerd, komt zelfs een zesje op het rapport op onze fractie over als 'wensdenken'.
De Omgevingsvisie spreekt de ambitie uit om in 2027 aan de KRW doelen te voldoen (blz. 9). Gezien de ecologische toestand van de waterlichamen is dit, op zijn zachts gezegd, een uitdaging, temeer omdat de kwaliteit in 2015 al op orde moest zijn, waarbij 2027 een uitstelmogelijkheid was. Wij onderschrijven de ambitie, maar een intensivering (financieel) lijkt noodzakelijk, omdat de Annex laat zien dat van de 60 waterlichamen er op dit moment in chemisch opzicht 5 voldoen aan de KRW doelen en in ecologisch opzicht o van de 60 waterlichamen voldoen (overigens was dit in 2009 bij het Provinciaal Waterplan, Deelplan KRW, ook al zo. Daarmee is niet gezegd dat er niks bereikt is (ecologie heeft tijd nodig en wellicht zijn er nu betere meetmethoden), maar het laat wel zien dat de opgave nog steeds enorm is en dat we met hantering van het 'one out, all out' principe in 2027 een probleem hebben).
Voorzitter, ten aanzien van vislood, (blz. 26) hebben we bij RGW inspraak gehad. Ik heb even getwijfeld om vandaag met een motie te komen, maar de voorjaarsnota voelt als een beter moment. U kunt dit interpreteren als een aankondiging. Teleurstellend is namelijk dat de provincie de lijn kiest van volgen van Rijksbeleid, terwijl je mijns inziens ook, analoog aan het glyfosaatverbod bij provinciale pachtovereenkomsten, loodgebruik zou kunnen verbieden bij het verhuren van visrechten. Voorzitter, nog beter zou zijn om deze rechten helemaal niet meer te verhuren. Dan zijn we in 1 klap af van de dierenkwellerij en de milieuvervuiling die deze onderwaterjacht veroorzaakt.
Dank u wel.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Bijdrage Werkwijze programma's en projectbesluiten ihkv de Omgevingswet
Lees verderBijdrage Toekomstige samenwerking binnen het Plassenschap Loosdrecht en het recreatieschap Stichtse Groenlanden
Lees verder