Bijdrage Fauna­beleid en moni­toring: gaat het de goede kant op?


Bijdrage tijdens commissie RGW

29 november 2023

Voorzitter,

Onze fractie concludeert dat het grotendeels de goede kant op gaat met het faunabeleid in Utrecht. We zien dat de nadruk komt te liggen op preventieve niet-dodelijke maatregelen en dat het doden van dieren geen vanzelfsprekendheid meer zal zijn. Dit toont bereidheid om pas op de plaats te maken en onze omgeving te delen met alle inwoners – ook de dierlijke.
Wij willen een aantal kritische kanttekeningen plaatsen voordat het beleid vastgesteld wordt en de beheerplannen opgemaakt.

Ten eerste het verzamelen van onderzoeksgegevens, registratiedata en monitoring hierop. Dit moet onafhankelijk, transparant en controleerbaar zijn. We moeten tot een systeem komen waarin de data vanuit de huidige diversiteit aan registratiesystemen worden samengevoegd in een centraal overzicht waartoe wij als provincie altijd toegang hebben en liefst ook het beheer op voeren. Tijdens de infosessies werd gesproken over de ontwikkeling van een app, maar wij hebben niet de indruk dat deze bovenstaande problemen oplost. Wij zien er meerwaarde in om met andere provincies te verkennen of zij tegen dezelfde problemen aanlopen en zo ja, of we tot een provincie-overstijgend systeem kunnen komen.

Ten tweede de inzet van niet-dodelijke maatregelen. We zijn benieuwd of gekeken is naar een beloningsmechanisme of andere vorm van motivatie wanneer preventieve niet-dodelijke maatregelen optimaal ingezet worden en dodelijke maatregelen uitblijven. Zo nemen we perverse prikkels om tot afschot over te gaan weg. We verzoeken het College daarom om in het faunabeleid duidelijk een kader te schetsen waardoor de inzet van uitsluitend preventieve niet-dodelijke maatregelen wordt gestimuleerd. Daarnaast biedt afschot geen oplossing en het hoort ook niet thuis in ons faunabeleid.

Vervolgens willen we meer inzicht in de besteding van middelen. We trekken de komende jaren een hoger budget uit voor de FBE, maar het is momenteel onvoldoende inzichtelijk hoe dit vervolgens besteed wordt. Wij willen daarom graag een jaarlijks overzicht van waar de provinciale middelen aan besteed zijn.

Wat betreft de nulstand en de wolf sluiten we ons aan bij het standpunt van GroenLinks en wat betreft onze houding ten opzichte van samenleven met in het wild levende dieren sluiten we ons aan bij het standpunt van de PvdA.

Voorzitter, ik kom daarmee tot mijn laatste punt. Publieks- en stakeholdercommunicatie speelt een cruciale rol in onze beeldvorming en houding ten opzichte van de dieren waarmee we onze leefomgeving delen. In het OFM is echter niet concreet uitgewerkt hoe de provincie zal communiceren over co-existentie. In de beantwoording van de technische vragen lezen we dat een breed ingestoken communicatiestrategie hierop geen voornemen is. Maar is het College het met ons eens dat bij een dergelijk onderwerp, dat – zoals we vandaag goed kunnen zien – veel emotie en discussie oproept, het juist de taak van de provincie is om hierover proactief te communiceren en daarin dus ook het voortouw neemt? En dat het van belang is om co-existentie hier centraal te stellen?

    Voorzitter, de Partij voor de Dieren kijkt van ganser harte uit naar meer koet, minder afschot.
    Dank u wel.