Bijdrage Visie op landbouw en voedsel

Voorzitter,

Een gezonde, schone provincie waarin intensieve veeteelt is verdwenen, waarin het landelijk gebied niet langer gedomineerd wordt door raaigrasvlaktes, door stikstofuitstoot, door vermesting, maar gekenmerkt wordt door grote biodiversiteit en landschappelijke variatie, en waar duurzame en biologische boeren voedsel en andere gewassen produceren voor de eigen regio. Dat is wat wij als PvdD voor ons zien. Een landelijk gebied waar het goed toeven is voor iedereen, mens en dier.

De eerste vraag die rijst bij deze startnotitie is dan ook op welke manier de natuurdoelen in deze visie geborgd zullen zijn: de transitie in de landbouw hangt zoals we allemaal weten nauw samen met het noodzakelijke herstel van de natuur. We moeten landbouw en natuur weer in balans brengen: niet meer als twee sectoren tegenover elkaar, maar in onderlinge samenhang met elkaar. Zou de visie niet veeleer ‘landbouw, natuur en voedsel’ moeten heten? Graag een reflectie hierop van de gedeputeerde.

Daarnaast zouden we als fractie aandacht willen vragen voor het volgende:

• De evenwichtige representatie van alle belanghebbenden is essentieel. Hoe gaan we ervoor zorgen dat niet alleen de stemmen van de agro-industrie en reguliere boeren worden gehoord, maar ook die van inwoners, van dier en natuur, en die van biologische boeren, akkerbouwers, regeneratieve boeren? Kan de gedeputeerde inzichtelijk maken hoe deze groepen vertegenwoordigd gaan worden in het gehele proces van visievorming: stakeholderanalyse, participatietraject, toekomstverkenningen.

• De opzet van deze toekomstverkenning als basis voor de visie is zeer open vormgegeven: in feite is geen enkel scenario uitgesloten en wordt er ‘waardevrij’ naar ‘trends’ gekeken. Het lijkt ons een verspilling van kostbare tijd om tal van trends te onderzoeken waarvan bij voorbaat al vaststaat dat deze niet gaan bijdragen aan de vele wettelijke doelen die we op zeer korte termijn moeten behalen als het gaat om natuur, water, stikstof, en biodiversiteit. Daarom is het van essentieel belang om de kaders voor de toekomstverkenning helder te definiëren.

• Het gaat erom dat we als provincie ons durven uitspreken: gaat er ruimte te zijn voor intensieve veehouderij en megastallen of niet? Gaan we door het aantal gehouden dieren af te bouwen de noodzakelijke ruimte creëren voor natuur? Dat leggen we niet bij stakeholders, daar maken we als provincie zelf een keuze in, voorzitter. Waarom niet als Provincie zeggen: wij gaan ons richten op een transitie naar een plantaardige landbouw en we onderzoeken de scenario’s die daarbij horen? We horen graag horen hoe de gedeputeerde, maar ook de fracties hier tegenaan kijken.

• Dit brengt mij bij het laatste punt, dierenwelzijn. Dierenwelzijn staat weliswaar als thema benoemd, maar dit is geen onderwerp dat afzonderlijk behandeld kan worden. Het speelt nml door alle thema’s heen. Bv een keuze voor blijvende import van soja als krachtvoer, heeft consequenties voor dierenwelzijn, voor wilde dieren in Zuid-Amerika, maar ook voor koeien die met krachtvoer nog meer productie moeten opbrengen in NL. Daarom verwachten wij bij elke scenario een goede uitwerking van de gevolgen voor de positie en welzijn van dieren in onze provincie. Kan de gedeputeerde toezeggen dat dit als opdracht wordt meegegeven aan het bureau dat dit traject gaat begeleiden en uitvoeren?