Memo NPLG en Maat­re­gel­pak­ketten UPLG

Om te beginnen toch weer de vraag waarom de zienswijze niet vooraf is gedeeld met PS, zodat de staten ontbrekende punten zou kunnen inbrengen. De toonzetting en strekking van de zienswijze vertegenwoordigt wat onze fractie betreft niet de inzet en mogelijkheden die we als Provincie hebben. Kan een ander proces voor worden ingericht als het gaat om gezamenlijke statements van de provincies richting het rijk aangaande de transitie in de landbouw? Graag een reactie van de gedeputeerde.

Het noemen van voedselzekerheid wekt de suggestie dat er een gevaar dreigt voor wat betreft voeding in onze provincie en in Nederland. Het lijkt ons van belang om steeds heel precies uit te gaan van de feiten: zoals in de technische beantwoording staat voorziet de agrarische sector slechts 4% van onze voeding in deze provincie, in NL is dat slechts 1%. Door zonder context nadruk te leggen op risico’s voor de voedselvoorziening ontstaat een foutief beeld van waar het in de landbouwtransitie om gaat. Daadwerkelijke voedselzekerheid komt immers voort uit een hele andere benadering van landbouw, lokaal, op gezonde bodem en werkend in harmonie met de natuur

Ditzelfde geldt voor het aanwijzen van oplossingsrichtingen in de vorm van natuurinclusieve en plantaardige landbouw. Een zienswijze op het NPLG zou dit juist kunnen uitlichten als de belangrijkste weg om tot herstel van de natuur te komen, inclusief goede verdienmodellen voor de boer.

Samenvattend: graag een reactie op het verzoek tot een ander proces waarbij PS gelegenheid krijgt mee te denken en input te leveren als het gaat om communicatie met het Rijk over het UPLG, al of niet via IPO.

Daarnaast zouden we graag zien dat het specifiek Utrechtse aanpak voortaan beter over het voetlicht wordt gebracht in IPO-verband, in lijn met wat nu het UPLG 1.0 staat: “Voor de landbouw streeft de provincie Utrecht naar een maatschappelijk gewaar­deerde en duurzame landbouw, die circulair en natuurinclusief is en economisch rendabel. [..] Er zijn twee belangrijke ontwikkelpaden: kringlooplandbouw en natuurinclusieve land­bouw.” (pagina 6) Ziet G daar kans toe?