PvdD wil dat ook Utrecht stopt met katten­jacht

Elk jaar worden er tussen de 8000 en 13500 zwerfkatten doodgeschoten. Hieronder vallen ook veel huiskatten, omdat verwilderde katten en huiskatten niet van elkaar te onderscheiden zijn. De provincie Utrecht is één van de laatste vier provincies die het doden van zwerfkatten toestaat. De Statenfractie van de Partij voor de Dieren heeft het college opnieuw gevraagd om de kattenjacht te stoppen.

Onlangs besloot de provincie Zuid-Holland om het doden van verwilderde katten niet langer toe te staan. Ook werd in 2013 in de Tweede Kamer een motie van de PvdD aangenomen om de jacht op katten te verbieden. Deze motie werd onder andere gesteund door D66 en GroenLinks, die in Utrecht onderdeel uitmaken van het college van Gedeputeerde Staten. Toch besloot het college om in Utrecht niet te stoppen met het doodschieten van katten.

De jacht op verwilderde katten wordt toegestaan omdat ze beschermde dieren, met name weidevogels, zouden opeten. Uit onderzoek blijkt echter dat katten slechts verantwoordelijk zijn voor een zeer klein aantal van de opgegeten weidevogels. Ook ziet het college over het hoofd dat niet predatie, maar de intensieve landbouw de grootste oorzaak is van de grote weidevogelsterfte.

Het afschieten van katten draagt daarnaast niet bij aan het reduceren van de populatie verwilderde katten. De leeggevallen plek wordt namelijk weer opgevuld door een andere kat. Veel effectiever is de TNR (Trap, Neuter, and Return) methode. Hierbij worden zwerfkatten gevangen, gecastreerd en opnieuw uitgezet. Ook organisaties als Stray AFP en de Dierenbescherming pleiten voor het toepassen van deze methode.

De Utrechtse Statenfractie van de Partij voor de Dieren wil dat ook de provincie Utrecht stopt met het afschieten van katten en in plaats daarvan kiest voor de TNR methode.