Schrif­te­lijke vragen Ophel­dering omstan­dig­heden incident wolf en hond in Den Treek


Indiendatum: 11 jul. 2024

Inleiding

Naar aanleiding van 1. berichtgeving in verschillende media over een voorval op landgoed Den Treek-Henschoten op 6 juli jongstleden waarbij mogelijk een hond door een wolf is aangevallen, 2. berichtgeving van de Provincie Utrecht hierover en 3. de beantwoording van de artikel 51 vragen van VVD en BBB over dit incident, zou de PvdD de volgende vragen willen stellen:

1. In het nieuwsbericht van de NOS geeft de woordvoerder van de provincie aan dat onderzocht wordt óf het om een wolf gaat.[1] Uit de provinciale berichtgeving op de website en op LinkedIn is niet op te maken of met zekerheid is vast te stellen dat het inderdaad een voorval betreft waar een wolf bij betrokken is. Is nu wel of niet vastgesteld dat het hier om een wolf gaat? Zijn er andere scenario’s die worden onderzocht, bijvoorbeeld dat de hond is aangevallen door een andere hond?

Antwoord:
Op basis van de verklaring van de eigenaresse van de hond en de analyse daarvan door wolvenexperts gaan wij uit van een incident met een wolf. De hond is niet gevonden waardoor aanvullend onderzoek niet mogelijk is.

2. Zijn er beelden van het incident? Dat wil zeggen, is op beeld vastgelegd dat de wolf de hond in kwestie benadert, aanvalt en/of meeneemt? Zijn er andere bronnen van informatie over de precieze omstandigheden van het incident?

Antwoord:
Het incident zelf is niet op camera vastgelegd. Onze informatie bestaat uit: de rapportage van de Teamchef Politie Eenheid Midden Nederland, mondeling ooggetuige verslag van de eigenaresse en de schriftelijke duiding, inclusief advies, van de Zoogdiervereniging.

3. De Teamchef Politie Eenheid Midden Nederland heeft aangegeven dat “de eigenaresse heeft verklaard dat de hond de riem om had en dat deze zich op zeer korte afstand van haar bevond.” Deze formulering laat in het midden of de eigenaar de riem in handen had op het moment van het incident. Kan dit nader worden toegelicht? Was de hond aangelijnd en stond de lijn in verbinding met de eigenaar? Zo ja, op welke manier is dit vastgesteld? Zo nee, wat zijn daarvan de implicaties voor de analyse en weging van het incident? (NB Ter verduidelijking van deze vraag: de interventierichtlijn wolf heeft geen protocol voor een situatie waarbij een aangelijnde hond wordt aangevallen door een wolf. Voor de nadere uitwerking van het wolvenprotocol is het dus van belang te weten of de hond daadwerkelijk aangelijnd en onder controle van de eigenaar was.)

Antwoord:

De hond zat 50 cm naast de eigenaresse (politieverslag), had een riem om die zij op dat moment niet vast had.
U heeft er gelijk in dat het incident op 6 juli niet letterlijk in de interventierichtlijn voorkomt. Verschillende incidenten in onze provincie maken duidelijk dat niet iedere situatie exact terug te vinden is in de interventierichtlijn en dat er ook incidenten zijn die om interpretatie vragen. De leemtes in de interventierichtlijnen breng ik in via de procedure herziening IPO-wolvenplan met bijbehorende richtlijnen (planning herziening eind dit jaar).

4. Waar heeft het incident precies plaatsgevonden? Was dit in vrij toegankelijk gebied of in gebied dat is afgesloten voor wandelaars en bezoekers?

Antwoord:

De locatie waar het incident plaatsvond was, zoals we dat van de politie hebben vernomen, een voor het publiek toegankelijke plek. Die plek valt, binnen de begrenzing van het gebied waar nu het noodbevel van kracht is.

In het artikel van het AD van 10 juli wordt een ecoloog en wolvenkenner geïnterviewd over het incident.[2] Deze stelt dat er over het algemeen te passief gereageerd wordt op de komst en vestiging van de wolf in Nederland. Hij stelt ook dat wanneer wolven welpen hebben, het beter zou zijn om het gebied in de buurt van de burcht af te schermen. Wolven worden gemonitord en gefilmd, zo maken wij op uit de beantwoording (er zijn beelden van de wolven en hun welpen).

5. Waren deskundigen en/of de provincie op de hoogte van de aanwezigheid van het wolvenpaar op Landgoed Den Treek-Henschoten en was er kennis over de mogelijke locatie van de burcht? Zo ja, heeft de provincie overwogen om dit gebied tijdelijk af te schermen dan wel af te sluiten om de wolven genoeg rust te bieden bij het werpen en grootbrengen van de welpen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
Zowel deskundigen als de provincie waren ervan op de hoogte dat een wolvenpaar werd gezien op Landgoed Den Treek-Henschoten. Tevens waren zowel deskundigen als de provincie op de hoogte van de aanwezigheid van welpen. Afsluiting van het gebied valt buiten de bevoegdheden van de provincie. Overigens is de vraag of daartoe op dat moment een toereikende (juridische) basis bestond.

6. Gaat de provincie het gebied nu wel (tijdelijk) afschermen of afsluiten zodat de roedel rust heeft en er geen incidenten meer kunnen voorvallen zolang de welpen jong zijn en onder de hoede zijn van hun ouders? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
De provincie heeft niet de bevoegdheid om terreinen af te sluiten. Deze bevoegdheid ligt bij de gemeente. Zoals inmiddels bekend heeft de gemeente Leusden dit, op basis van een noodbevel, op donderdag 18 juli gedaan.

Verwijzend naar de algemene duiding in de beantwoording van de artikel 51 vragen van VVD en BBB (pagina 1) waarin het incident wordt beschreven als “natuurlijk roofdierengedrag”:

7. Kan de provincie bevestigen dat het mogelijke voorval tussen wolf en hond door deskundigen niet als probleemgedrag wordt aangemerkt maar als natuurlijk roofdiergedrag? Kan de provincie bevestigen dat op grond van deze analyse er geen interventies worden voorbereid die zijn gericht op het verstoren of verjagen van dit wolvenpaar en de welpen?

Antwoord:
Het wolvenpaar was op 16 juli vermoedelijk opnieuw betrokken bij een incident. Er was wederom sprake van een probleemsituatie, duiding conform interventierichtlijnen. Daarvoor is naast onder andere het instellen van een rustgebied, het advies gegeven om het wolvenpaar te vangen, te zenderen en indien nodig aanvullend negatief te conditioneren. Deze vergunningsaanvraag is inmiddels ingediend. Verder verwijs ik naar het memo van 24 juli jl, ‘Situatie aangaande de aanwezigheid van wolven op de Utrechtse Heuvelrug’, waarin ik u onder andere heb geïnformeerd over de wet- en regelgeving waaraan we ons te houden hebben.
Toelichting probleemsituatie en probleemwolf:
In de interventierichtlijnen wordt onderscheid gemaakt tussen een probleemsituatie en een probleemwolf. Het verschil tussen die twee is dat een probleemwolf problematisch gedrag vertoont dat niet noodzakelijk onnatuurlijk, maar wel afwijkend is. In een probleemsituatie gedraagt de wolf zich niet afwijkend, maar ontstaan wel conflictsituaties. Dergelijke situaties zijn niet helemaal te voorkomen, maar de impact kan met het nemen van de juiste maatregelen worden beperkt. Bij een echte probleemwolf kan, na nadere afweging, het verwijderen (met andere woorden doden) van dat individu uit de populatie uiteindelijk de enig overgebleven oplossing zijn.

Uit de beantwoording van de RvO artikel 51 vragen van VVD en BBB maken wij op dat de provincie een vergunning heeft aangevraagd voor het negatief conditioneren van een wolf (antwoord op vraag 4) en dat dat bestaat uit twee onderdelen: eerst negatief conditioneren door het vangen en zenderen, en als dat niet tot het gewenste resultaat leidt, dan een tweede negatieve conditionering door het gebruik van paintballgeweer.

8. In de beantwoording van vraag 8 wordt gesteld: “Er is in onze provincie volgens deze interventierichtlijn tot op heden geen sprake van een probleemwolf.” Als er in onze provincie geen sprake is van een probleemwolf, waarom wordt er een vergunning aangevraagd voor het negatief conditioneren van een wolf, waaronder verjaging met een paintballgeweer? Wijkt de provincie daarmee af van de interventierichtlijn wolf?

Antwoord:
Nee, in de interventierichtlijnen wordt een onderscheid gemaakt tussen probleemwolven en probleemsituaties. Tot op heden is sprake van een probleemsituatie en niet van een probleemwolf. Ook in het geval van een probleemsituatie maakt negatief conditioneren onderdeel uit van de mogelijk te nemen interventie.

9. Eerder heeft de provincie Utrecht ook geprobeerd een wolf te vangen en te zenderen, maar die pogingen waren voor zover wij hadden begrepen gestaakt omdat het niet lukte de wolf te traceren. Er wordt gesproken over ‘een incident’ op basis waarvan deskundigen een (nieuw) advies tot een negatief conditioneren hebben afgegeven. Om welk incident gaat het, en waarom is dit reden tot het overgaan tot negatief conditioneren? Moet er niet sprake zijn van een reeks incidenten van een bepaalde aard die zijn opgenomen in het interprovinciaal wolvenplan voordat er tot interventies wordt overgegaan? Zo ja, om welke reeks incidenten gaat het? Welke deskundigen hebben dit advies afgegeven? Hoe wordt met zekerheid vastgesteld dat de voorvallen op basis waarvan het advies voor negatief conditioneren is afgegeven zijn te herleiden tot dezelfde wolf?

Antwoord:
Er hebben zich, na het stopzetten van een eerdere poging tot vangen en zenderen midden vorig jaar, meerdere nieuwe incidenten voorgedaan met de wolf die oorspronkelijk afkomstig is van de Heuvelrug. Dit betreft dus niet één van het wolvenpaar. Hierbij heeft de betreffende wolf meermaals mensen (al dan niet met honden) benaderd tot minder dan 30 meter. Wolvendeskundigen van het wolvenmeldpunt hebben dit gedrag als ongewenst gekwalificeerd en hebben aangeraden om over te gaan tot negatieve conditionering. Wij volgen dit advies. Van deze incidenten zijn deels foto's en videobeelden beschikbaar op basis waarvan geconcludeerd kan worden dat het om dezelfde wolf gaat. Incidenten worden direct, of na het verzoek om dit zo te doen, gemeld bij het wolvenmeldpunt.

10. Is de provincie van oordeel dat deze nieuwe poging tot vangen en zenderen meer kans van slagen heeft dan de vorige poging? En zo ja, waarom?

Antwoord:

Eerder is geprobeerd een wolf te vangen met een verdovingsgeweer. Omdat het niet lukte de wolf te lokaliseren en binnen de vereiste schietafstand te komen was dit niet succesvol. De vergunningaanvraag omvat nu ook het gebruik van diervriendelijke (‘soft catch’) pootklemmen. De mogelijkheden zijn nu dus breder en daarmee is de kans op succes groter.

11. Bij welke instantie wordt de vergunning voor negatief conditioneren aangevraagd? Geeft de provincie zelf een vergunning af hiervoor?

Antwoord:
Gedeputeerde Staten van de Provincie Utrecht is in dit geval het bevoegde gezag om een dergelijke vergunning te verlenen.

12. Wanneer is sprake van de noodzaak tot een ‘tweede negatieve conditionering’? Hoe is deze trapsgewijze/cumulatieve negatieve conditionering onderbouwd in de vergunningaanvraag?

Antwoord:
De vangactie zelf is de eerste fase van negatieve conditionering, de wolf krijgt dan een zender om. De signalen van de zender worden ‘real-time’ doorgegeven. Daardoor is het dier en zijn gedrag nauwkeurig te volgen. Op basis daarvan kan het effect van de eerste conditionering door wolvendeskundigen worden geduid. Zij adviseren de provincie over de tweede fase van negatieve conditionering.

13. De voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland in haar uitspraak van 23 mei 2024 (nr. ECLI:NL:RBGEL:2024:3065 ) de meest recente Gelderse vergunning voor het negatief conditioneren middels een paintballgeweer geschorst omdat de noodzaak hiervoor en de afwezigheid van alternatieven onvoldoende was onderbouwd. Is de provincie van oordeel dat de eigen vergunningaanvraag beter is onderbouwd? Hoe groot schat de provincie de kans in dat ook deze aanvraag bij bezwaar en beroep bij de rechter sneuvelt?

Antwoord:
Bij de vergunningverlening zal Gedeputeerde Staten handelen binnen de geldende wet- en regelgeving en lering trekken uit de toepasselijke jurisprudentie. Of een vergunning rechterlijke toetsing kan doorstaan is vervolgens ter bepaling van de rechter.

14. Uit de tekst van de beantwoording maken wij op dat het doel van de ingreep gericht is op negatief conditioneren, en niet wetenschappelijk onderzoek tot doel heeft, zoals eerder als reden werd aangevoerd voor het vergunnen van een dergelijke interventie. Is het doel van vangen en zenderen veranderd ten opzichte van de vorige pogingen? Zo ja, wat is hiervoor de onderbouwing?

Antwoord:
Het doel van het vangen en zenderen is inderdaad anders dan voorheen. Eerder was het primaire doel om onderzoek te doen naar de bewegingen en het gedrag van deze wolf en niet de negatieve conditionering. De poging werd uitgevoerd op basis van de onderzoek ontheffing waarover de Zoogdiervereniging al beschikte. Het primaire doel van de nu aangevraagde vergunning is het negatief conditioneren. Hier ziet de onderzoek ontheffing van de Zoogdiervereniging niet op.


[1] NOS, 6 juli 2024, Hond in Leusden aangevallen en meegenomen, provincie vermoedt door wolf, https://nos.nl/artikel/2527766-hond-in-leusden-aangevallen-en-meegenomen-provincie-vermoedt-door-wolf

[2] AD, 10 juli 2024, De wolf aanpakken dat gaat niet zomaar: dit los je niet op met een geweer’ https://www.ad.nl/utrecht/de-wolf-aanpakken-dat-gaat-niet-zomaar-dit-los-je-niet-met-een-geweer-op~a44c9178/

Indiendatum: 11 jul. 2024
Antwoorddatum: 10 aug. 2024

Inleiding

Naar aanleiding van 1. berichtgeving in verschillende media over een voorval op landgoed Den Treek-Henschoten op 6 juli jongstleden waarbij mogelijk een hond door een wolf is aangevallen, 2. berichtgeving van de Provincie Utrecht hierover en 3. de beantwoording van de artikel 51 vragen van VVD en BBB over dit incident, zou de PvdD de volgende vragen willen stellen:

1. In het nieuwsbericht van de NOS geeft de woordvoerder van de provincie aan dat onderzocht wordt óf het om een wolf gaat.[1] Uit de provinciale berichtgeving op de website en op LinkedIn is niet op te maken of met zekerheid is vast te stellen dat het inderdaad een voorval betreft waar een wolf bij betrokken is. Is nu wel of niet vastgesteld dat het hier om een wolf gaat? Zijn er andere scenario’s die worden onderzocht, bijvoorbeeld dat de hond is aangevallen door een andere hond?

Antwoord:
Op basis van de verklaring van de eigenaresse van de hond en de analyse daarvan door wolvenexperts gaan wij uit van een incident met een wolf. De hond is niet gevonden waardoor aanvullend onderzoek niet mogelijk is.

2. Zijn er beelden van het incident? Dat wil zeggen, is op beeld vastgelegd dat de wolf de hond in kwestie benadert, aanvalt en/of meeneemt? Zijn er andere bronnen van informatie over de precieze omstandigheden van het incident?

Antwoord:
Het incident zelf is niet op camera vastgelegd. Onze informatie bestaat uit: de rapportage van de Teamchef Politie Eenheid Midden Nederland, mondeling ooggetuige verslag van de eigenaresse en de schriftelijke duiding, inclusief advies, van de Zoogdiervereniging.

3. De Teamchef Politie Eenheid Midden Nederland heeft aangegeven dat “de eigenaresse heeft verklaard dat de hond de riem om had en dat deze zich op zeer korte afstand van haar bevond.” Deze formulering laat in het midden of de eigenaar de riem in handen had op het moment van het incident. Kan dit nader worden toegelicht? Was de hond aangelijnd en stond de lijn in verbinding met de eigenaar? Zo ja, op welke manier is dit vastgesteld? Zo nee, wat zijn daarvan de implicaties voor de analyse en weging van het incident? (NB Ter verduidelijking van deze vraag: de interventierichtlijn wolf heeft geen protocol voor een situatie waarbij een aangelijnde hond wordt aangevallen door een wolf. Voor de nadere uitwerking van het wolvenprotocol is het dus van belang te weten of de hond daadwerkelijk aangelijnd en onder controle van de eigenaar was.)

Antwoord:

De hond zat 50 cm naast de eigenaresse (politieverslag), had een riem om die zij op dat moment niet vast had. U heeft er gelijk in dat het incident op 6 juli niet letterlijk in de interventierichtlijn voorkomt. Verschillende incidenten in onze provincie maken duidelijk dat niet iedere situatie exact terug te vinden is in de interventierichtlijn en dat er ook incidenten zijn die om interpretatie vragen. De leemtes in de interventierichtlijnen breng ik in via de procedure herziening IPO-wolvenplan met bijbehorende richtlijnen (planning herziening eind dit jaar).

4. Waar heeft het incident precies plaatsgevonden? Was dit in vrij toegankelijk gebied of in gebied dat is afgesloten voor wandelaars en bezoekers?

Antwoord:

De locatie waar het incident plaatsvond was, zoals we dat van de politie hebben vernomen, een voor het publiek toegankelijke plek. Die plek valt, binnen de begrenzing van het gebied waar nu het noodbevel van kracht is.

In het artikel van het AD van 10 juli wordt een ecoloog en wolvenkenner geïnterviewd over het incident.[2] Deze stelt dat er over het algemeen te passief gereageerd wordt op de komst en vestiging van de wolf in Nederland. Hij stelt ook dat wanneer wolven welpen hebben, het beter zou zijn om het gebied in de buurt van de burcht af te schermen. Wolven worden gemonitord en gefilmd, zo maken wij op uit de beantwoording (er zijn beelden van de wolven en hun welpen).

5. Waren deskundigen en/of de provincie op de hoogte van de aanwezigheid van het wolvenpaar op Landgoed Den Treek-Henschoten en was er kennis over de mogelijke locatie van de burcht? Zo ja, heeft de provincie overwogen om dit gebied tijdelijk af te schermen dan wel af te sluiten om de wolven genoeg rust te bieden bij het werpen en grootbrengen van de welpen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
Zowel deskundigen als de provincie waren ervan op de hoogte dat een wolvenpaar werd gezien op Landgoed Den Treek-Henschoten. Tevens waren zowel deskundigen als de provincie op de hoogte van de aanwezigheid van welpen. Afsluiting van het gebied valt buiten de bevoegdheden van de provincie. Overigens is de vraag of daartoe op dat moment een toereikende (juridische) basis bestond.

6. Gaat de provincie het gebied nu wel (tijdelijk) afschermen of afsluiten zodat de roedel rust heeft en er geen incidenten meer kunnen voorvallen zolang de welpen jong zijn en onder de hoede zijn van hun ouders? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
De provincie heeft niet de bevoegdheid om terreinen af te sluiten. Deze bevoegdheid ligt bij de gemeente. Zoals inmiddels bekend heeft de gemeente Leusden dit, op basis van een noodbevel, op donderdag 18 juli gedaan.

Verwijzend naar de algemene duiding in de beantwoording van de artikel 51 vragen van VVD en BBB (pagina 1) waarin het incident wordt beschreven als “natuurlijk roofdierengedrag”:

7. Kan de provincie bevestigen dat het mogelijke voorval tussen wolf en hond door deskundigen niet als probleemgedrag wordt aangemerkt maar als natuurlijk roofdiergedrag? Kan de provincie bevestigen dat op grond van deze analyse er geen interventies worden voorbereid die zijn gericht op het verstoren of verjagen van dit wolvenpaar en de welpen?

Antwoord:
Het wolvenpaar was op 16 juli vermoedelijk opnieuw betrokken bij een incident. Er was wederom sprake van een probleemsituatie, duiding conform interventierichtlijnen. Daarvoor is naast onder andere het instellen van een rustgebied, het advies gegeven om het wolvenpaar te vangen, te zenderen en indien nodig aanvullend negatief te conditioneren. Deze vergunningsaanvraag is inmiddels ingediend. Verder verwijs ik naar het memo van 24 juli jl, ‘Situatie aangaande de aanwezigheid van wolven op de Utrechtse Heuvelrug’, waarin ik u onder andere heb geïnformeerd over de wet- en regelgeving waaraan we ons te houden hebben.
Toelichting probleemsituatie en probleemwolf:
In de interventierichtlijnen wordt onderscheid gemaakt tussen een probleemsituatie en een probleemwolf. Het verschil tussen die twee is dat een probleemwolf problematisch gedrag vertoont dat niet noodzakelijk onnatuurlijk, maar wel afwijkend is. In een probleemsituatie gedraagt de wolf zich niet afwijkend, maar ontstaan wel conflictsituaties. Dergelijke situaties zijn niet helemaal te voorkomen, maar de impact kan met het nemen van de juiste maatregelen worden beperkt. Bij een echte probleemwolf kan, na nadere afweging, het verwijderen (met andere woorden doden) van dat individu uit de populatie uiteindelijk de enig overgebleven oplossing zijn.

Uit de beantwoording van de RvO artikel 51 vragen van VVD en BBB maken wij op dat de provincie een vergunning heeft aangevraagd voor het negatief conditioneren van een wolf (antwoord op vraag 4) en dat dat bestaat uit twee onderdelen: eerst negatief conditioneren door het vangen en zenderen, en als dat niet tot het gewenste resultaat leidt, dan een tweede negatieve conditionering door het gebruik van paintballgeweer.

8. In de beantwoording van vraag 8 wordt gesteld: “Er is in onze provincie volgens deze interventierichtlijn tot op heden geen sprake van een probleemwolf.” Als er in onze provincie geen sprake is van een probleemwolf, waarom wordt er een vergunning aangevraagd voor het negatief conditioneren van een wolf, waaronder verjaging met een paintballgeweer? Wijkt de provincie daarmee af van de interventierichtlijn wolf?

Antwoord:
Nee, in de interventierichtlijnen wordt een onderscheid gemaakt tussen probleemwolven en probleemsituaties. Tot op heden is sprake van een probleemsituatie en niet van een probleemwolf. Ook in het geval van een probleemsituatie maakt negatief conditioneren onderdeel uit van de mogelijk te nemen interventie.

9. Eerder heeft de provincie Utrecht ook geprobeerd een wolf te vangen en te zenderen, maar die pogingen waren voor zover wij hadden begrepen gestaakt omdat het niet lukte de wolf te traceren. Er wordt gesproken over ‘een incident’ op basis waarvan deskundigen een (nieuw) advies tot een negatief conditioneren hebben afgegeven. Om welk incident gaat het, en waarom is dit reden tot het overgaan tot negatief conditioneren? Moet er niet sprake zijn van een reeks incidenten van een bepaalde aard die zijn opgenomen in het interprovinciaal wolvenplan voordat er tot interventies wordt overgegaan? Zo ja, om welke reeks incidenten gaat het? Welke deskundigen hebben dit advies afgegeven? Hoe wordt met zekerheid vastgesteld dat de voorvallen op basis waarvan het advies voor negatief conditioneren is afgegeven zijn te herleiden tot dezelfde wolf?

Antwoord:
Er hebben zich, na het stopzetten van een eerdere poging tot vangen en zenderen midden vorig jaar, meerdere nieuwe incidenten voorgedaan met de wolf die oorspronkelijk afkomstig is van de Heuvelrug. Dit betreft dus niet één van het wolvenpaar. Hierbij heeft de betreffende wolf meermaals mensen (al dan niet met honden) benaderd tot minder dan 30 meter. Wolvendeskundigen van het wolvenmeldpunt hebben dit gedrag als ongewenst gekwalificeerd en hebben aangeraden om over te gaan tot negatieve conditionering. Wij volgen dit advies. Van deze incidenten zijn deels foto's en videobeelden beschikbaar op basis waarvan geconcludeerd kan worden dat het om dezelfde wolf gaat. Incidenten worden direct, of na het verzoek om dit zo te doen, gemeld bij het wolvenmeldpunt.

10. Is de provincie van oordeel dat deze nieuwe poging tot vangen en zenderen meer kans van slagen heeft dan de vorige poging? En zo ja, waarom?

Antwoord:

Eerder is geprobeerd een wolf te vangen met een verdovingsgeweer. Omdat het niet lukte de wolf te lokaliseren en binnen de vereiste schietafstand te komen was dit niet succesvol. De vergunningaanvraag omvat nu ook het gebruik van diervriendelijke (‘soft catch’) pootklemmen. De mogelijkheden zijn nu dus breder en daarmee is de kans op succes groter.

11. Bij welke instantie wordt de vergunning voor negatief conditioneren aangevraagd? Geeft de provincie zelf een vergunning af hiervoor?

Antwoord:
Gedeputeerde Staten van de Provincie Utrecht is in dit geval het bevoegde gezag om een dergelijke vergunning te verlenen.

12. Wanneer is sprake van de noodzaak tot een ‘tweede negatieve conditionering’? Hoe is deze trapsgewijze/cumulatieve negatieve conditionering onderbouwd in de vergunningaanvraag?

Antwoord:
De vangactie zelf is de eerste fase van negatieve conditionering, de wolf krijgt dan een zender om. De signalen van de zender worden ‘real-time’ doorgegeven. Daardoor is het dier en zijn gedrag nauwkeurig te volgen. Op basis daarvan kan het effect van de eerste conditionering door wolvendeskundigen worden geduid. Zij adviseren de provincie over de tweede fase van negatieve conditionering.

13. De voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland in haar uitspraak van 23 mei 2024 (nr. ECLI:NL:RBGEL:2024:3065 ) de meest recente Gelderse vergunning voor het negatief conditioneren middels een paintballgeweer geschorst omdat de noodzaak hiervoor en de afwezigheid van alternatieven onvoldoende was onderbouwd. Is de provincie van oordeel dat de eigen vergunningaanvraag beter is onderbouwd? Hoe groot schat de provincie de kans in dat ook deze aanvraag bij bezwaar en beroep bij de rechter sneuvelt?

Antwoord:
Bij de vergunningverlening zal Gedeputeerde Staten handelen binnen de geldende wet- en regelgeving en lering trekken uit de toepasselijke jurisprudentie. Of een vergunning rechterlijke toetsing kan doorstaan is vervolgens ter bepaling van de rechter.

14. Uit de tekst van de beantwoording maken wij op dat het doel van de ingreep gericht is op negatief conditioneren, en niet wetenschappelijk onderzoek tot doel heeft, zoals eerder als reden werd aangevoerd voor het vergunnen van een dergelijke interventie. Is het doel van vangen en zenderen veranderd ten opzichte van de vorige pogingen? Zo ja, wat is hiervoor de onderbouwing?

Antwoord:
Het doel van het vangen en zenderen is inderdaad anders dan voorheen. Eerder was het primaire doel om onderzoek te doen naar de bewegingen en het gedrag van deze wolf en niet de negatieve conditionering. De poging werd uitgevoerd op basis van de onderzoek ontheffing waarover de Zoogdiervereniging al beschikte. Het primaire doel van de nu aangevraagde vergunning is het negatief conditioneren. Hier ziet de onderzoek ontheffing van de Zoogdiervereniging niet op.

[1] NOS, 6 juli 2024, Hond in Leusden aangevallen en meegenomen, provincie vermoedt door wolf, https://nos.nl/artikel/2527766-hond-in-leusden-aangevallen-en-meegenomen-provincie-vermoedt-door-wolf

[2] AD, 10 juli 2024, De wolf aanpakken dat gaat niet zomaar: dit los je niet op met een geweer’ https://www.ad.nl/utrecht/de-wolf-aanpakken-dat-gaat-niet-zomaar-dit-los-je-niet-met-een-geweer-op~a44c9178/

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Mondelinge vragen Henschotermeer

Lees verder

Schriftelijke vragen Vroegtijdige kap doorfietsroute Utrecht-Amersfoort

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer