Vragen over mestfabrieken
Indiendatum: mei 2019
Geacht College van Gedeputeerde Staten,
Toelichting
Op 15 mei 2019 verscheen in het NRC het artikel 'Mestfabrieken mixen stiekem chemisch afval door hun mest'[1] en op 16 mei 2019 verscheen een opvolgend artikel in het NRC 'Mest wordt gemixt met giftig afval'[2]
De ondertitel van het artikel 'Mestfabrieken mixen stiekem chemisch afval door hun mest' luidt, “Mestfraude Dat blijkt uit een vertrouwelijk rapport in handen van NRC. De mestfabrieken vormen de spil in een omvangrijke fraude, die tot grote risico’s voor mens en milieu leidt.”
Naar aanleiding van de verschenen artikelen willen we u onderstaande vragen voorleggen:
- Kent u de berichten 'Mestfabrieken mixen stiekem chemisch afval door hun mest' en 'Mest wordt gemixt met giftig afval' die zijn verschenen?
- Worden er ook mestfabrieken en co-vergisters uit de provincie Utrecht vermeld in het vertrouwelijke rapport 'Co-vergisting: duurzame energie of afvallozing?'?
- In het geval er geen mestfabrieken en co-vergisters uit de provincie Utrecht in het rapport 'Co-vergisting: duurzame energie of afvallozing?' worden vermeld, kunt u met zekerheid bevestigen dat er bij deze bedrijven geen frauduleuze zaken spelen en geen milieuovertredingen plaatsvinden?
- Kunt u aangeven hoeveel mestfabrieken en co-vergisters er in de provincie Utrecht aanwezig zijn?
- Kunt u aangeven op welke wijze en hoe vaak deze mestfabrieken en co-vergisters worden gecontroleerd op onder andere het soort afvalstromen die daar worden verwerkt?
- Zijn er tijdens controles onregelmatigheden geconstateerd, zoals milieuovertredingen en afvalstromen van niet plantaardige afkomst? En zo ja, op welke wijze is hier op gehandhaafd?
- Wordt de bodem waar meststoffen worden gebruikt afkomstig uit mestfabrieken en co-vergisters uit de Provincie Utrecht ook gecontroleerd op verontreiniging als gevolg van het gebruik van meststoffen afkomstig uit deze mestfabrieken en co-vergisters?
- Als er misstanden worden geconstateerd, welke gevolgen heeft dat voor deze bedrijven binnen de provincie Utrecht?
- Bent u bereidt om nog strenger te controleren en te handhaven bij bestaande mestfabrieken en co-vergisters binnen de Provincie Utrecht daar deze in geval van fraude en overtredingen tot grote risico's voor mens en milieu kunnen leiden? Zo ja, op welke wijze precies bent u bereidt deze controle en handhaving nog strenger uit te voeren?
- Kunt u aangeven of er door de Provincie Utrecht subsidie wordt verstrekt aan mestfabrieken en co-vergisters? En zo ja, om welke bedragen gaat het?
- Heeft u plannen om provinciale gelden aan te wenden voor het subsidiëren van bestaande of mogelijk toekomstige mestfabrieken en co-vergisters?
- Bent u het met ons eens dat energie uit mestfabrieken en co-vergisting niet duurzaam genoemd kan worden?
- Bent u het eens met Openbaar Ministerie[3], dat de enige oplossing voor het mestoverschot en de fraude met mest een aanpak bij de bron is – dus minder vee? Zo ja, welke maatregelen koppelt u daaraan? Zo nee, waarom niet?
Namens de Partij voor de Dieren en hoogachtend,
Hiltje Keller
[1]https://www.nrc.nl/nieuws/2019/05/15/geen-maisafval-maar-verfslib-en-xtc-resten-in-de-mest-a3960430
[2]https://www.nrc.nl/nieuws/2019/05/16/fraude-met-mest-afval-en-subsidies-a3960443
[3] https://nos.nl/artikel/2259038-om-mestfraude-alleen-op-te-lossen-als-er-minder-vee-is.html
Indiendatum:
mei 2019
Antwoorddatum: 9 jul. 2019
Toelichting:
Op
15 mei 2019 verscheen in het NRC het artikel 'Mestfabrieken mixen
stiekem chemisch afval door hun mest'. En op 16 mei 2019 verscheen
een opvolgend artikel in het NRC: 'Mest wordt gemixt met giftig
afval'. De ondertitel van het artikel 'Mestfabrieken mixen stiekem
chemisch afval door hun mest' luidt: 'Mestfraude. Dat blijkt uit een
vertrouwelijk rapport in handen van NRC. De mestfabrieken vormen de
spil in een omvangrijke fraude, die tot grote risico's voor mens en
milieu leidt.'
Naar
aanleiding van de verschenen artikelen willen we u onderstaande
vragen voorleggen:
1.
Kent u de berichten 'Mestfabrieken mixen stiekem chemisch afval door
hun mest' en 'Mest wordt gemixt
met giftig afval', die zijn verschenen?
1.
Antwoord:
Ja,
beide berichten zijn ons bekend.
2.
Worden er ook mestfabrieken en co-vergisters uit de provincie Utrecht
vermeld in het vertrouwelijke rapport
'Co-vergisting: duurzame energie of afvallozing?'
2.
Antwoord:
Dat
is ons niet bekend. Er wordt in bedoelde perspublicaties gerefereerd
aan kennelijke citaten, afkomstig
uit niet binnen onze provinciale organisatie bekende documenten.
Vaststaat echter, dat noch provincie,
noch Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Utrecht betrokken zijn geweest
en/of geraadpleegd zijn
bij de opstelling ervan. Daaruit menen wij voorshands te kunnen
afleiden, dat de opstellers geen mestfabriek(en)
en/of co-vergister(s) in onze provincie bij hun onderzoek hebben
betrokken. Pas zodra bedoelde
documenten niet meer als vertrouwelijk gelden, kunnen wij die aanname
al dan niet definitief bevestigen.
3.
In het geval er geen mestfabrieken en co-vergisters uit de provincie
Utrecht in het rapport 'Covergisting: duurzame
energie of afvallozing?' worden vermeld, kunt u met zekerheid
bevestigen dat er bij
deze bedrijven geen frauduleuze zaken spelen en geen
milieuovertredingen plaatsvinden?
3.
Antwoord:
Binnen
onze provinciegrenzen kennen wij één co-vergister, waarvoor wij als
provincie bevoegd gezag zijn.
Het betreft 'Groene Energie Kromme Rijn en Heuvelrug B.V.' in Cothen.
Deze installatie is nog niet in
bedrijf. Voor de enige andere co-vergister in onze provincie (die in
Woudenberg), zijn Burgemeester en
Wethouders van Woudenberg bevoegd gezag. De co-vergister in
Woudenberg is recent (eind mei 2019)
gestart. Bij deze gemeentelijke inrichting voert de RUD Utrecht in
opdracht (mandaat) van de gemeente
Woudenberg reguliere vergunningverlenings-, toezichts- en
handhavingstaken uit. Naar ons door
de RUD Utrecht is medegedeeld, is dit bedrijf nog niet door de RUD op
de naleving van de door de
gemeente Woudenberg afgegeven Wabo-vergunningvoorschriften
gecontroleerd. In principe vindt een
Wabo-controle één keer per jaar plaats. Overigens zijn installaties
als deze ook onderwerp van periodieke
controles door diverse andere overheidsinstanties. Te denken valt
o.a. aan het waterschap (toezicht
op de kwaliteit van het geloosde afvalwater) en de Nederlandse
Voedsel- en Warenautoriteit (toezicht
in het kader van de Meststoffenwet op zowel de kwaliteit van hetgeen
als te vergisten producten/materialen
wordt gebruikt, als op de kwaliteit van geproduceerde en naar
afnemers afgevoerde
vergistingsproducten).
4. Kunt u aangeven hoeveel mestfabrieken en co-vergisters er in de provincie Utrecht aanwezig zijn?
4.
Antwoord:
Zie
het eerste gedeelte van ons antwoord naar aanleiding van vraag 3.
Naast de beide daar genoemde inrichtingen,
kennen wij ook nog de in Bunschoten-Spakenburg door de firma A. van
de Groep B.V. geëxploiteerde
zogeheten industriële vergister. In tegenstelling tot bij de in
vraag 2 genoemde inrichtingen,
mag digestaat, afkomstig van een industriële vergister, in Nederland
onder geen enkele voorwaarde
worden aangewend als op landerijen uit te rijden meststof. Omdat de
door u gestelde vragen
over mestverwerkingsfabrieken en co-vergisters gaan, blijft de
industriële vergister van de firma Van
de Groep hierna buiten beschouwing.
5.
Kunt u aangeven op welke wijze en hoe vaak deze mestfabrieken en
co-vergisters worden gecontroleerd
op onder andere het soort afvalstromen die daar worden verwerkt?
5.
Antwoord:
Wij
kunnen deze vraag slechts beantwoorden voor wat betreft inrichtingen
waarvoor wij als provincie bevoegd
gezag zijn. De co-vergister is Cothen is nog niet met haar
activiteiten gestart. Een bezoekfrequentie
is daarom nog niet vastgesteld. Na de start van de activiteiten vindt
er meestal binnen
6 maanden een eerste reguliere Wabo-controle plaats. Mede afhankelijk
van de bevindingen tijdens
dit bezoek, wordt een meer definitieve bezoekfrequentie vastgesteld.
Normaliter vinden er, naast
bedrijfsbezoeken, ook administratieve controles plaats. Met
voornoemde toezichts- en handhavingswerkzaamheden
is, op basis van in het jaarlijks VTH-programma gehanteerde kengetallen,
op jaarbasis 40 tot 100 uur gemoeid. De bezoekfrequenties van de
andere betrokken instanties
zijn niet bekend bij ons.
6.
Zijn er tijdens controles onregelmatigheden geconstateerd, zoals
milieuovertredingen en afvalstromen van
niet-plantaardige afkomst? En zo ja, op welke wijze is hier op
gehandhaafd?
6.
Antwoord:
Op
deze vraag kunnen wij nu geen antwoord geven omdat de co-vergister in
Cothen nog niet in bedrijf is
gesteld.
7.
Wordt de bodem waar meststoffen worden gebruikt afkomstig uit
mestfabrieken en co-vergisters uit de Provincie
Utrecht ook gecontroleerd op verontreiniging als gevolg van het
gebruik van meststoffen afkomstig
uit deze mestfabrieken en co-vergisters?
7.
Antwoord:
Ons
zijn geen gegevens bekend omtrent concrete locaties in de provincie
Utrecht waar de door u genoemde
meststoffen worden gebruikt. Er vindt door de provincie geen toezicht
plaats op het uitrijden van
mest. E.e.a. valt buiten het werkterrein van de provincie.
8.
Als er misstanden worden geconstateerd, welke gevolgen heeft dat voor
deze bedrijven binnen de provincie
Utrecht?
8.
Antwoord:
Niet
van toepassing. Zie ons antwoord onder vraag 6.
9.
Bent u bereid om nog strenger te controleren en te handhaven bij
bestaande mestfabrieken en covergisters binnen
de Provincie Utrecht, daar deze in geval van fraude en overtredingen
tot grote risico's
voor mens en milieu kunnen leiden? Zo ja, op welke wijze precies bent
u bereid deze controle en
handhaving nog strenger uit te voeren?
9.
Antwoord:
De
nog niet in werking zijnde co-vergister in Cothen geldt voor ons I de
RUD Utrecht in principe als aandachtsbedrijf.
Mochten toezichtsresultaten daar te zijner tijd onverhoopt aanleiding
toe geven, dan spelen
wij daar adequaat op in.
10.
Kunt u aangeven of er door de Provincie Utrecht subsidie wordt
verstrekt aan mestfabrieken en covergisters? En zo ja, om welke
bedragen gaat het?
10.
Antwoord:
Ons
is bekend dat vergistingsinstallaties in aanmerking komen voor een
SDE subsidie (Stimulering Duurzame
Energieproductie) van het Rijk. De provincie Utrecht verstrekt geen
subsidies aan mest- en co-vergisters.
11.
Heeft u plannen om provinciale gelden aan te wenden voor het
subsidiëren van bestaande of mogelijk toekomstige
mestfabrieken en co-vergisters?
11.
Antwoord:
Neen.
12.
Bent u het met ons eens dat energie uit mestfabrieken en
co-vergisting niet duurzaam genoemd kan worden?
12.
Antwoord:
Vergisting
van dierlijke mest en reststromen (= co-vergisting) is één van de
vormen van hernieuwbare energie
die conform de Europese richtlijn Hernieuwbare Energie meetelt voor
het behalen van de doelstelling
van 14% hernieuwbare energie in 2020. Daarnaast zien Provinciale
Staten mestvergisting als
een technologie, in te zetten door boeren, voor de verduurzaming van
het eigen energieverbruik, totdat
er gasloze alternatieven beschikbaar zijn (zie hoofdstuk
Klimaatneutrale landbouw van de Landbouwvisie
2018, zoals vastgesteld door Provinciale Staten op 27 september
2018). Dit betreft dus geen
mestfabrieken.
13.
Bent u het eens met het Openbaar Ministerie, dat de enige oplossing
voor het mestoverschot en de fraude
met mest een aanpak bij de bron is - dus minder vee? Zo ja, welke
maatregelen koppelt u daaraan?
Zo nee, waarom niet?
13.
Antwoord:
In
de landelijke pers waren recent artikelen te lezen waarbij namens de
regering een vermindering van de
landelijke veestapel is bepleit. Wij volgen nauwlettend de
ontwikkelingen op rijksniveau rond dit vraagstuk.
Als provincie vervullen wij daarin slechts een minieme eigenstandige
rol.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Vragen over afschot reeën
Lees verderVragen n.a.v. uitspraak Raad van State inzake het PAS
Lees verder