Vragen n.a.v. uitspraak Raad van State inzake het PAS
Indiendatum: jun. 2019
Geacht College van Gedeputeerde Staten,
Het nationale stikstofbeleid - en daarmee het vergunningenbeleid van de provincie dat hierop is gebaseerd - is in strijd met de Europese Habitatrichtlijn. Op 29 mei jl. oordeelde de Raad van State, zoals verwacht na het advies van het Europese Hof, dat het Programma Aanpak Stikstof (PAS) “niet als basis voor toestemming voor activiteiten mag worden gebruikt”[1].
Naar aanleiding van de uitspraak willen we u, in aanvulling op de vragen van GroenLinks, onderstaande vragen voorleggen:
- Voor welke projecten of activiteiten lopen er bezwaarprocedures bij de Raad van State, met betrekking tot vergunningen verleent door de Provincie Utrecht op basis van het PAS?
- Kunt u aangeven welke gevolgen de uitspraak van de Raad van State heeft op de vergunningen die verstrekt worden door de Provincie Utrecht?
- Welke gevolgen heeft de uitspraak van de Raad van State voor de volgende specifieke projecten:
- de verbreding van de A27;
- de aanleg van de Westelijke Ontsluiting in Amersfoort;
- de bouw van een kippenstal aan de Gooyer Wetering 17 in Driebergen.
- Is de vrijstelling voor beweiden en bemesten, zoals opgenomen in onze provinciale verordening (hoofdstuk 2, artikel 2), niet meer van kracht, na de uitspraak van de Raad van State dat ook deze vrijstelling in strijd is met de Europese Habitatrichtlijn?
- Kunt u Provinciale Staten zo snel mogelijk informeren over de uitkomsten van het landelijk overleg met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 4 juni jl. over de gevolgen van de uitspraak van de Raad van State?
In de berichtgeving van BIJ12 lezen wij dat per 23 mei jl. de toestemmingsverlening op basis van het PAS is opgeschort. Ook is het niet mogelijk om meldingen in te dienen[2].
6. Klopt het dat de provincie Utrecht per 23 mei geen vergunningen meer uitgeeft in het kader van het PAS en er geen meldingen meer kunnen worden gedaan?
7. Welke overwegingen liggen ten grondslag aan deze opschorting? En waarom is PS hier niet over geïnformeerd?
8. In hoeverre verschilden de inzichten op 23 mei van de inzichten die het college had op 24 september, bij de beoordeling van onze motie “PAS op de plaats”[3]?
Namens de Partij voor de Dieren en hoogachtend,
Hiltje Keller
[1] https://www.raadvanstate.nl/actueel/nieuws/@115651/pas-mag/
[2] https://www.bij12.nl/nieuws/raad-van-state-accepteert-pas-niet/
[3] https://utrecht.partijvoordedieren.nl/moties/motie-pas-op-de-plaats
Indiendatum:
jun. 2019
Antwoorddatum: 2 jul. 2019
1.
Voor welke projecten of activiteiten lopen er bezwaarprocedures bij
de Raad van State, met betrekking
tot vergunningen verleent door de Provincie Utrecht op basis van het
PAS?
1. Antwoord:
Er
zijn 5 beroepszaken ingediend bij de Raad van State voor agrarische
bedrijven in de provincie Utrecht
die te maken hebben met het PAS. In 4 van deze zaken, verleend door
de provincie ZuidHolland omdat
deze gelegen zijn in de voormalige gemeenten Zederik of Leerdam (nu Vijfheerenlanden),
is op 3 juni 2019 een uitspraak gedaan door de Raad van State. Deze 4
beroepen zijn
gegrond verklaard. Er ligt dus nog 1 beroep bij de Raad van State
waarop binnenkort een uitspraak
wordt verwacht. Daarnaast liggen er nog 7 beroepszaken betreffende
Utrechtse agrarische bedrijven
bij de Rechtbank Midden Nederland. Deze zijn aangehouden in
afwachting van de PAS uitspraak
van de Raad van State.
2.
Kunt u aangeven welke gevolgen de uitspraak van de Raad van State
heeft op de vergunningen die verstrekt
worden door de Provincie Utrecht?
2. Antwoord:
Nieuwe
vergunningen kunnen niet meer op basis van het PAS verleend worden
(zie ook antwoorden vragen
GroenLinks). Onduidelijk is of projecten terugvallen op de referentie
die gold voor het PAS. Dit betreft
de aanwijsdata van de betreffende Natura 2000-gebieden. Voor
projecten van groot maatschappelijk belang vormt de zogenaamde
ADC-toets (Alternatieven, Dwingende redenen van groot
maatschappelijk belang, Compensatie) een reeds bestaand alternatief.
Uiteraard kan ook per project
gekeken worden of zij zo aangepast kunnen worden dat significante
effecten op voorhand zijn uit
te sluiten. Onder voorwaarden kan mogelijk van extern salderen
gebruik gemaakt worden om deze significante
effecten uit te sluiten.
3.
Welke gevolgen heeft de uitspraak van de Raad van State voor de
volgende specifieke projecten: de verbreding
van de A27; de aanleg van de Westelijke Ontsluiting in Amersfoort;
-de bouw van een kippenstal
aan de Gooyer Wetering 17 in Driebergen.
3. Antwoord:
De
rijksprojecten A27 Houten - Hooipolder en A27/A12 Ring Utrecht staan
op de lijst van prioritaire projecten
van de Regeling Programmatische Aanpak Stikstof waarvoor
ontwikkelingsruimte is gereserveerd.
Van de gereserveerde ontwikkelingsruimte kan geen gebruik meer worden
gemaakt zodat
onderzocht zal moeten worden of een vergunning Wet natuurbescherming
kan worden verleend op
basis van de ADC (Alternatieven, Dwingende redenen van groot openbaar
belang en Compensatie) criteria.
De
Westelijke ontsluiting Amersfoort ligt op circa 15 km afstand van het
dichtst bijgelegen Natura 2000-gebied
Oostelijke Vechtplassen met stikstofgevoelige habitattypen en
leefgebieden. Kalland & Overlangbroek
ligt op circa 16 km en de Veluwe op meer dan 19 km afstand van dit
project. Het dichterbij
gelegen gebied Eemmeer en Gooimeer Zuidoever heeft geen aangewezen
stikstofgevoelige leefgebieden
voor vogels en is daarmee voor de toetsing niet relevant. Gelet op de
afstanden tot de stikstofgevoelige
Natura 2000-gebieden zijn negatieve effecten van de Westelijke
ontsluitingsweg Amersfoort
niet te verwachten. Er is daarom voor dit project ook geen AERIUS
berekening gemaakt en geen
vergunning Wet natuurbescherming voor stikstofdepositie aangevraagd.
In november 2018 hebben
wij aan het bedrijf Gooyer Wetering 17 in Driebergen Rijsenburg een
vergunning Wet natuurbescherming
verleend. Tegen dit besluit is door Coöperatie Mobilisation for the
Environment U.A.
in november 2018 een beroepschrift ingediend bij de Rechtbank Midden
Nederland. Naar verwachting
zal de Rechtbank Midden Nederland een besluit nemen inzake dit beroep
dat in lijn zal zijn
met de PAS uitspraak van de Raad van State van 29 mei 2019. Dit
betekent dat de vergunning zal worden
vernietigd en dat de aanvraag herleeft. GS zullen hierop een nieuw
besluit moeten nemen.
4.
Is de vrijstelling voor beweiden en bemesten, zoals opgenomen in onze
provinciale verordening (hoofdstuk
2, artikel 2), niet meer van kracht, na de uitspraak van de Raad van
State dat ook deze vrijstelling
in strijd is met de Europese Habitatrichtlijn?
4. Antwoord:
Dat
klopt. Dit is in Utrecht specifieke uitspraken ook bevestigd.
5.
Kunt u Provinciale Staten zo snel mogelijk informeren over de
uitkomsten van het landelijk overleg met de
Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 4 juni jl. over
de gevolgen van de uitspraak van
de Raad van State?
5. Antwoord:
Ja.
U bent hierover apart geïnformeerd middels een Statenbrief.
6.
Klopt het dat de provincie Utrecht per 23 mei geen vergunningen meer
uitgeeft in het kader van het PAS
en er geen meldingen meer kunnen worden gedaan?
6. Antwoord:
Dat
klopt. Wij hebben ons aangesloten bij de landelijke afspraken.
7.
Welke overwegingen liggen ten grondslag aan deze opschorting? En
waarom is PS hier niet over geïnformeerd?
7. Antwoord:
De
PAS partners hadden gezamenlijk besloten toestemmingverlening stil te
leggen op het moment dat de
Raad van State de aankondiging deed dat de uitspraak de daarop
volgende woensdag zou volgen. Stilleggen
voorkomt dat er nog vergunningen verleend en bekend gemaakt worden
doordat bepaalde procedures
al in gang zijn gezet, terwijl een uitspraak al heeft aangegeven dat
deze vergunning niet meer
verleend mag worden. Een vergelijkbare werkwijze is gehanteerd bij
het PAS Arrest van het Europese
Hof. Indien de uitspraak volledig positief was geweest, dan had
toestemmingverlening direct na
de uitspraak weer hervat kunnen worden en was er slechts sprake
geweest van een paar dagen stil liggen
van vergunningverlening. Dit had geen invloed gehad op de termijnen
van lopende procedures. Bij
een negatieve uitspraak, zoals nu het geval, voorkomt deze
voorzorgsmaatregel aanvullende problematiek.
8.
In hoeverre verschilden de inzichten op 23 mei van de inzichten die
het college had op 24 september, bij
de beoordeling van onze motie "PAS op de plaats"?
8. Antwoord:
Op
23 mei was de bindende Raad van State uitspraak aangekondigd op 29
mei 2019 en was er dus een
risico op vergunningen publiceren ná de uitspraak. Dit was ten tijde
van de motie nog niét het geval.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Vragen over mestfabrieken
Lees verderVragen over dwergganzen
Lees verder