Bijdrage coali­tie­ak­koord 'Nieuwe Energie voor Utrecht'


Haas in de marathon

5 juni 2019

Provinciale Staten 5 juni 2019, agendapunt 3: Coalitieakkoord Nieuwe Energie voor Utrecht 2019-2023

Voorzitter,

U kent ons als een kritische partij. Een partij die liever geen water bij de -groene- wijn doet, die haar mening helder en zonder concessies voor het voetlicht brengt.

Kijkend naar dit coalitieakkoord, merken we dat onze rol van haas in de marathon, dat onze misschien soms wat avant-gardistische inbreng en overtuigingen die soms een druppel -groene- inkt vormden in een waterig debat, de afgelopen twaalf jaar niet voor niets zijn geweest.

Voorzitter, we zien in dit akkoord een echo van hetgeen wij de afgelopen 12 jaar met volle overtuiging én toewijding met u hebben gedeeld. En – Voorzitter – hier zijn wij blij mee. Wij hadden niet veel belemmeringen gezien, op een aantal punten na, om formeel onderdeel uit te maken van dit akkoord. In die zin is het een gemiste kans voor de 5 partijen, want met de Partij voor de Dieren aan boord had het akkoord kunnen promoveren van een bleekgroen naar een donkergroen akkoord. Een donkergroen akkoord van een donkergroene coalitie, waar wij al voor pleitten in ons duidingsdebat.

Zo staan we positief tegenover bijvoorbeeld de extra impuls voor de groene contour, de aandacht voor landschapselementen, de verhoogde ambitie op bodemdaling, de doelstelling om in 2040 energieneutraal te zijn, de ambities voor fiets en OV. Ook zijn we benieuwd naar de aangekondigde ‘sociale agenda’; voorgaande is een greep uit de betere punten.

Toch, voordat we de -groene- slingers ophangen en biologisch afbreekbare confetti rondstrooien, willen we onze aarzelingen ten aanzien van dit akkoord met u delen. Onze twijfels betreffen de gretigheid waarmee de nieuwe coalitie álles tot verenigbare doelstelling lijkt te bezien. Voorzitter, dit optimisme vinden we ontroerend, maar ook enigszins naïef: wat krijg je als je groen en rood en blauw mengt? Precies: bruine prut…

Vaker wel dan niet staan maatschappelijke vraagstukken, doelen en ambities haaks op elkaar. En in dat geval heeft Utrecht een provincie nodig die ‘Halt!’ durft te roepen. ‘Halt!’ aan bebouwing buiten de rode contouren, ‘Halt!’ aan economische groei die in de dit akkoord geframed wordt als economische ‘ontwikkeling’ maar toch vorm en inhoud draagt van het groei-mantra van méér, méér, méér. Als iedere aardbewoner zou leven als de gemiddelde Utrechter, dan zouden we de aarde dit jaar immers allang opgebruikt hebben.

Voorzitter, zo zijn er een aantal punten die het akkoord een stuk minder groen maken. De deur wordt bijvoorbeeld open gezet voor het bouwen buiten de rode contour en energiebesparing wordt wel benoemd, maar niet concreet gemaakt. Er worden wel vraagtekens gezet bij het gebruik van biomassa, maar wat ons betreft stoppen we in Utrecht onmiddellijk met deze – reeds bewezen – onduurzame vorm van energieopwekking.

Ook ziet de Partij voor de Dieren in dit akkoord geen aanzet tot wisselende meerderheden of deelakkoorden: een gemiste kans van dit college! Zo had bijvoorbeeld de Westelijke Ontsluiting Amersfoort zich bij uitstek geleend om de Staten hierop te peilen. Helaas is het ten aanzien van de Westelijke Ontsluiting en de verbreding van de A27 een deelakkoord van de oude coalitie, één waarbij de grootste coalitiepartner, GroenLinks, haar kiezers om de tuin lijkt te hebben geleid.

Voorzitter, is dit een voorbode voor de komende jaren? We weten het nog niet...

De Westelijke Ontsluiting zien wij als een gemiste kans voor het nieuwe college om terug te keren van een doodlopende weg. Wij kunnen er met ons (groene) verstand niet bij dat men het uitgeven van meer dan 60 miljoen volhoudt voor een weg waarvan nut en noodzaak - op zijn zachtst gezegd - discussie opleveren. Voorzitter, het komt erop neer dat de provincie 67 miljoen had kunnen aanwenden voor het realiseren van dingen die wél hard nodig zijn, en men had na de eerste kaalslag 2000 bomen kunnen besparen… Betreurenswaardig is ook dat het nieuwe college het standpunt deelt dat de A27 bij Amelisweerd verbreed moet worden. Het groene karakter van het akkoord verbleekt hierdoor aanzienlijk.

Voorzitter, als afsluiting wil ik een aantal – naar ons inziens – omissies in dit akkoord bij u onder de aandacht brengen. Door deze zaken wél in het akkoord op te nemen, zou het akkoord een donkergroene glans kunnen krijgen:

  • in het vergoten van de duurzaamheid van de provinciale bedrijfsvoering (zoals vermeld op pag. 35) kan volgens onze fractie vrij simpel een grote stap vooruit gemaakt worden: door van vegetarische catering de norm te maken;
  • een andere suggestie: leg alle evenementen in de provincie Utrecht langs een duurzame meetlat en maak ze ballonvrij, plasticvrij, vuurwerkvrij – en zorg ervoor dat het dezen ten koste van onze natuur;
  • en, zoals onder andere het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), de Raad voor Leefomgeving en Infrastructuur (Rli) én de Sociaal Economische Raad (SER) eerder al concludeerden: Krimp van de veestapel is onvermijdelijk! Voor blijere dieren, blijere boeren, minder uitstoot van broeikasgassen, stikstof én minder bodemdaling. Onze fractie vraagt zich af of er bij dit college nog steeds een heikel taboe heerst op het verkleinen van het aantal landbouwdieren...
  • we zien uit naar de aangekondigde voedselagenda, waarvan de onvermijdelijke eiwittransitie hopelijk deel uit zal maken.

Voorzitter, de Partij voor de Dieren grijpt deze gelegenheid niet aan om moties in te dienen. Immers, het coalitieakkoord is geen Statenvoorstel. Wél kunt u van ons in de nabije toekomst moties verwachten, bijvoorbeeld ten aanzien van de KRW doelstellingen in 2027 die nopen tot een extra financiële investering – maar misschien meer nog tot stevig landelijk beleid ten aanzien van mest en gifstoffen. Daarbuiten zijn we verheugd dat de doelstelling met betrekking tot bodemdaling -nml. een dalingsreductie van 50% - is opgeschoven in de richting van onze motie. Echter in 2030 zijn we er nog niet: onze fractie ziet graag dat we stapsgewijs tot een reductie van 100% komen en ook hieromtrent kunt u t.z.t. een motie van onze zijde verwachten. En als laatst: ten aanzien van het vervoer van wilde dieren horen wij graag in de commissie RGW wat de laatste stand van zaken is. Onze fractie overweegt om tijdens de Voorjaarsnota met een motie over het vervoer & opvang van dieren in het wild te komen.

Voorzitter, op blz. 34 van het akkoord staat: “Er is een constructieve en open houding tussen oppositie en coalitie.” Graag zien wij onze bijdrage als voorzet én inspiratie hiertoe. Wij zien groene kansen – en zullen onze rol als haas in de marathon onverminderd voortzetten om deze kansen te benutten.

Voorzitter, ik dank u wel.

Hiltje Keller