Bijdrage Hande­lings­kader gebieds­ge­richte aanpak stikstof


Staten­voorstel in Provin­ciale Staten

23 maart 2022

Voorzitter,

De balans tussen ecologie en economie is nog steeds zoek. De Natura 2000-gebieden die we hebben in onze provincie, moet je met een vergrootglas zoeken op de kaart. En veel van deze gebieden staan onder druk. Niet alleen door een te hoge stikstofuitstoot, maar bijvoorbeeld ook door een ondermaatse waterkwaliteit en bodemdaling. De oorzaken zijn dus veelvoudig, maar als we kijken naar stikstof, dan blijkt uit het handelingskader eens te meer dat de landbouw de grootste veroorzaker is van een te hoge stikstofdepositie in onze provincie (44%). Om dit aan te pakken, staan we voor een transitie naar kringlooplandbouw en de landbouwvisie is hiervoor richtinggevend. De aanpak veronderstelt onder andere het instellen van ‘kritische prestatie indicatoren’, passende vergoedingen voor agrariërs en het stimuleren van nieuwe verdienmodellen. De Partij voor de Dieren ziet graag dat hierin een meer plantaardig landbouwsysteem en voedselbossen worden meegenomen, en wellicht kan de gedeputeerde aangeven of duurzame energie-opwek ook een rol van betekenis gaat spelen als het gaat om de inkomsten van boeren.

Over duurzaamheid gesproken, het is goed dat met het verlenen van vergunningen rekening gehouden wordt met de lange termijn en zekerheid voor ondernemers. Hierbij past het instellen van één loket waar men terecht kan voor subsidies en regelingen. Dit vergroot naar onze mening het draagvlak voor de landbouwtransitie in het algemeen en de stikstofreductie in het bijzonder. Echter, we lezen ook over pilots, bijvoorbeeld in het geval van het Natura 2000-gebied Oostelijke Vechtplassen, die inzetten op het langjarig ‘verleasen’ van stikstofruimte na innovatie. Ook lezen we dat agrariërs rondom de Nieuwkoopse Plassen zich uit de crisis willen innoveren.
Dit komt op de Partij voor de Dieren over als symptoombestrijding, in plaats van het aanpakken van de oorzaak van de problematiek rondom stikstof. Ook wat betreft het bepalen van de KPI’s wordt vooral gekeken naar realistische en haalbare streefwaarden, het standpunt van de Partij voor de Dieren is dat er gedaan moet worden wat nódig is. Ruimte geven voor vakmanschap en eigen inzichten van agrariërs klinkt mooi, maar het alleen aan technologische oplossingen vanuit de sector overlaten, heeft in het verleden vaak niet tot de gewenste resultaten geleid. In het Handelingskader (p. 19) wordt gelukkig erkend dat technologische middelen op gespannen voet kunnen staan met andere opgaven, maar wederom wordt de oorzaak niet benoemd: er worden teveel dieren gehouden in de landbouw. Zelfs het nieuwe kabinet ziet de noodzaak van krimp van het aantal landbouwdieren inmiddels in en gaat uit van dertig procent minder landbouwdieren binnen tien jaar. Staat dit college achter de kabinetsplannen voor het terugdringen van de stikstofuitstoot en ziet zij ook in Utrecht een krimp van het aantal landbouwdieren als onvermijdelijk?

Dank u wel.