Bijdrage Voorjaarsnota 2012
Bijdrage Voorjaarsnota tijdens de Provinciale Statenvergadering 2 juli 2012
Van der Steeg:
"Mijnheer de Voorzitter! Hoera, het is een jongen. Wij noemen hem Evert. Evert is een wolk van een zoon van de trotse ouders Joop en Ria. De fractie van de SP gaf het net al aan. Ik heb het hier over het jonge slechtvalkje bovenop het Provinciehuis. Evert bracht bijna een mediahype teweeg en in het Provinciehuis werd zowaar beschuit met muisjes rondgedeeld. Voor komend jaar schijnt het trouwens de bedoeling te zijn dat er een webcam in de nestkast wordt opgehangen.
Het was leuk nieuws natuurlijk en het is ook verheugend dat de zeer bedreigde vogel voor nakomelingen heeft gezorgd. En dat, nota bene, op het nieuwe Provinciehuis. Toch stemde het hele gebeuren bij ons tot nadenken. Het enthousiasme in het Provinciehuis over de geboorte van deze ene vogel staat namelijk in schril contract tot het feit dat dezelfde provincie Utrecht jaarlijks duizenden vogels laat afschieten. Dat roept de vraag op hoe diervriendelijk deze provincie eigenlijk is.
Vorige week bij de komst van de Koningin stond ik in de lift naar de zeventiende etage. Ik had een van de achterste liften. Het voordeel daarvan is dat je een schitterend uitzicht hebt op de omgeving. Toen wij omhoog gingen, viel mijn oog op enkele dieren. Ik zag op het groene dak van onze laagbouw een koe en drie schapen staan. Hé, dacht ik verheugd, de provincie doet dus toch aan koe-in-de-wei-beleid. Nadere bestudering leerde echter dat het om plastic exemplaren ging. U begrijpt mijn teleurstelling.
Aangekomen op de zeventiende etage bekroop mij een andere gedachte. Hebben wij hier nu niet ontzettend moeilijk zitten doen met z'n allen? Was alle heisa in de kranten en in de Staten nu wel zo nodig? Hadden wij achteraf gezien niet een ideaal onderkomen voorhanden voor de Rhenense zwijntjes? Dan had het college van GS in plaats van naar plastic dieren te moeten kijken, een schitterend uitzicht gehad op zes dartele echte diertjes.
Voor ons was een en ander de aanleiding om te kijken hoe het nu ook alweer zit met al die ontheffingen. Omwille van de tijd heb ik een selectie gemaakt van de ontheffingen die op dit moment lopen:
- Diersoort konijn: 8 verschillende ontheffingen.
- Reeën, afschotaantal 462, plus eventueel 10% extra
- Diersoort vos: 6 verschillende ontheffingen
- Ontheffing t.a.v. de meerkoet
- Ontheffing t.a.v. de wilde eend
- Ontheffing t.a.v. de knobbelzwaan
- Ontheffing t.a.v. de smient
- Ontheffing t.a.v. het damhert op Prattenburg
- Ontheffing t.a.v. wilde zwijnen
- Ontheffing t.a.v. de grauwe gans, het gaat hier om 3032 exemplaren
- Ontheffing t.a.v. de zwarte kraai
- Ontheffing t.a.v. de spreeuw
En verder zijn er meerdere ontheffingen afgegeven t.a.v. de nijlgans, de verwilderde gans, de Canadese gans, de kolgans, de grauwe gans en de brandgans. Bijzonderheid hierbij was dat er ook een ontheffing was afgegeven om deze dieren door vergassing te doden. Bij deze laatste ontheffing wil ik even stilstaan. De provincie Utrecht is recentelijk in een rechtszaak verzeild geraakt of vergassing is toegestaan. De Raad van State heeft hierbij geoordeeld dat dit middel ongeoorloofd is, maar dat dit slechts geldt voor de inheemse soorten. Zo vallen bijvoorbeeld de nijlgans en de verwilderde gans hier buiten. Een en ander heeft te maken met de bescherming vanuit de Vogelrichtlijn, die zegt dat het dodingsmiddel wettelijk moet zijn omschreven.
Ook voor de andere soorten zal het echter slechts uitstel van executie zijn, want het moment dat het Besluit beheer en schadebestrijding dieren wordt aangetast, kan de gaskraan ook voor de overige soorten weer open. Ik zeg "weer", omdat de provincie Utrecht in het verleden ook grootschalige vergassingsacties heeft laten uitvoeren. Daarnaast is vergassing via een omweg nog mogelijk, want de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden geeft een vrijstellingsmogelijkheid, hoewel deze niet onomstreden is. Overigens voerde de provincie Utrecht in haar argumentatie voor de rechtbank aan, dat de betreffende ganzen als ongedierte moet worden beschouwd. Maar dat geheel terzijde.
Vergassing betekent dat dieren als zij in de rui zijn en dus moeilijk kunnen wegkomen, bijeen worden gedreven in mobiele gaskamers. Vervolgens gaat de gaskraan open en proberen zij snakkend naar lucht weg te komen, al botbreuken oplopend, omdat zij in paniek tegen de wanden lopen en dit terwijl zij pas na één minuut het bewustzijn verliezen en de hersenactiviteit wel twee tot drie minuten aanhoudt. Ook het vangen van de ganzen voorafgaand aan de vergassing veroorzaakt veel stress. Daarbij komt dat de vergassing van ganzen een volstrekt nutteloze maatregel is in het bestrijden van ganzenoverlast. De lege plekken van de gedode ganzen zullen snel opgevuld worden door nieuwe ganzen. Uit onderzoek van SOVON (Vogelonderzoek Nederland) blijkt namelijk dat het doden van ganzen nauwelijks invloed heeft op de aantallen. Zie de ervaringen op Texel. Niet het doden van de ganzen is maatgevend voor de omvang van de populatie, maar het voedselaanbod. Dat zal onverminderd groot blijven in het overbemeste Nederland.
Wat betreft alternatieven heeft de Dierenbescherming vorig jaar hier in Provinciale Staten een goed stuk laten inkomen, waarin deze alternatieven benoemd worden.
De vraag die wij door middel van een motie willen opwerpen, is of wij de barbaarse praktijk van vergassing een goed idee vinden. In het geval de Staten van mening zijn dat wat hen betreft de gaskraan open kan, heb ik alvast een prototype gasmasker laten ontwikkelen. Daarnaast pleiten wij in dat geval voor uitbreiding van het webcamproject rond Evert en ook om een webcam in de gascontainer te hangen. De PvdD wil de Utrechtse gans namelijk niet figuurlijk, maar ook niet letterlijk laten stikken. Ik dien daarom de volgende motie in, die vraagt om geen gebruik te maken van vergassing. Ik dien de motie in mede namens de fracties van de SP en 50Plus.
Motie M10 (PvdD, 50Plus, SP): vergassing ganzen
In het coalitieakkoord staat dat naast het huidige bestrijden van dieren er ook aandacht zal zijn voor innovatieve en alternatieve methoden van schadebestrijding. Wij hebben net kunnen horen dat het met de voortzetting van de oude manier, namelijk afschieten, wel goed zit. Ik werp hier echter de vraag op wat er sinds de totstandkoming van het coalitieakkoord is bereikt op dat andere gebied, want voor zover ik mij kan herinneren wordt er op dit moment slechts enige uitwerking gegeven aan de aangenomen ganzenmotie.
Toen ik gisteren met de voorbereiding op deze vergadering bezig was, keek ik met een schuin oog naar de landing van onze astronaut André Kuipers. Het was een knap staaltje van waartoe wij mensen in staat zijn. Aan de andere kant bedacht ik mij: is het niet raar dat wij letterlijk en figuurlijk miljarden de lucht inschieten, want waar is het om te doen? Om een bacterie op de maan te ontdekken? En wat dan nog? Kunnen wij niet beter soms wat meer energie besteden aan wat hier op aarde leeft? Daarom wil ik u nu gaan vertellen over de bloemetjes en de bijtjes. En ja, de jeugdigen onder ons kunnen gewoon blijven zitten, want ik bedoel letterlijk de bloemetjes en de bijtjes.
Het gaat slecht met de bijtjes. Daarom hebben ook de bloemetjes het moeilijk. Wat is er aan de hand? 2012 is het jaar van de bij en dat is helaas hard nodig. Van alle Europese landen heeft Nederland de grootste bijensterfte. De afgelopen acht jaar heeft een mysterieuze verdwijnziekte aan complete bijenvolken het leven gekost. Imkers verliezen jaarlijks zo'n 30% van hun bijen. De oorzaak lijkt te zitten in meerder factoren, zoals het gebruik van een voor bijen ongekend giftige nieuwe categorie van insecticide, de zogenaamde neonicotinoïde, de terugloop in biodiversiteit van planten, waardoor er voedseltekort ontstaat, de verspreiding van de faromijt, die de bijenziekte overdraagt en het verdwijnen van nestgelegenheid door een tekort aan zogenaamde rommelhoekjes. Deze massale bijensterfte is verontrustend, omdat de bijen aan de basis staan van onze voedselproductie. De bestuiving van fruitbomen is daarvan het meest duidelijke voorbeeld. De economische waarde van de bestuiving van landbouwgewassen door bijen in Nederland wordt geschat op € 1,1 miljard per jaar. Daarnaast zijn bijen belangrijk voor de biodiversiteit. 80% van de plantensoorten is afhankelijk van insecten voor bestuiving, waarvan de bij veruit de belangrijkste is. Alleen een grote verscheidenheid aan plantensoorten zorgt ervoor dat de natuur haar nuttige functies of diensten voor de mensen kan vervullen, nog los van de waarde voor de natuur zelf. Zulke ecosysteemdiensten zijn voor bestuiving van gewassen, het zuiveren van drinkwater en lucht, het zorgen voor een vruchtbare bodem en zuurstofproductie. De provincie Utrecht kan daarbij helpen, wat ook in het belang van de provincie zelf is, gezien haar kerntaken op het gebied van economie, landbouw en natuur, biodiversiteit. Daarom wil ik mede namens de fracties van VVD, CDA, GroenLinks en D66 een motie indienen, waarbij wij een aantal punten ter ondersteuning noemen.
Motie M11 (PvdD, VVD, GroenLinks, CDA, D66): tegengaan bijensterfte Utrecht
Tot slot en ter ondersteuning van de woorden van de heer Nugteren. Hij stelde dat niet altijd een reële prijs wordt betaald voor een product. Het ei is hiervan een goed voorbeeld. De kosten van productie zijn alleen maar gestegen, maar de prijs is al ongeveer 50 jaar hetzelfde. Wie is daarvan de dupe? De boer. Wij pleiten daarom voor een reële prijs. Dat maakt ons ook direct een echte boerenpartij."
Interessant voor jou
Bijdrage Statenvoorstel Groot Mijdrecht Noord
Lees verderBijdrage Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013-2028 en Provinciale Ruimtelijke Verordening 2013
Lees verder